direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum - 1
Plan: Kern Beek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPKERNBEEK10-VA01

Artikel 5 Centrum - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. kantoor met een bedrijfsvloeroppervlakte inclusief bijgebouwen kleiner dan of gelijk aan 150 m²;
  • c. aan huis gebonden beroepen ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" met inachtneming van het bepaalde in 5.5.2 onder a;
  • d. aan huis gebonden bedrijven met een bedrijfsvloeroppervlakte inclusief bijgebouwen kleiner dan of gelijk aan 60 m²;
  • e. bedrijven met een bedrijfsvloeroppervlakte inclusief bijgebouwen kleiner dan of gelijk aan 100 m²;
  • f. horeca, niet zijnde een discotheek/dancing, seks- en/of pornobedrijf respectievelijk automatenhal/speelhal, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - speelhal" een automatenhal/speelhal is toegestaan;
  • g. maatschappelijk;
  • h. wonen, met dien verstande dat;
    • 1. wonen op de begane grond niet is toegestaan, tenzij ter plaatse de aanduiding "wonen" staat vermeld;
    • 2. het aantal woningen niet mag worden uitgebreid;
  • i. verkeer in de vorm van ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden ter ontsluiting en ter aansluiting op het (hoofd)wegennet;
  • j. parkeren;
  • k. groen;
  • l. bouwwerken van openbaar nut;

alsmede voor:

  • m. kantoren met een bedrijfsvloeroppervlakte inclusief bijgebouwen groter dan 150 m² uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "kantoor", met dien verstande dat indien deze afwijkende functie, gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 jaren niet wordt uitgeoefend, zij ter plaatse niet meer mag worden voortgezet.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Centrum - 1' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
  • b. Bebouwing, welke hetzij bestaat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, hetzij wordt of kan worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning en die afwijkt van één of meer van de in (afzonderlijke) bepalingen voorgeschreven situering, maatvoering en/of aantal(len), wordt geacht te voldoen aan de regels van dit plan;
  • c. Geen nieuwbouw mag worden opgericht met uitzondering van vervangende nieuwbouw ter plaatse van bestaande bebouwing en met inachtneming van de in dit artikel gegeven regels.
5.2.2 Hoofdgebouwen

Regels met betrekking tot hoofdgebouwen:

  • a. het aantal bouwlagen ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" binnen de bestemming Centrum - 1 mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal bouwlagen"; daar waar op de verbeelding geen maximaal aantal bouwlagen is aangegeven, mogen geen gebouwen worden opgericht, met uitzondering van ondergeschikte gebouwen ten behoeve van openbaar nut;
  • b. de bestaande bebouwing niet mag worden uitgebreid, met uitzondering van uitbreiding tot het maximaal aantal bouwlagen per bouwvlak, zoals weergegeven ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal bouwlagen";
  • c. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde perceelsgrens gebouwd te worden.

5.2.3 Bijgebouwen

Regels met betrekking tot bijgebouwen:

  • a. bijgebouwen zijn toegestaan met dien verstande dat:
    • 1. bijgebouwen uitsluitend binnen het hoofdbouwvlak en bijgebouwenvlak mogen worden opgericht;
    • 2. de oppervlakte van de bijgebouwen per grondgebonden respectievelijk gestapelde woning maximaal 100 m² resp. 20 m² mag bedragen, met dien verstande dat niet meer dan 40% van het erf per bouwperceel mag worden bebouwd;
    • 3. de oppervlakte van de bijgebouwen maximaal 100 m² mag bedragen;
    • 4. de goothoogte maximaal 3,00 m mag bedragen;
    • 5. de bouwhoogte maximaal 5,00 m mag bedragen.

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2,00 m bedragen, met uitzondering van de bouwhoogte van erfafscheidingen gelegen tussen de weg en enige gevel van een gebouw dat maximaal 1,00 m hoog mag zijn;
  • b. de bouwhoogte van voorzieningen voor de openbare verlichting mag maximaal 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van antennes en antennemasten mag maximaal 12,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3,00 m bedragen.

5.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de
    afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. de externe veiligheid;
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
  • c. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 30.1 van toepassing.

5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 onder b voor de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw met maximaal 15% van de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaande inhoud, met dien verstande dat als het woningen betreft de inhoud maximaal 1.000 m³ voor een grondgebonden woning en maximaal 600 m³ voor een gestapelde woning mag bedragen en de afstand tussen de voor- en achtergevel van een woning maximaal 20,00 m mag bedragen.

5.4.2 Afwegingskader

De omgevingsvergunning als bedoeld in 5.4.1 wordt slechts verleend indien:

  • a. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. op de begane grond geen woonfunctie wordt gerealiseerd;
  • c. er geen onevenredig nadelige gevolgen voor het centrummilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  • d. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
  • e. aan het stedebouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro, wordt in
ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 5.1, alsmede het gebruik ten behoeve van (straat)prostitutie.

5.5.2 Toegestaan gebruik
  • a. Aan huis gebonden beroepen zijn uitsluitend toegestaan onder de voorwaarden dat:
    • 1. in de woning in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft;
    • 2. aan het woonkarakter in de omgeving geen afbreuk wordt gedaan;
    • 3. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beÏnvloed;
    • 4. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan.
  • b. De functies detailhandel, horeca, automatenhal/spelhal, aan huis gebonden bedrijven, bedrijf, maatschappelijk en kantoor zijn alleen op de begane grond toegestaan.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 5.1 sub c. voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep buiten de aanduiding "bouwvlak", met dien verstande dat maximaal 35 m² van de oppervlakte van deze gebouwen als zodanig mag worden gebruikt;
  • b. artikel 5.1 sub d. voor aan huis gebonden bedrijf respectievelijk bedrijfsdoeleinden tot maximaal 100 m² respectievelijk 150 m².

5.6.2 Afwegingskader

De omgevingsvergunning als bedoeld in 5.6.1 wordt slechts verleend indien:

  • a. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. op de begane grond geen woonfunctie wordt gerealiseerd;
  • c. er geen onevenredig nadelige gevolgen voor het centrummilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  • d. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
  • e. aan het stedebouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan.