direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene bouwregels
Plan: Maastricht-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpMtrichtWest-vg01

Artikel 21 Algemene bouwregels

21.1 Splitsen van woningen

Het splitsen van woningen is niet toegestaan.

21.2 Ondergronds bouwen
  • a. Ondergrondse gebouwen of souterrains mogen uitsluitend worden opgericht met een hoogte van maximaal 3,50 m. per bouwlaag en met een maximum van 3 ondergrondse bouwlagen, zij mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig het bij de bestemming toegestane gebruik; de betreffende gebouwen mogen maximaal 1,50 m. boven peil worden gebouw.
  • b. In aanvulling op het bepaalde onder a is maximaal één onoverdekt zwembad per bouwperceel toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. het zwembad dient te worden gebouwd achter de achtergevel van het hoofdgebouw c.q. het verlengde van de achtergevel van het hoofdgebouw en op een afstand van ten minste 3 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens;
    • 2. het zwembad mag niet overdekt zijn, tenzij de regeling voor bijgebouwen in acht wordt genomen;
    • 3. het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut.
21.3 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
21.3.1 Maximale maatvoering

Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande (ondergrondse) bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.

21.3.2 Heroprichting

In het geval van heroprichting van gebouwen is het bepaalde in 21.3.1 uitsluitend van toepassing indien deze heroprichting geschiedt op dezelfde plaats.

21.4 Bouwhoogte

De bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 4 m hoger zijn de goothoogte van het betreffende gebouw tenzij bij de regels van de betreffende bestemming anders is bepaald.