direct naar inhoud van Artikel 30 Algemene aanduidingsregels
Plan: Well
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0893.BP11006WELWEL-OH01

Artikel 30 Algemene aanduidingsregels

30.1 veiligheidszone - lpg
30.1.1 Bouwregels

Op de gronden mogen volgens de regels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits deze niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Uitgezonderd hiervan zijn kwetsbare objecten en/of beperkt kwetsbare objecten die behoren tot de inrichting waartoe ook het vulpunt lpg behoort.

30.1.2 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veiligheidsrisico van de kwetsbare objecten en/of beperkt kwetsbare objecten, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 30.1.1, voor de bouw van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming indien die bouwwerken als kwetsbare objecten en/of beperkt kwetsbare objecten kunnen worden aangemerkt in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, mits aangetoond wordt dat deze objecten voldoen aan de normen van plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR).

30.2 vrijwaringszone - dijk
30.2.1 Bouwregels

Ter bescherming van de naastgelegen waterkering mag, in afwijking van het bepaalde bij de onderliggende bestemmingen, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de waterkering.

30.2.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.2.1 en toestaan dat in de onderliggende bestemming bouwwerken worden gebouwd, mits:

  • a. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van het bouwwerk dat het veilig functioneren van de dijk gewaarborgd blijft;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van het dijklichaam.

30.3 vrijwaringszone - vaarweg

Ter bescherming van de vaarweg mag, in afwijking van het bepaalde bij de onderliggende bestemmingen, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' alleen worden gebouwd indien Rijkswaterstaat is gehoord en er geen belemmeringen zijn voor:

  • a. de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en diepte;
  • b. de zichtlijnen van de bemanning en de op het schip aanwezige navigatieapparatuur voor de scheepvaart;
  • c. het contact van de scheepvaart met bedienings- en begeleidingsobjecten;
  • d. de toegankelijkheid van de rijksvaarweg voor hulpdiensten, en
  • e. het uitvoeren van beheer en onderhoud van de rijksvaarweg.

30.4 wro-zone - wijzigingsgebied 1

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding "Wro-zone – wijzigingsgebied 1" de bestemming wijzigen zodat een bouwrecht ontstaat, onder de volgende voorwaarden:

  • a. het aantal woningen ter plaatse maximaal acht mag bedragen;
  • b. een goed woonmilieu gegarandeer is;
  • c. de regels zoals bedoeld in artikel 16.2 in acht worden genomen;
  • d. het gebruik voor woondoeleinden vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat:
    • 1. uit een akoestisch onderzoek moet blijken dat de geluidsbelasting aan de gevel niet meer bedraagt dan 48 dB;
    • 2. dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem;
    • 3. dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de flora en fauna;
    • 4. is gebleken dat het waterhuishoudkundig belang voldoende in acht wordt genomen;
  • e. het gebruik als woondoeleinden de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast.