Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Maastricht Zuidwest
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpMtrichtZuidwest-vg02

5.5 Externe veiligheid

 
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving als gevolg van gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen bij bedrijven, het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het water, het spoor en door  buisleidingen. De risicobenadering externe veiligheid kent twee begrippen om het risiconiveau van transport en aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving aan te geven. Deze begrippen zijn het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).  
Het PR is de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een transportroute of inrichting bevindt, overlijdt door een ongeval met het transport van gevaarlijke stoffen op die route of binnen die inrichting. Plaatsen met een gelijk risico kunnen door zogenaamde risicocontouren op een kaart worden weergegeven. Voor nieuwe situaties is voor kwetsbare objecten (bijvoorbeeld woningen) de grenswaarde voor het PR gesteld op een niveau van 10¯6/jr. Voor beperkt kwetsbare objecten (bijvoorbeeld bedrijven) is dit een richtwaarde.
Het GR geeft aan wat de kans is op een ongeval met tien of meer dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde transportroute of inrichting. Het aantal personen dat in de omgeving van de route of inrichting verblijft, bepaalt daardoor mede de hoogte van het GR.
 
Binnen de gemeente Maastricht zijn diverse risicobronnen aanwezig die bepalend zijn voor het externe veiligheidsheidsbeleid van de gemeente. Het betreft:
  • Transport van gevaarlijke stoffen:
    • over het spoor;
    • over de weg (rijkswegen- en provinciale en gemeentelijke wegen);
    • door buisleidingen;
    • over het water.
  • Stationaire activiteiten, zoals:
    • LPG tankstations;
    • grote opslagen van gevaarlijke stoffen;
    • BRZO bedrijven;
    • grote ammoniak koelinstallaties;
    • grote compressorstations van het gastransport;
    • spoorwegemplacement.
Spoor
Over de spoorlijn Geleen - Maastricht - Belgische grens worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Ook in de toekomst zal over dit spoor vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Voor de spoorlijn geldt dat:
  • er geen knelpunten zijn vanuit het plaatsgebonden risico;
  • de oriëntatiewaarde van het groepsrisico niet overschreden wordt;
  • met de komst van het Basisnet het groepsrisico mogelijk afneemt tot onder de oriëntatiewaarde;
  • met de komst van het basisnet de spoorlijn geen veiligheidszone krijgt;
  • de spoorlijn geen plasbrandaandachtsgebied krijgt;
  • de spoorlijn een invloedsgebied heeft van ruim 1.500 meter aan weerszijden van het spoor. Hierbinnen is de verantwoordingsplicht van toepassing wanneer sprake is van toename van het groepsrisico of overschrijding van de oriëntatiewaarde.
Het oostelijk plangebied (Villapark) ligt gedeeltelijk binnen het invloedsgebied van de spoorlijn. Het bestemmingsplan bevat evenwel geen nieuwe ontwikkelingen en zal derhalve ook niet leiden tot een toename van het groepsrisico dan wel een overschrijding van de oriëntatiewaarde. In de wetenschap dat de oriëntatiewaarde van het groepsrisico niet wordt overschreden kan derhalve worden afgezien van het verantwoorden van het groepsrisico.     
 
Vervoer over de weg
Rijkswegen
Door de gemeente Maastricht lopen de rijkswegen A2 en A79 waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Voor de gemeente Maastricht geldt dat:
  • er geen knelpunten zijn vanuit het plaatsgebonden risico;
  • de oriëntatiewaarde van het groepsrisico nergens overschreden wordt;
  • alleen voor de A2 (excl. gedeelte N2) een plasbrandaandachtsgebied komt van 30 meter;
  • de rijkswegen een invloedgebied hebben van ruim 1.500 meter aan weerszijden van de weg. Hierbinnen is de verantwoordingsplicht van toepassing wanneer er sprake is van toename van het groepsrisico of overschrijding van de oriëntatiewaarde.
Het oostelijk plangebied (Villapark) ligt gedeeltelijk binnen het invloedsgebied van de A2. Het bestemmingsplan bevat evenwel geen nieuwe ontwikkelingen en zal derhalve ook niet leiden tot een toename van het groepsrisico dan wel een overschrijding van de oriëntatiewaarde. In de wetenschap dat de oriëntatiewaarde van het groepsrisico niet wordt overschreden kan derhalve worden afgezien van het verantwoorden van het groepsrisico.
 
