direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Heerlerheide Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP020302W000001-0401

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven tot en met categorie 2, voor zover voorkomend op de in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten. Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, niet zijnde gebouwen;
  • c. verhardingen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • f. bijbehorende voorzieningen.

en daarnaast geldt dat:

  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' zijn, met inachtneming van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, bedrijven van categorie 3.1 of lager toegestaan;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' zijn, met inachtneming van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, bedrijven van categorie 3.2 of lager toegestaan;
  • 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedijfswoning' mag 1 bedrijfswoning worden gerealiseerd.
3.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende eisen:

  • a. situering binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken;
  • b. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte zoals deze op de verbeelding ter plaatse van de aanduidingen 'maximale bouwhoogte' of 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • c. goothoogte maximaal de goothoogte zoals deze op de verbeelding ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. bebouwingspercentage maximaal 100 van het bouwvlak, tenzij op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander bebouwingspercentage is aangegeven;
3.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende eisen:

  • a. situering ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' binnen het bouwvlak, waarbij de voorgevel van de woning in of evenwijdig aan de voorste bouwgrens tot maximaal 2 meter achter de voorste bouwgrens dient te worden gerealiseerd;
  • b. bouwwijze aaneengebouwd of vrijstaand;
  • c. bouwhoogte 1e bouwlaag maximaal 4 meter;
  • d. bouwdiepte vanaf de 2e bouwlaag maximaal 15 meter met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 7 meter en 12 meter, tenzij op de verbeelding ter plaatste van de aanduiding 'maximale bouw- en goothoogte' anders is aangegeven;
  • e. bebouwingspercentage maximaal 100% van het bouwvlak, tenzij op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander bebouwingspercentage is aangegeven
  • f. de breedte van de voorgevel van de woning dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • g. het splitsen van de woning in twee of meerdere wooneenheden is niet toegestaan.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende eisen:

  • a. situering binnen het bestemmingsvlak;
  • b. bouwhoogte binnen het bouwvlak; maximaal 6 meter;
  • c. bouwhoogte buiten het bouwvlak; maximaal 3 meter met uitzondering van erfafscheidingen die maximaal 2,00 meter mogen zijn;
  • d. aard bij de bestemming passend.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder c Wabo wordt tenminste verstaan: het gebruik van de gronden:

  • ten behoeve van een niet aan de bedrijfsbestemming ondergeschikte detailhandelsfunctie;
  • ten behoeve van een niet aan de bedrijfsbestemming ondergeschikte kantoorfunctie;
  • ten behoeve van een seksinrichting;
  • risicovolle inrichtingen.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3 ten behoeve van

    • 1. bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving, gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1, 2, en 3 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige inrichtingen betreft en dit voor de omgeving niet van nadelige invloed is.