direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen - Uit te werken
Plan: Maastricht-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpMtrichtWest-vg01

Artikel 16 Wonen - Uit te werken

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woningen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen.
16.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en Wethouders werken de in lid 16.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

  • a. De inrichting van het gebied zal worden afgestemd op de functie van het betreffende gebied zoals aangegeven in lid 16.1.
  • b. Het uitwerkingsplan niet wordt vastgesteld voordat er een definitief inzicht bestaat in de gewenste ruimtelijke en functionele invulling van het gebied.
  • c. Voor de vaststelling van het uitwerkingsplan dient vast te staan dat er een aanvaardbare milieuhygiënische werk-, woon- en leefsituatie zal zijn gewaarborgd. Dit betekent onder andere dat: de milieuhygiënische belemmeringen ten gevolge van binnen en buiten het plangebied aanwezige milieubelastende functies, op grond waarvan milieubelemmeringen zijn bepaald dienen te zijn weggenomen en/of de voorwaarden in acht zijn genomen zoals neergelegd in de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende relevante leefmilieuaspecten.
  • d. In de nadere uitwerking worden regels gesteld ten aanzien van de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij de volgende bepalingen in acht worden genomen:
    • 1. Maximaal 50% van het aantal te bouwen woningen mag worden gestapeld;
    • 2. Het aantal bouwlagen bedraagt maximaal 3 voor grondgebonden en maximaal 7 voor gestapelde;
    • 3. Er mag een woonwagenlocatie komen van maximaal 4 standplaatsen;
    • 4. Het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 40%.
16.3 Bouwregels

Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een in werking getreden uitwerkingsplan en met inachtneming van de in dat plan opgenomen regels.

16.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.3, indien de op te richten bebouwing naar haar bestemming en gebruik, alsmede naar haar afmetingen en haar plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.