Plan: | Parc Patersven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0879.BPparcpatersven-VS01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Parc Patersven' met identificatienummer NL.IMRO.0879.BPparcpatersven-VS01 van de gemeente Zundert;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de grens van een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor een zelfstandig en onder eigen naam uitoefenen van een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied door een daarvoor specifiek opgeleid persoon en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie, kunnen worden uitgeoefend;
het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard met als doel daaruit hoofd- of neveninkomsten te betrekken, waarbij geen sprake is van een zich als specifiek opgeleid persoon naar buiten presenterende beroepsoefenaar en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie, kunnen worden uitgeoefend;
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant van het hoofdgebouw;
een (gedeelte van een) bij een (bedrijfs)woning behorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de (bedrijfs)woning en dient voor de huisvesting van een gedeelte van een huishouden uit een oogpunt van mantelzorg;
een voorziening ten behoeve van openbaar nut inhoudende een centrale plaats voor uitsluitend de (onder- en/of bovengrondse) inzameling van huishoudelijk afval;
een door burgemeester en wethouders aangewezen onafhankelijke en als zodanig geregistreerde deskundige op het gebied van archeologisch onderzoek;
een terrein zoals bedoeld in artikel 1 onder c van de Monumentenwet;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande gebouwen;
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten daaronder niet begrepen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
ten aanzien van bouwwerken:
een bouwwerk dat:
ten aanzien van gebruik:
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bewoning door eenzelfde persoon of groep van personen, terwijl elders niet daadwerkelijk over een hoofdverblijf wordt beschikt. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uurs begeleiding);
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. De bouwpercelen binnen de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie zijn op de verbeelding aangeduid met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwperceel';
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een gebouw ten behoeve van recreatief verblijf en dat niet is bedoeld voor bewoning, tenzij in hoofdstuk 2 en 3 van deze planregels anders is bepaald;
centrale voorzieningen ten behoeve van het Parc, zoals een receptie, kantoor, tennisbaan, zwembad en speelterrein;
afgedekte gronden ten behoeve van de bovengrondse teelt van planten in containers;
de als zodanig aangeduide waarden opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW), alsmede gemeentelijke- en rijksmonumenten en de in bestemmingsplannen aangeduide beeldbepalende panden;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw, c.q. bouwwerk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel in auto's, boten, caravans, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en woninginrichting waaronder meubels;
doeleinden ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover dit plan een dergelijke inrichting niet verbiedt;
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving en die nauwelijks of geen invloed heeft op de gegeven bestemmingen;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, instellingen dan wel aan die personen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming of instelling bedrijfsmatig aanwenden;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een gebouw waarin een persoon feitelijk woont. Daarvan is in ieder geval sprake als de plaats die fungeert als het centrum van sociale en/of maatschappelijke activiteiten van betrokkene(n);
een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, een en ander gepaard gaande met dienstverlening. Tot de hieronder genoemde begrippen Horeca 1 tot en met Horeca 5 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:
Horeca 1 (winkelgebonden daghoreca)
Vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm en openingstijden aansluiten bij winkelvoorzieningen en waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren en/of alcoholische en niet-alcoholische dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen of slechts in lichte mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms.
Horeca 2 (maaltijd- en logiesverstrekkers)
Vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt, zoals restaurants, bistro's, grand cafés, hotels en pensions.
Horeca 3 (spijsverstrekkers)
Vormen van horeca-activiteiten die primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren voor nuttiging al dan niet ter plaatse alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans in enige mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafetaria's, automatieken en afhaalhoreca.
Horeca 4 (drankverstrekkers)
Vormen van horeca-activiteiten die primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken voor gebruik ter plaatse van alcoholische en niet-alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans een lichte aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafés en bar.
Horeca 5 (zware horeca)
Vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig gelegenheid bieden van dansen op elektrisch versterkte muziek alsmede op het ter plaatse nuttigen van alcoholische en niet-alcoholische dranken en kleine etenswaren, en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengen, zoals discotheken, nachtclubs en dancings;
de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder begrepen:
gebruikswaarde, belevingswaarde, en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
milieucategorie zoals omschreven in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering Den Haag, 2009;
overkoepelend begrip voor milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en dergelijke aan welke bijbehorende wettelijke kaders dient te worden getoetst, onder andere zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel;
het opbrengen van grond elders op de bestaande toplaag;
een onoverdekt terrein bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden;
teeltondersteunende voorziening die voor onbepaalde tijd wordt gebruikt, niet zijnde een kas;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een bedrijf dat het bedrijfsmatig verstrekken van verblijfs- of dagrecreatie tot doel heeft;
een gebouw ten behoeve van recreatief verblijf en dat niet is bedoeld voor bewoning;
een woning ten behoeve van tijdelijk recreatief verblijf en niet bedoeld is voor bewoning;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de ruimte;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
de Staat van bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;
een caravan of enig ander onderkomen ten behoeve van verblijfsrecreatie, welke voldoet aan de volgende kenmerken:
ondersteunende voorzieningen die een onderdeel zijn van de vollegronds bedrijfsvoering van een (vollegronds)teeltbedrijf;
het tijdelijk, gedurende maximaal 6 maanden per jaar (afhankelijk van de teelt), bouwen en/of aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen;
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten het hoofdverblijf, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie of kennissen;
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw;
langs de wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing: de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft;
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;
voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang en dergelijke, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer, waterinfiltratie en waterberging; bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
een werkzaamheid of constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
een (gedeelte van een) gebouw, dat bestaat uit een complex van ruimten uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden;
vrijstaande woning
een woning, waarbij het hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken, geen gemeenschappelijke wand heeft met een naastgelegen hoofdgebouw dan wel daar bijbehorende bouwwerken;
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt;
de periode van 1 mei tot 1 oktober.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de kortste afstand tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en bestaande grenzen niet meer bedraagt dan 1 meter.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, die ten dienste staan van de bestemming, waarbij de volgende regels gelden:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen teeltondersteunende voorzieningen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de situering en afmeting van bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.3 onder a voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde een erf- of perceelsafscheiding, met een hogere bouwhoogte, tot maximaal 6 meter, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.3 onder c voor de realisatie van een hobbymatige paardenbak, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Onder gebruik in overeenstemming met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen die niet als bouwwerk zijn aan te merken, niet hoger dan 50 cm.
