direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Heerlerheide Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP020302W000001-0401

Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie

22.1 Bestemmingsomschrijving
  • 1. De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor de instandhouding, de bescherming en het herstel van waardevolle cultuurhistorische gebieden.
  • 2. Ter verwezenlijking van de onder lid 1 beschreven doeleinden wordt het volgende beleid gevoerd:
  • a. uitgangspunt voor de omvang van het gebied waarop in het bijzonder behoud en herstel van de afzonderlijke bebouwing en onbebouwde onderdelen, alsmede het stedenbouwkundig geheel wordt nagestreefd, is het in de zin van artikel 1, onder g van de Monumentenwet 1988 aangewezen beschermd stadsgezicht 'Maria Christinawijk';
  • b. de afzonderlijke gebouwen, bouwwerken en onbebouwde gronden zullen gedetailleerd worden geregeld per afzonderlijke bestemming. Bij toepassing van de regels per afzonderlijke bestemming met betrekking tot bouwen en/of herstel dienen de aan de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht of beschermd monument ten grondslag liggende kwaliteiten gewaarborgd te blijven.
22.2 Bouwregels

Voor het bebouwen van de in lid 22.1 bedoelde gronden gelden, naast en mogelijk in afwijking van het bepaalde elders in deze regels, de volgende regels:

  • 1. de bestaande goot- en bouwhoogten mogen niet worden veranderd;
  • 2. de bestaande gevels mogen niet worden veranderd;
  • 3. de bestaande kapvormen, kaprichtingen en kaphellingen mogen niet worden veranderd;
  • 4. het aantal bouwlagen mag niet worden veranderd;
  • 5. de parcellering van de percelen mag niet worden veranderd;
  • 6. de hoofdgebouwen mogen niet worden samengevoegd;
  • 7. de erkerregeling is niet van toepassing.
22.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze dubbelbestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.4.1 Bebouwde gronden

Het is verboden op gronden bestemd voor bebouwing, voorzover gelegen binnen het beschermd stadsgezicht en voorzover bebouwd, om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:

  • a. het slopen van gebouwen en andere bouwwerken of gedeelten daarvan anders dan voor de effectuering van een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • b. het verven in een andere kleur van de gevels, ramen, deuren, luiken, dakbedekking, goten en/of sieronderdelen;
  • c. het wijzigen en/of herstellen van gevels, ramen, deuren, luiken, dakbedekking, goten en/of sieronderdelen waarvoor een monumentenvergunning en/of bouwvergunning is vereist;
  • d. het verwijderen en/of aanbrengen van pleisterwerk aan de gevels;
22.4.2 Onbebouwde gronden

Het is verboden op of in de gronden, voorzover gelegen binnen het beschermd stadsgezicht en voorzover deze niet zijn bebouwd, om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:

  • a. het opslaan, deponeren, lozen of storten van al dan niet afgedankte of aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, alsmede het aanleggen of inrichten van opslag-, stort- of bergplaatsen;
  • b. het rooien van bomen en hagen, anders dan voor de effectuering van een bouwvergunning;
  • c. het wijzigen of aanleggen van bestrating van parkeergelegenheden, pleinen, straten, voet- en/of toegangspaden.
22.4.3 Uitzonderingen

Het in de subleden 22.4.1 en 22.4.2 bepaalde is niet van toepassing op:

  • a. werkzaamheden die behoren tot de normale onderhoudswerkzaamheden voor de instandhouding van de bestaande inrichting;
  • b. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale grondgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning of vrijstelling mogen worden uitgevoerd.
22.4.4 Toelaatbaarheid

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend, wanneer de bedoelde werken geen afbreuk doen aan het karakter en de schoonheid van het beschermd stadsgezicht.