direct naar inhoud van Artikel 5 Leiding - Gas
Plan: bestemmingsplan Zeepweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0905.bpzeepweg-va01

Artikel 5 Leiding - Gas

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een hogedruk gasleiding, ten behoeve van het transport van gas;
  • b. met daarbij behorende beschermingszone van minimaal 2 meter aan weerszijde van de leiding. De hartlijn van de gasleiding dient minimaal 2 meter uit de bestemmingsgrens van de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden te zijn gelegen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de tot 'Leiding - Gas' bestemde gronden mag niet worden gebouwd. De gronden worden ten alle tijden vrijgehouden voor regulier onderhoud en calamiteiten.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 2,50 m bedragen.
5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 5.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de overige voor deze gronden aangewezen bestemming(en).

5.3.2 Afwegingskader

Een in 5.3.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien uit overleg met de leidingbeheerder blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van de transportleiding geen bezwaar bestaat.

5.3.3 Procedure ontheffing

Burgemeester en wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 10.2 gegeven procedure.

5.4 Aanlegvergunning
5.4.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm;
  • c. het in de grond drijven van voorwerpen dieper dan 30 cm;
  • d. diepploegen dieper dan 30 cm;
  • e. het aanleggen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • f. het planten van hoogopgaande bomen en/of houtopstanden die dieper (kunnen) wortelen dan 30 cm;
  • g. het permanent opslaan van goederen, waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • h. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • i. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.
5.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 5.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
5.4.3 Afwegingskader

Een in 5.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. het behoud van een veilige ligging van de transportleiding en de continuïteit van de functie van de leiding zijn gewaarborgd;
  • b. met het oog op een zorgvuldige afweging door Burgemeester en wethouders advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
5.4.4 Strafregel

Overtreding van het verbod in 5.4.1 is een strafbaar feit.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, na beëindiging van het gebruik van (een deel van) de gasleiding, het plan zodanig wijzigen dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' (al dan niet gedeeltelijk) wordt verwijderd, waardoor de betreffende gronden niet meer voor 'Leiding – Gas' zijn aangewezen en de regels van deze dubbelbestemming derhalve niet meer gelden voor deze gronden.