In deze regels wordt verstaan onder:
1. plan:
het projectbesluit Dassencompensatie Well - Aijen van de gemeente Bergen .
2. projectbesluit:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0893.PB10023MWONGBUI-VA02 met de bijbehorende regels.
3. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
4. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
5. archeologische waarden:
cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigt.
6. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7. bestaande situatie:
t.a.v. bouwwerken:
een bouwwerk, dat:
I.op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan bestaat of in uitvoering is;
II.na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvrage voor dat tijdstip is ingediend.
t.a.v. gebruik:
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.
8. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
9. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
10. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
11. extensief recreatief medegebruik:
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
12. extensieve recreatie:
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
13. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
14. kampeermiddel:
- een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
- enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een stacaravan valt hier niet onder.
15. landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet levende natuur.
16. natuurwaarden of ecologische waarden:
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren.
17. natuurwaarde:
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologisch, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
18. onderkomens:
voor verblijf geschikte - al dan niet aan de bestemming onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten.
19. peil:
a.voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang tenzij in deze regels anders bepaald;
b.in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld tenzij in deze regels anders bepaald.
20. recreatief medegebruik:
die vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik in principe ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik.
21. seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-masagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
22. stedenbouwkundige waarde/kwaliteit:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met stedenbouwkundige elementen, zoals situatie en infrastructuur, alsmede de ligging van bouwwerken in dat gebied.
23. werk:
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.