De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
doeleinden die betrekking hebben op de natuurlijke afvloeiing en (tijdelijke) berging van water in de vorm van watergangen;
verkeer te water, waaronder recreatie- en beroepsvaart;
leefgebied voor beschermde fauna en groeiplaats voor beschermde planten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur- leefgebied (sn-lg)';
ecologische verbindingszones, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone (evz)';
een aanlegsteiger, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger (as)'.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen
Op of in de voor 'Water' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
op of in de voor 'Water' aangewezen gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen en noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van het water, tot een bouwhoogte van maximaal 2 meter;
overkappingen zijn niet toegestaan.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12 lid 2.2 sub b ten behoeve van het bouwen van een overkapping, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van beschermde flora en fauna en de stedenbouwkundige kwaliteit.
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Mitigerende maatregelen
Teneinde de gunstige staat van instandhouding van beschermede flora en fauna te waarborgen dienen mitigerende maatregelen te worden getroffen, voor zover dit noodzakelijk is vanuit de Flora- en faunawet.