22.2 Bouwregels
Voor het bebouwen van de in lid 22.1 bedoelde gronden gelden, naast en mogelijk in afwijking van het bepaalde elders in deze regels, de volgende regels:
-
1. de bestaande goot- en bouwhoogten mogen niet worden veranderd;
-
2. de bestaande gevels mogen niet worden veranderd;
-
3. de bestaande kapvormen, kaprichtingen en kaphellingen mogen niet worden veranderd;
-
4. het aantal bouwlagen mag niet worden veranderd;
-
5. de parcellering van de percelen mag niet worden veranderd;
-
6. de hoofdgebouwen mogen niet worden samengevoegd;
-
7. de erkerregeling is niet van toepassing.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.4.1 Bebouwde gronden
Het is verboden op gronden bestemd voor bebouwing, voorzover gelegen binnen het beschermd stadsgezicht en voorzover bebouwd, om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
-
a. het slopen van gebouwen en andere bouwwerken of gedeelten daarvan anders dan voor de effectuering van een omgevingsvergunning voor bouwen;
-
b. het verven in een andere kleur van de gevels, ramen, deuren, luiken, dakbedekking, goten en/of sieronderdelen;
-
c. het wijzigen en/of herstellen van gevels, ramen, deuren, luiken, dakbedekking, goten en/of sieronderdelen waarvoor een monumentenvergunning en/of bouwvergunning is vereist;
-
d. het verwijderen en/of aanbrengen van pleisterwerk aan de gevels;
22.4.2 Onbebouwde gronden
Het is verboden op of in de gronden, voorzover gelegen binnen het beschermd stadsgezicht en voorzover deze niet zijn bebouwd, om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
-
a. het opslaan, deponeren, lozen of storten van al dan niet afgedankte of aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, alsmede het aanleggen of inrichten van opslag-, stort- of bergplaatsen;
-
b. het rooien van bomen en hagen, anders dan voor de effectuering van een bouwvergunning;
-
c. het wijzigen of aanleggen van bestrating van parkeergelegenheden, pleinen, straten, voet- en/of toegangspaden.
22.4.3 Uitzonderingen
Het in de subleden 22.4.1 en 22.4.2 bepaalde is niet van toepassing op:
-
a. werkzaamheden die behoren tot de normale onderhoudswerkzaamheden voor de instandhouding van de bestaande inrichting;
-
b. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale grondgebruik;
-
c. werken of werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning of vrijstelling mogen worden uitgevoerd.
22.4.4 Toelaatbaarheid
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend, wanneer de bedoelde werken geen afbreuk doen aan het karakter en de schoonheid van het beschermd stadsgezicht.