direct naar inhoud van Hoofdstuk 8 Financiële uitvoerbaarheid
Plan: Maastricht-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpMtrichtWest-vg01

Hoofdstuk 8 Financiële uitvoerbaarheid

Het voorliggende bestemmingsplan betreft een beheerplan. Het plan heeft in hoofdzaak tot doel een actueel, uitvoerbaar en handhaafbaar planologisch-juridisch kader te bieden voor Maastricht West.

Er worden, behalve ontwikkeling Bilserbaan 14-18, geen nieuwe ontwikkelingen geregeld, die financieel onderbouwd moeten worden. Daar waar in de toekomst bouwplannen zullen worden gerealiseerd zal door middel van een economische paragraaf moeten worden onderbouwd of het plan uitvoerbaar is en hoe dit wordt gewaarborgd.

Bilserbaan 14-18

Op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient, indien sprake is van één van de in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) genoemde bouwactiviteiten, een exploitatieplan te worden vastgesteld. Een exploitatieplan heeft onder meer tot doel om te komen tot een adequaat publiekrechtelijk kostenverhaal, het realiseren van een goede inrichting van de openbare ruimte door middel van het stellen van locatie-eisen en het bieden van een goede grondslag om de verdeling van woningbouwcategorieën te ondersteunen. Het voorliggend bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard. Wel worden op grond van het plan een nieuwe ontwikkeling mogelijk gemaakt waarbij wordt voorzien in de toevoeging van een woning als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Op basis van artikel 6.12, lid 2 Wro kan de gemeenteraad bij een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan, besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien er sprake is van een geval als aangewezen in artikel 6.2.1a Bro.

De herontwikkeling ter plaatse van de Bilserbaan 14-18 kan aangemerkt worden als een geval als bedoeld in artikel 6.2.1a onder a, b en c. De initiatiefnemer heeft op eigen kosten de benodigde haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd. De kosten voor de aansluiting op de nutsvoorzieningen en het doorlopen van de planologische procedure worden "afgedekt" door middel van de legesverordening. Gezien het voorgaande wordt geen aanleiding gezien om, aanvullend op het bestemmingsplan, een exploitatieplan vast te stellen.