25.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
25.1.1 Ondergrondse werken
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
25.1.2 Ondergrondse bouwwerken
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
-
a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen die ook buiten de bouwvlakken zijn toegestaan;
-
b. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter onder peil;
-
c. bij het berekenen van de blijkens de verbeelding of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen;
-
d. de gebouwen mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig het bij de bestemming toegestane gebruik.
25.1.3 Afwijken van het bestemmingsplan
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
-
a.
25.1.2 sub a voor het bouwen van ondergrondse gebouwen buiten de bouwvlakken.
25.2 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
-
a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige regels;
-
b. de parkeervoorzieningen;
-
c. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
-
d. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
-
e. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
-
f. de ruimte tussen bouwwerken.