Provinciale en gemeentelijke wegen
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over provinciale en gemeentelijke wegen is geen risicoplafond vastgelegd in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Dit zal ook in het toekomstige Basisnet niet het geval zijn. Uitzondering hierop is de N2 die door Maastricht loopt. Uit berekeningen van de provincie blijkt dat over de N278 en N590 vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt maar in dusdanig beperkte mate dat de wegen geen plaatsgebonden risicocontour hebben en het groepsrisico lager is dan 0,1 x de oriëntatiewaarde. De gemeente Maastricht beschikt daarnaast over een routering vervoer gevaarlijke stoffen. Gezien het beperkt aantal risicovolle inrichtingen dat via deze routering bevoorraad wordt, is de verwachting dat de intensiteit van het vervoer van gevaarlijke stoffen gering is. De wegen hebben geen plaatsgebonden risicocontour en het groepsrisico zal nihil zijn. Het aspect externe veiligheid in relatie tot provinciale en gemeentelijke wegen is daarmee in voldoende mate onderzocht en levert geen belemmeringen op voor onderhavig plan. 
 
Vervoer per buisleiding
De gemeente Maastricht wordt doorkruist door meerdere hogedruk aardgastransportleidingen. Op enkele plaatsen hebben deze leidingen een plaatsgebonden risicocontour maar hierbinnen bevinden zich geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. De omvang van het invloedsgebied verschilt per leiding(deel). In het plangebied zijn geen leidingen ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen gelegen.
 
Vervoer over het water
De Maas is in de Circulaire Risoconormering vervoer gevaarlijke stoffen gecategoriseerd als zwarte route (belangrijke binnenvaartroute). De vaarweg heeft geen plaatsgebonden risicocontour die buiten de oevers ligt. Het invloedsgebied van de vaarweg is 1000 meter en een groepsrisicoberekening en verantwoording is alleen nodig wanneer de bevolkingsdichtheid hoger is dan 1.500 pers/ha. dubbelzijdig of 2.250 per/ha. enkelzijdig. De Maas krijgt een plasbrandaandachtsgebied van 25 meter vanaf de oeverlijn.
 
Het plangebied is voor een groot gedeelte gelegen binnen het invloedsgebied van de Maas. Het plangebied grenst in het oosten aan de Maas. Tot 25 meter (gemeten vanaf de oeverlijn) moet rekening worden gehouden met brandbare vloeistoffen, in de zone 25 - 90 meter dient rekening te worden gehouden met een BLEVE en vanaf 90 meter hoeft enkel nog rekening te worden gehouden met de effecten van een toxische gaswolk. Van een verantwoordingsplicht Groepsrisico is sprake op het moment dat er nieuwe ontwikkelingen aan de orde zijn. Dit is hier niet het geval. 
 
Risicovolle inrichtingen
In het Bevi zijn bedrijven aangewezen welke vanuit het oogpunt van externe veiligheid als meer risicovol worden beschouwd. Voor de gemeente Maastricht beperken deze risicovolle inrichting zich tot 9 LPG tankstations en tien andersoortige risicovolle inrichtingen. Binnen het plangebied zijn geen risicovolle inrichtingen gelegen. Het plangebied bevindt zich ook niet binnen de invloedssfeer van een risicovolle inrichting. 
  
Maastricht-Aachen Airport
Dit ten noordoosten van de gemeente Maastricht gelegen vliegveld heeft geen plaatsgebonden risicocontour die over het grondgebied van Maastricht valt. In Nederland wordt voor luchthavens daarnaast geen groepsrisicobeleid gevoerd. De luchthaven vormt daarmee geen relevante risicobron.
 
Resumerend kan worden aangegeven dat het aspect externe veiligheid in voldoende mate is onderzocht en geen beperkingen oplevert voor onderhavig bestemmingsplan. Het aanwezige groeps- en restrisico wordt, gezien de voorliggende situatie, aanvaardbaar geacht.