Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bosscherveld-Noord
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpBosscherveld-vg01

Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. detailhandel in bloemen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van detailhandel-bloemenhandel;
  2. aan de functie onder a. ondergeschikte kantoorruimte;
  3. aan de functie onder a. ondergeschikte binnen- en buitenopslag;
  4. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning (bw)';
  5. tuinen, erven en verhardingen;
  6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. additionele voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
 
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen: 
  1. gebouwen mogen alleen worden gebouwd binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het op de verbeelding aangegeven   bouwvlak worden gebouwd.
6.2.2 Bedrijfsgebouwen
 
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:   
  1. bestaande bedrijfsgebouwen mogen niet worden uitgebreid;
  2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
6.2.3 Bedrijfswoning
 
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:   
  1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) is één bedrijfswoning toegestaan;
  2. bestaande bedrijfswoningen mogen niet worden uitgebreid;
  3. de goothoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  4. de bouwhoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.  
6.2.4 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoning
 
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:  
  1. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het aangeduide bouwvlak worden gebouwd;
  2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van tenminste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  3. bij hoekwoningen mogen geen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd vóór het verlengde van de voorgevelrooilijn van de om de hoek gelegen hoofdgebouwen;
  4. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 80 m2;
  5. de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen
    voor maximaal 50% worden bebouwd;
  6. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,50 meter;
  7. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter.
6.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
 
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 meter;
  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  3. overkappingen mogen uitsluitend achter de voorgevellijn worden gebouwd.
6.2.6 Additionele voorzieningen
 
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
  1. gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen mogen zowel binnen als buiten het aangeduide bouwvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van een gebouw ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  3. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m2.
6.3 Nadere eisen
 
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten behoeve van:
  1. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. de situering, de oppervlakte en de bouwhoogte van bebouwing en de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; 
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4 Afwijken van de bouwregels
 
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: 
  1. artikel 6 lid 2.5 sub a ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen hoger dan 1 respectievelijk 2 meter;  
  2. artikel 6 lid 2.5 sub c  ten behoeve van het bouwen van overkappingen vóór de voorgevellijn, 
met dien verstande dat de onder a. en b. genoemde afwijkingsmogelijkheden alleen toelaatbaar zijn indien:
  1. geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan;
  2. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig worden belemmerd;
  3. de verkeersveiligheid niet in het geding is.
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Strijdig gebruik
 
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor:
  1. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan de in artikel 6 lid 1 genoemde detailhandel;
  2. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca;
  3. het gebruik van gronden en bouwwerken voor zelfstandige kantoren.