Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein Beatrixhaven
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpBtBeatrixhaven-vg01

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een justitiële inrichting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'justitiële inrichting (ji)'; 
  2. tuinen, erven en verhardingen;
  3. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. groenvoorzieningen en speelvoorzieningen;
  6. additionele voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen
 
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. gebouwen mogen alleen worden gebouwd binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
  2. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  4. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
 
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: 
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het aangeduide bouwvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 5 meter bedragen; 
  3. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  4. de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 8 meter;
  5. de bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter.
 
7.2.3 Additionele voorzieningen
 
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
  1. gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen mogen zowel binnen als buiten het aangeduide bouwvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van een gebouw ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  3. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m2.
 
7.3 Nadere eisen
 
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten behoeve van:
  1. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. de situering, de oppervlakte en de bouwhoogte van bebouwing en de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de brandveiligheid en rampenbestrijding.
7.4 Specifieke gebruiksregels
 
Het gebruik van gronden en opstallen ten behoeve van een andere maatschappelijke voorziening dan aangegeven in artikel 7 lid 1 sub a is niet toegestaan.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
 
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7 lid 4 voor wat betreft het toestaan van (een) andere maatschappelijke voorziening(en) dan aangegeven in artikel 7 lid 1 sub a, met dien verstande dat aangetoond dient te worden dat:  
  1. geen onevenredige belemmering van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken plaatsvindt;
  2. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  3. de activiteit milieuhygiënisch inpasbaar is in de omgeving;
  4. geen nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  5. de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt beïnvloed;
  6. geen onevenredige verkeersaantrekkende werking ontstaat.