direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Maankwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP030504W000001-0401

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, voorkomend in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. dienstverlening, voorkomend in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van maatschappelijke dienstverlening;
  • c. horeca categorie 1 tot en met 3 en categorie 5, voorkomend in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten ;
  • d. kantoor, voorkomend in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • e. openbaar vervoerstation;
  • f. verblijfsgebied;

en daarnaast geldt dat:

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', een parkeergarage is toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer', voorzieningen ten behoeve van het railverkeer en/of openbaar vervoer zijn toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding ''wonen', wonen uitsluitend ter plaatse van deze aanduiding is toegestaan en wel in de vorm van gestapeld wonen. In afwijking hiervan mogen ontsluitingsvoorzieningen ten behoeve van wonen buiten de aanduiding 'wonen' worden gesitueerd;

Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  • j. gebouwen;
  • k. onderdoorgangen en ondergrondse gebouwen;
  • l. bouwwerken, niet zijnde gebouwen;
  • m. kunstobjecten;
  • n. verhardingen en terrassen;
  • o. groenvoorzieningen;
  • p. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • q. voorzieningen van algemeen nut;
  • r. bijbehorende voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende eisen:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering van een ondergrondse parkeergarage. Een ondergrondse parkeergarage is ook buiten het bouwvlak toegestaan, mits deze binnen de aanduiding 'parkeergarage' ligt en de hoogte boven peil niet meer dan 5,50 meter bedraagt;
  • b. Het aantal parkeerplaatsen in de parkeergarage bedraagt maximaal:
    • 1. parkeergarage ten noorden van het spoor: 750;
    • 2. parkeergarage ten zuiden van het spoor 400;
  • c. Het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 95% van het bouwvlak;
  • d. De bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • e. In afwijking van het bepaalde in sub a is een entreegebouw van een parkeergarage toegestaan buiten het bouwvlak, mits deze ligt binnen de aanduiding 'parkeergarage' en de hoogte maximaal 3,5 meter bedraagt en de oppervlakte maximaal 25 m² bedraagt;
  • f. In afwijking van het bepaalde in sub a zijn ondergrondse ondergeschikte ruimten (bijvoorbeeld bergingen) en techniekruimten buiten het bouwvlak toegestaan, mits deze liggen binnen de aanduiding 'parkeergarage'.

3.2.2 Voorwaardelijke bepaling ten aanzien van bouwen

Gebouwen als bedoeld in 3.2.1 mogen uitsluitend worden gebouwd, mits:

  • a. uit onderzoek blijkt dat bij de plaatsing en vormgeving van de gebouwen geen onaanvaardbare windhinder dan wel windgevaar voorkomt dan wel dat door het nemen van maatregelen het gebruik ter plaatse aanvaardbaar is;
  • b. uit onderzoek blijkt dat bij de plaatsing en vormgeving van de gebouwen geen onaanvaardbare trillingen voorkomen dan wel dat door het nemen van maatregelen gevaar dan wel overlast door trillingen wordt afgewend;
  • c. is aangetoond dat voor kantoren het maximale piekgeluidsniveau binnen 55 dB(A) (LAmax) bedraagt;
  • d. is aangetoond dat voor horeca met nachtverblijf het maximale binnengeluidsniveau 30 dB(A) (Lnight) en het maximale piekgeluidsniveau binnen 45 dB(A) (LAmax) bedraagt.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 10 meter;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luifel' mag een luifel worden opgericht met maximale hoogte van 6,5 meter;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de hoogte van een kunstobject ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstobject', maximaal 46 meter bedragen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
    • 1. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, een en ander zoals omschreven in en ter uitvoering van het beeldkwaliteitplan;
    • 2. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
    • 3. ter waarborging van de sociale veiligheid;
    • 4. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Eisen oppervlakte dan wel aantal gebruiksvormen

Het gebruik van de in 3.1 genoemde doeleinden dient aan de volgende eisen te voldoen:

  • a. de totale maximale bruto vloeroppervlakte, met uitzondering van het station en stationsdetailhandel, (brand)veiligheidsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, fietsenstalling, voorzieningen van algemeen nut en waterhuishoudkundige voorzieningen, bedraagt 49.100 m2 , met dien verstande dat voor een aantal functies de volgende maximale bruto vloeroppervlakte in acht moet worden genomen:
      • kantoren en dienstverlening: totaal 19.000 m2;
      • grootschalige detailhandel: totaal 12.000 m2, met dien verstande dat de bruto vloeroppervlakte ten behoeve van één of meerdere supermarkten in totaal niet meer mag bedragen dan 6000 m2;
      • kleinschalige detailhandel inclusief horeca categorie 1 t/m 3: totaal 2.000 m2;
      • horeca van categorie 5: totaal 7.500 m2;

  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 125.

3.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. prostitutie;
  • d. risicovolle inrichtingen;
  • e. detailhandel, dienstverlening, horeca en kantoor die niet voorkomt in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in 3.4.1 a. ten behoeve van het afwijken van de maximale bruto vloeroppervlakte met maximaal 10%, mits de totale bruto vloeroppervlakte van 49.100 m2 niet wordt overschreden;
  • b. het bepaalde in 3.4.2 a. ten behoeve van het toestaan van maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat:
    • 1. er geen afbreuk wordt gedaan aan het karakter van de omgeving;
    • 2. het woon- en leefklimaat in de directe omgeving niet onevenredig wordt geschaad;
    • 3. er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein of in de directe omgeving aanwezig zijn;
    • 4. er geen extra verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn;
    • 5. er geen onevenredige aantasting van of hinder voor omliggende waarden dan wel functies ontstaat;
    • 6. de totale bruto vloeroppervlakte van 49.100 m2 niet mag worden overschreden;
    • 7. er geen sprake is van milieuhygienische belemmeringen, waaronder externe veiligheid en geluid;
  • c. het bepaalde in 3.4.2 e. ten behoeve van detailhandel, dienstverlening, horeca en kantoor die niet voorkomt in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, maar die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de activiteiten als bedoeld in 3.1.