direct naar inhoud van Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Kern Spaubeek, herziening 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPSPAUBEEK13-VA01

Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor:

  • a. het behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende cultuurhistorische elementen als karakteristieke, beeldbepalende en beeldondersteunende panden en/of gevels, zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels;
  • b. te behouden karakteristieke binnenplaatsen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristieke binnenplaats';
  • c. voor een Rijksmonument, zoals aangewezen in de Monumentenwet 1988, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument'.

20.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristieke binnenplaats' mag niet worden gebouwd.

20.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
20.3.1 Algemeen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning op de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie', de karakteristieke, beeldbepalende en beeldondersteunende panden en/ of gevels geheel of gedeeltelijk te slopen waarbij opgemerkt wordt dat:

  • a. het aantasten of vernietigen van cultuurhistorische elementen van cultuurhistorische waardevolle bouwwerken gelijk wordt gesteld met het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken.

20.3.2 Uitzondering op verbod

Het in artikel 20.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerking treden van dit bestemmingsplan;
  • b. waarvoor ten tijde van het inwerking treden van dit bestemmingsplan reeds een omgevingsvergunning is verleend;
  • c. welke voortvloeien uit bouwactiviteiten waarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

20.3.3 Afwegingskader

De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.3.1 kan worden verleend:

  • a. indien uit een cultuur-/bouwhistorisch projectonderzoek blijkt, dat de cultuurhistorische waarden niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord, casu quo worden behouden, versterkt en/of ontwikkeld;
  • b. indien uit een onderzoek als genoemd onder a blijkt dat de aanwezige waarden worden verstoord dan wel vernietigd, maar:
    • 1. wordt gemotiveerd hoe men vanuit die waarden nieuwe ontwikkelingen realiseert die binnen de karakteristiek als gebleken uit het cultuurhistorische basisonderzoek passen;
    • 2. documentatie plaatsvindt van de te slopen waarden;
    • 3. voor bijzondere materiĆ«le relicten een duurzaam toekomstperspectief ex situ wordt gewaarborgd.
  • c. bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het geheel of gedeeltelijk slopen dient een bouwhistorisch onderzoek te worden overgelegd;
  • d. over het verzoek om een omgevingsvergunning dient de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit om advies te worden gevraagd.