Artikel 6 Wonen - 2
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "
Wonen - 2
" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen;
-
b. aan-huis-verbonden beroepen;
-
c. tuinen, erven en verhardingen;
-
d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de verbeelding tot ''
Wonen - 2
" aangewezen gronden mogen uitsluitend woningen worden gebouwd, met dien verstande dat:
6.2.1 Gebouwen
-
a. gebouwen uitsluitend mogen worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
-
b. het aantal bouwlagen niet meer mag bedragen dan aangeven op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen';
-
c. het bebouwingspercentage per bouwlaag in het bouwvlak mag niet meer bedragen dan:
-
1. voor de 1e bouwlaag: maximaal 100%;
-
2. voor de 2de bouwlaag: maximaal 75%;
-
3. voor de 3de bouwlaag: maximaal 67%.
-
d. dakterassen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' zijn toegestaan, met dien verstande dat het dakterras bovenop de eerste of de tweede bouwlaag gesitueerd is.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:
-
a. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
-
c. de verkeersveiligheid;
-
d. de sociale veiligheid;
-
e. de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Onder verboden gebruik van gronden als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
-
a. als seksbedrijf;
-
b. voor aan huis verbonden beroepen, indien:
-
1. de totale gezamenlijke vloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de aanwezige bebouwing;
-
2. er detailhandel of groothandel plaatsvindt, behoudens een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit ten dienste van de aan huis verbonden beroepsmatige- of bedrijfsmatige activiteit;
-
3. het gebruik een nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
-
4. er een onevenredige toename van de parkeerbehoefte optreedt.