8.2 Afwijken ten behoeve van mantelzorg
8.2.1 Toetsingskader voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de in artikel 7.1 genoemde gebruiksregels middels een persoonsgebonden omgevingsvergunning en daarmee een tijdelijk gebruik van bijgebouwen behorende bij woningen als afhankelijke woonruimte toestaan, indien:
-
a. er aantoonbaar behoefte is aan mantelzorg. De behoefte blijkt uit een indicatiestelling voor mantelzorg;
-
b. er geen belangen van omwonenden en nabij gelegen bedrijven door worden geschaad;
-
c. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende (bebouwings-)regeling voor bijgebouwen wordt ingepast, met een maximale oppervlakte van 80 m2;
-
d. parkeren vindt op eigen erf plaats;
-
e. de woonruimte voldoet aan de eisen voor 'een levensloopbestendig gebouw'. Een levensloopbestendig gebouw betekent dat de diverse (woon)ruimtes met de rolstoel toegankelijk dienen te zijn. Dit betekent o.a.:
-
1. een gelijkvloerse woning;
-
2. zonder drempels en obstakels;
-
3. dat het gebruik van toilet en badkamer mogelijk is zonder beperkingen.
8.2.2 Voldoen aan voorwaarden gesteld in omgevingsvergunning
De verleende omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan geldt alleen wanneer er een mantelzorgbehoefte zich voordoet. Wanneer dit niet (meer) het geval is, is het gebruik niet conform de voorwaarden van de omgevingsvergunning. Er wordt dan namelijk niet meer voldaan aan de voorwaarden gesteld in artikel 8.2.1. De situatie is in dat geval in strijd met het bestemmingsplan.
8.2.3 Toepassing
-
a. De afwijking gesteld in artikel 8.2.1 is alleen van toepassing voor het betreffende perceel waar de mantelzorgbehoevende huisvesting vindt.
-
b. De afwijking gesteld in artikel 8.2.1 is van toepassing voor de betreffende mantelzorgverlener die zorg geeft aan de mantelzorgbehoevende.
-
c. De afwijking gesteld in artikel 8.2.1 is van toepassing voor de betreffende mantelzorgbehoevende die zorg ontvangt van de mantelzorgverlener.
8.2.4 Meldingsplicht
Binnen 1 maand na het vervallen van de noodzaak tot mantelzorg door verhuizing of overlijden van de zorgbehoevende, wordt hiervan schriftelijk melding gedaan aan de gemeente. De omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, verleend voor de mantelzorgontvanger, zal vanaf dat moment niet meer geldig zijn.