direct naar inhoud van Artikel 13 Algemene ontheffingsregels
Plan: Nutsbedrijven
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpNutsbedrijven-oh01

Artikel 13 Algemene ontheffingsregels

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels ontheffing kan worden verleend, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:

  • a. het afwijken van de voorgeschreven maximum maten, afmetingen, percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages. Hieronder wordt ook verstaan het verschuiven van de aangegeven "functie-, bouw- en maatvoeringsaanduidingen" met ten hoogste 10 m;
  • b. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouw-werken van openbaar nut en voor religieuze doelein-den zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakel-huisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, monumen-ten, kapellen, wegkruisen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
    • 1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m²;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 5,5 m bedraagt;
    • 4. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3 m;
  • c. het bouwen vóór de voorgevel van een hoofdgebouw van erkers, entreeportalen en vergelijkbare bouwwerken, mits de afstand van de voorgevel van de erkers, entreeportalen of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 meter bedraagt en de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • d. het in geringe mate afwijken van een bestemmings-grens, alsmede de vorm van bouwpercelen, voorzover zulks noodzakelijk en/of wenselijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen;
  • e. het bouwen van communicatievoorzieningen tot een maximale hoogte van 50 meter.
  • f. het bouwen ten koste van - een onderdeel van - Maastrichts erfgoed, mits de met de ontheffing beoogde ontwikkeling plaatsvindt binnen de cultuurhistorische randvoorwaarden.
  • g. het afwijkend gebruik van dominante opstallen met het doel middelen te genereren voor de instandhouding daarvan, onder voorwaarden dat:
    • 1. het afwijkend gebruik een extensief karakter draagt en beperkt blijft tot maximaal 30% van het totale volume;
    • 2. de aanvraag gemotiveerd wordt door een technisch-financiële onderbouwing;
    • 3. de hoofdbestemming in stand blijft;
    • 4. het afwijkend gebruik geen ingrepen vergt die strijd opleveren met de bestemming Waarde - Maastrichts erfgoed;
    • 5. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
    • 6. aan de ontheffing nadere voorwaarden kunnen worden verbonden.
  • h. het niet invullen van een toegestane bouwlaag met een bouwlaag maar met een andere invulling zoals bijvoorbeeld een dakterrasmuur, met dien verstande dat de toegestane maximale goothoogte door middel van het maximaal aantal bouwlagen niet wordt overschreden;
  • i. het afwijken van de maximale hoogte van een bouwlaag tot een maximum van 4,50 meter.