Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 17 lid 5.7 voor het toestaan van kamerverhuur voor meer dan twee kamers dan wel het toestaan van kamerverhuur indien de verhuurder niet ter plaatse het hoofdverblijf heeft, met dien verstande dat:
- er voor wat betreft de nieuwe woonruimte(n) moet worden voldaan aan de gemeentelijke parkeernorm;
- het woon- en leefklimaat in de omgeving niet onevenredig mag worden verstoord;
- de minimale oppervlakte per kamer 20 m² dient te bedragen;
- de ontstane woonruimten beschikken over een berging en fietsenstalling;
- indien de verhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft er per woning maximaal drie kamers voor kamerbewoning worden gebruikt.