4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Algemeen
Het is verboden op of in de tot 'Agrarisch met waarden - Landschap' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van waterlopen;
-
c. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven; het ophogen; egaliseren; het verwijderen van graften;
-
d. het blijvend scheuren van grasland;
-
e. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
-
f. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders;
-
g. het vellen- en of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben;
-
h. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan niet als bos konden worden aangemerkt.
4.5.2 Uitzonderingen op verbod
Het onder 4.5.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
-
a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
-
b. werken of werkzaamheden van ongeschikte betekenis;
-
c. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, zulks met uitzondering van het blijvend scheuren van grasland;
-
d. werken en werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, afwijking of anderszins kunnen worden uitgevoerd;
-
e. voor zover de Boswet of krachtens die Wet gestelde voorschriften van toepassing zijn;
-
f. voor fruitbomen en bij boomgaarden behorende windsingels;
-
g. voor het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;
-
h. voor het periodiek kappen van griendhout en ander hakhout voor zover betreffende de normale uitoefening van het op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan bestaande bodemgebruik;
-
i. voor werken en werkzaamheden waarop de verordening op ontgrondingen in Limburg van toepassing is;
-
j. de in 4.5.1 genoemde werken of werkzaamheden die worden uitgevoerd in een beschermd natuurmonument in de zin van de Natuurbeschermingswet en handelingen opleveren waarvoor ingevolge artikel 12 van die Wet een vergunning van de Minister van Landbouw, Natuur en Visserij is vereist, dan wel handelingen welke zijn voorzien in een beheersplan, als bedoeld in artikel 14 van die Wet.
4.5.3 Afwegingskader
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 4.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect, te verwachten gevolgen de in lid 1 van dit artikel genoemde waarden dan wel de agrarische gebruikswaarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van genoemde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
4.5.4 Strafregel
Overtreding van het bepaalde onder lid 4.5.1 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wet op de economische delicten.