Plan: | Mosaïque-Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0893.BP10021MOSACNBG-VA01 |
Toetsingskader
In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan plan-mer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit milieueffectrapportage drempelwaarden opgenomen. Volgens de memorie van toelichting (Stb. 2011, 102) wordt hiermee aan het bevoegd gezag een handvat geboden, namelijk de indicatie dat indien de activiteit beneden de drempel ligt, er waarschijnlijk geen sprake kan zijn van aanzienlijke milieugevolgen. Het bevoegd gezag zal zich er echter nog van moeten vergewissen of de activiteit daadwerkelijk geen aanzienlijke milieugevolgen kan hebben, waarbij het in het bijzonder moet nagaan of sprake is van de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen:
Onderzoek
Kenmerken van het project
De voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied zouden kunnen worden aangemerkt als een stedelijk ontwikkelingstraject conform categorie D11.1 uit de D-lijst in de bijlage bij het Besluit m.e.r. De drempelwaarden in kolom 2 zijn:
1°. een oppervlakte van 100 hectare, of;
2°. een aaneengesloten gebied en 2000 woningen, of:
3°. een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2.
Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 5 hectare en maakt de ontwikkeling mogelijk van maximaal 25 woningen. Verder voorziet het plan in een geringe uitbreiding van het bedrijfsoppervlak, te weten de oppervlakte van de detailhandelbedrijven. In relatie met de aanpassing van de N271 en de aanleg van de ovatonde heeft het plan een verhoging van de geluidbelasting op de gevels van enkele woningen tot gevolg. Voor woningen aan de Sint Petrusstraat, het Raadhuisplein, de Pieter Breughelstraat en de Albert Cuypstraat bedraat de toename 6 tot 8,3 dB. Dit is een potentieel aanzienlijk effect. Er zijn geen overige kenmerken van het project die met het oog op mogelijke belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu moeten worden beschouwd.
Kenmerken van het potentiële effect
Het potentieel aanzienlijke effect van de verhoging van de geluidbelasting heeft betrekking op een relatief klein gebied. Er is geen sprake van een dichtbevolkt gebied. Slechts een klein deel van de bevolking wordt door het effect geraakt. Het effect is niet grensoverschrijdend. De geluidsbelasting bedraagt meer dan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder maar minder dan de hogere waarde die volgens de Wet geluidhinder verleend kan worden of verleend zou kunnen worden indien de getroffen woningen zouden liggen in de zone van een weg.
Plaats van het project
Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen belangrijke wijziging van het grondgebruik mogelijk waarvan de gevolgen moeten worden beoordeeld met het oog op de kwetsbaarheid van het milieu. De ontwikkelingen vinden plaats in bestaand stedelijk gebied. Er is geen sprake van een bijzondere mate van kwetsbaarheid van het milieu in het plangebied en de omgeving waardoor er sprake zou kunnen zijn van effecten op de kwaliteit en het regeneratievermogen van natuurlijke hulpbronnen. In het plangebied en de directe omgeving komen geen type gebieden voor genoemd in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Er is geen sprake van een mogelijke aantasting van beschermde waarden van kwetsbare gebieden
Conclusie
De mogelijke effecten op het milieu zijn in voorgaande paragrafen onderzocht. Uit de onderzoeken blijkt dat er geen sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, er zijn ook geen maatregelen nodig om nadelige gevolgen ten mitigeren danwel te compenseren. Voor dit bestemmingsplan is dan ook geen mer-procedure of mer-beoordelingsprocedure noodzakelijk conform het Besluit m.e.r.