direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Woongebieden Zundert
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0879.BPwoongebzundert-VS01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijven;
  • b. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat maximaal 1 bedrijfswoning is toegestaan;
  • c. extensief recreatief medegebruik.
3.2 Bouwregels

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen en overkappingen, waaronder silo's en ten hoogste één teeltondersteunende kas, mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. het bebouwingspercentage bedraagt 100%.
3.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bedrijfswoning, aanbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning, inclusief aanbouwen en bijgebouwen, mag maximaal 750 m3 bedragen;
  • d. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw mag maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 5 meter bedragen;
  • e. de goothoogte van aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag maximaal de bouwhoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 meter bedragen;
  • f. de bouwhoogte van aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag maximaal 5 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van het hoofdgebouw niet wordt overschreden;
  • g. de bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen gelegen in de zijdelingse perceelsgrens bedraagt tot een afstand van 2 meter vanaf de zijdelingse perceelsgrens maximaal 3 meter en voor het overige maximaal 5 meter, waarbij het hoogteverschil overbrugd dient te worden door gebruikmaking van een schuin dakvlak met een dakhelling van maximaal 45 graden, met dien verstande dat de bouwhoogte van het hoofdgebouw niet wordt overschreden.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, geldt dat de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen, met uitzondering van silo's. Silo's zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 8 meter.

3.3 Nadere eisen

Ter uitvoering van de bestemmingsomschrijving in 3.1 zijn burgemeester en wethouders bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, met in achtneming van het bepaalde in 3.2, bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

mits deze eisen blijven binnen de in het plan neergelegde begrenzingen en indien zulks noodzakelijk is in verband met:

  • 1. de landschappelijke inpasbaarheid;
  • 2. de verkeers-, sociale- en brandveiligheid;
  • 3. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.