direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Kern Beek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPKERNBEEK10-VA01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. doeleinden ten behoeve van onderwijs, openbaar bestuur, religieuze functies, overdekte sport- en spelaccomodaties, medische-sociale functies, maatschappelijke en culturele functies, met dien verstande dat seksinrichtingen en/of pornobedrijven hier in ieder geval niet onder vallen;
  • b. brug, ter plaatse van de aanduiding "brug";
  • c. kantoor, ter plaatse van de aanduiding "kantoor";
  • d. parkeren;
  • e. groen;
  • f. bouwwerken van openbaar nut;

alsmede voor:

  • g. begraafplaats ter plaatse van de aanduiding "begraafplaats".
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. gebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • b. Bebouwing, welke hetzij bestaat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, hetzij wordt of kan worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning en die afwijkt van één of meer van de in (afzonderlijke) bepalingen voorgeschreven situering, maatvoering en/of aantal(len), wordt geacht te voldoen aan de regels van dit plan.
  • c. Geen nieuwbouw mag worden opgericht met uitzondering van vervangende nieuwbouw ter plaatse van bestaande bebouwing en met inachtneming van de in dit artikel gegeven regels.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding "begraafplaats" zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen toegestaan.
10.2.2 Gebouwen

Regels met betrekking tot gebouwen:

  • a. situering ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
  • b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduding "maximale goot- en bouwhoogte".
10.2.3 Bijgebouwen

Regels met betrekking tot bijgebouwen:

  • a. bijgebouwen uitsluitend binnen het hoofdbouwvlak en bijgebouwenvlak mogen worden opgericht;
  • b. de oppervlakte van de bijgebouwen per grondgebonden woning mag maximaal 100 m² bedragen, met dien verstande dat niet meer dan 50 % van het erf per bouwperceel mag worden bebouwd;
  • c. de goothoogte maximaal 3,00 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte maximaal 5,00 m mag bedragen.
  • e. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te
    passen.
10.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouw zijnde:

  • a. bouwhoogte mag maximaal 3,00 m. bedragen, met dien verstande
    dat de bouwhoogte van erfafscheidingen tussen de weg en enige gevel van een
    gebouw maximaal 1,00 m. mag bedragen;
  • b. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te
    passen.
10.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de
    afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. de externe veiligheid;
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering respectievelijk waarborging van de ruimtelijke- en stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
  • c. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 30.1 van toepassing.

10.4 Gebruikregels
10.4.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro, wordt in
ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 9.1, alsmede het gebruik ten behoeve van (straat)prostitutie.