Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein Beatrixhaven
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpBtBeatrixhaven-vg01

Artikel 16 Leiding - Hoogspanningsverbinding

16.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van bovengrondse hoogspanningslijnen.
 
16.2 Bouwregels
 
Op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
  1. de bouwhoogte van hoogspanningsmasten maximaal 60 meter mag bedragen;
  2. de bouwhoogte van afspanportalen maximaal 30 meter mag bedragen;
  3. de bouwhoogte van bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van (de) bovengrondse hoogspanningslijn(en) maximaal 3 meter mag bedragen;
  4. bouwwerken ten behoeve van de vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande, op basis van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) toegestane bouwwerken, mogen worden gebouwd, mits de bestaande oppervlakte en de bestaande bouwhoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
16.3 Nadere eisen
 
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:
  1. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de brandveiligheid en rampenbestrijding.
16.4 Afwijken van de bouwregels
  1. Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16 lid 2 voor het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mits de belangen en de veiligheid van de in artikel 16 lid 1 bedoelde bovengrondse hoogspanningslijnen niet worden geschaad;
  2. Er kan slechts afgeweken worden van de bouwregels indien vooraf advies wordt ingewonnen bij de lijnbeheerder waaruit blijkt dat de belangen van de lijnbeheerder niet worden geschaad.
16.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5.1 Verbod
 
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. het aanbrengen van beplantingen en/of bomen;
  2. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  3. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, ontginnen en ophogen;
  5. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  6. het permanent opslaan van goederen.
16.5.2 Uitzonderingen
 
Het in artikel 16 lid 5.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
  1. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
16.5.3 Toelaatbaarheid
 
De in lid artikel 16 lid 5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:
  1. door de uitvoering van de bedoelde werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen het normaal functioneren van de lijn niet wordt of kan worden aangetast;
  2. de werken en/of werkzaamheden zijn toegelaten op grond van de regels van deze bestemming, dan wel van de andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming samenvalt;
  3. vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende lijnbeheerder.
16.6 Wijzigingsbevoegdheid
 
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding wijzigen door de bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse de leiding is komen te vervallen, blijkens een schriftelijke verklaring van de lijnbeheerder.