De voor ''Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en verhardingen.
Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming en wel:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een woning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, geldt dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Ter uitvoering van de bestemmingsomschrijving in 4.1 is het bevoegd gezag bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, met inachtneming van het bepaalde in 4.2, bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van terreinafscheiding/omheining van het Parc met een maximale bouwhoogte van 2 meter.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De in artikel 5.4.1 genoemde werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct of indirect te verwachten gevolgen, de landschappelijke waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik van gronden voor:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De in artikel 6.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken en/ of werkzaamheden danwel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de waarden van deze gronden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, tuinen, erven, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen en verhardingen, met dien verstande dat moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming en wel:
Voor het bouwen van gebouwen in de vorm van bungalows en chalets en het plaatsen van stacaravans gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, geldt dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de situering en afmeting van bebouwing ten behoeve van:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Bestaande chalets en bungalows mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bewoning' overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.1 onder d worden gebruikt onder de voorwaarde dat uiterlijk binnen vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan de aanleg en instandhouding van de bluswatervoorzieningen conform het brandweeradvies in bijlage 2 is geborgd, teneinde te komen tot een goed woon- en leefklimaat.
Bestaande chalets en bungalows mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bewoning' overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.1 onder d worden gebruikt onder de voorwaarde dat uiterlijk binnen vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan de verbreding en instandhouding van de Kleine Heistraat conform de tekening in bijlage 3 is geborgd, teneinde te komen tot een goed woon- en leefklimaat.
Bestaande chalets en bungalows mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bewoning' overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.1 onder d worden gebruikt onder de voorwaarde dat uiterlijk binnen vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan de aanleg en instandhouding van een erfafscheiding ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - erfafscheiding' is geborgd en in stand wordt gehouden, teneinde te komen tot een goed woon- en leefklimaat van de woning aan de Wernhoutseweg 182. Deze erfafscheiding dient over een lengte van 180 meter met een hoogte van 2 meter gebouwd te worden.
Bestaande chalets en bungalows mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bewoning' overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.1 onder d worden gebruikt onder de voorwaarde dat uiterlijk binnen vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan de aanleg en instandhouding van de kwaliteitsverbetering van het landschap conform de tekening zoals zijn opgenomen in bijlage 4 is geborgd, teneinde te komen tot een goed woon- en leefklimaat.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen, zoals een kiosk, abri, telefooncel of nutsgebouw gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
voor het bouwen van palen, masten en portalen met een grotere hoogte tot maximaal 15 m, mits hierdoor het stedenbouwkundige beeld en de verkeersveiligheid niet worden aangetast;
voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte tot maximaal 6 m, mits hierdoor het stedenbouwkundige beeld en de verkeersveiligheid niet worden aangetast.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen.
Op of in de voor 'Water' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, zoals bruggen, dammen en steigers, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en groenvoorzieningen.
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming en wel:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij woningen gelden de volgende regels:
Ter uitvoering van de bestemmingsbeschrijving in artikel 10.1 zijn burgemeester en wethouders bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, met in achtneming van het bepaalde in artikel 10.2, bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.3 teneinde extra bebouwing toe te staan in de vorm van woonunits ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning gebleken noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.4 voor de realisatie van een hobbymatige paardenbak, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.5 onder c, teneinde beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde artikel 10.5 onder c en bedrijfsmatige nevenactiviteiten in de vorm van een bed & breakfast worden toegestaan bij een woning, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.5 onder b en worden toegestaan dat een bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, onder de voorwaarde dat:
De omgevingsvergunning vervalt, indien de bij het verlenen van deze omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels inzake situering van bouwwerken als bedoeld in Hoofdstuk 2 van dit bestemmingsplan gelden, voor zover van toepassing, ook in geval van ondergronds bouwen en met dien verstande dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorisch vlak' zijn mede bestemd voor behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 13.1.2 sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 13.1.2 sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien aangetoond is dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden.
Bij een omgevingsvergunning kan, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken, en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen, om overeenkomstig artikel 3.6, lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de op de verbeelding ingetekende bestemmingsgrenzen met maximaal 15 meter te verschuiven, ten behoeve van een verbeterde plaatsing van bouwwerken of de aanleg van verhardingen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen, om overeenkomstig artikel 3.6, lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de aanduiding 'ontsluiting' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' op de verbeelding op te nemen, met dien verstande dat:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Parc Patersven'.