Plan: | Beeker Hoek, herziening 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0888.BPBEEKERHOEK09-VA01 |
Voor het bestemmingsplan Beeker Hoek, herziening 2009 is, aansluitend bij de gemeentelijke systematiek, gekozen voor bestemmingen die in het gebruik van het plan door burgers en gemeente waar nodig en binnen duidelijke kaders een zekere mate van flexibiliteit bieden, waardoor de aan het plan te verbinden rechtszekerheid niet in het geding komt. De kaders worden bepaald door onder andere de in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) genoemde onderdelen waarin een bestemmingsplan dient te worden vervat:
Op de verbeelding zijn de bestemmingen in het plangebied weergegeven. Deze bestemmingen zijn gerelateerd aan de in de planregels opgenomen juridische regeling.
Hierin is het gebruik van de binnen het plangebied aangegeven gronden, opstallen en ander gebruik van de gronden juridisch geregeld. Per bestemming zijn doelen of doeleinden aangegeven.
In de bestemmingsomschrijving wordt beschreven op welke wijze deze doelen of doeleinden worden nagestreefd (artikel 3.1.3 Bro).
In de toelichting worden de aan het plan ten grondslag liggende gedachten en de uitkomsten van het in artikel 3.1.6 van het Bro genoemde onderzoek (bestaande toestand en gewenste ontwikkelingen) opgenomen. Daarnaast dienen de uitkomsten van het vooroverleg deel uit te maken van de toelichting.
In de toelichting wordt een en ander op de volgende wijze omschreven. Hoofdstuk 2 beschrijft de beleidsvisies die er op de verschillende overheidsniveaus bestaan ten aanzien van het plangebied (planologisch kader). Het plangebied wordt geanalyseerd, zowel voor wat betreft ruimtelijk-stedelijke structuur, als voor wat betreft de aanwezige functies, de onderlinge samenhang daartussen en welke milieutechnische en civieltechnische randvoorwaarden er in het plangebied gelden (hoofdstuk 3). Hoofdstuk 4 geeft de planvorming weer alsmede de juridische regeling. In hoofdstuk 5 wordt aangegeven of het plan economisch en maatschappelijk uitvoerbaar wordt geacht. Ook worden in dit hoofdstuk de opmerkingen uit het vooroverleg, waaronder het advies van de provincie ten aanzien van het plan weergegeven en de wijze waarop de gemeente deze in het plan heeft verwerkt.