Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Buitengebied Zundert
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0879.BPBuitengebied-VS02

Artikel 14 Maatschappelijk

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor
'Maatschappelijk'
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, cultuur, lichamelijke en geestelijke volksgezondheid;
  2. begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding
    'begraafplaats'
    ;
  3. een abdij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - abdij', bestemd voor maatschappelijke en religieuze doeleinden, een agrarisch bedrijf, een houtbewerkingsbedrijf, recreatieve doeleinden die (in)direct verband houden met religie en verkoop van religieuze artikelen en abdijproducten;
  4. een dierenopvang met ondergeschikte detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding
    'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenopvang'
    ;
  5. een kinderopvang, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding
    'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang'
    ;
  6. een brandweerkazerne, uitsluitend ter plaate van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - brandweerkazerne';
  7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-zorg' uitsluitend voor een maatschappelijke voorziening zonder overnachtingen; 
  8. ter plaatse van de aanduiding 'congrescentrum' tevens een congrescentrum met conferentiehotel; 
  9. het behoud, de versterking en/ of het herstel van de cultuurhistorische waarde van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding
    'cultuurhistorische waarde'
    ;
  10. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  11. het behoud, het herstel en van de landschappelijke, cultuurhistorische, en natuurwaarden, waaronder in ieder geval verstaan:
    1. kleinschaligheid van het landschap,
    2. landschapselementen;
    3. begeleid natuurlijke eenheden en kleinere bos- en natuurgebieden, met tussenliggende of omringende landbouwgronden
    4. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische waarde, ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszone;
  12. een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, tuinen, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen en verhardingen met dien verstande dat moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.

14.2 Bouwregels

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming en wel;
  1. gebouwen;
  2. bedrijfswoningen;
  3. bijbehorende bouwwerken;
  4. bouwwerken geen gebouwen zijnde.  

14.2.3 Bedrijfswoningen

 
  1. per bestemmingsvlak mag ten hoogste 1 bedrijfswoning worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding
    'aantal bedrijfswoningen'
    ten hoogste het op de verbeelding aangegeven aantal bedrijfswoningen is toegestaan;
  2. ter plaatse van de aanduiding
    '-bedrijfswoning'
    is geen bedrijfswoning toegestaan;
  3. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m³;
  4. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 5 respectievelijk 9 m.
 

14.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  1. de gezamenlijke oppervlakte mag maximaal 100 m² bedragen;
  2. de inhoud van aanbouwen en uitbouwen is bepaald in artikel 14 lid 2.3 sub c;
  3. de goot- en bouwhoogte mag respectievelijk maximaal 3,5 m en 6 m bedragen;
  4. de bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van tenminste 2 m achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd.
 

14.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. erfafscheidingen, waarbij de bouwhoogte vóór de voorgevel maximaal 1 m mag bedragen en achter de voorgevel maximaal 2 m;
  2. op gronden met de aanduiding
    'specifieke vorm van maatschappelijk - abdij',
    bedraagt de bouwhoogte maximaal 10 m, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 4 m.

14.3 Nadere eisen

14.3.1 Nadere eisen

Ter uitvoering van de bestemmingsbeschrijving in artikel 14 lid 1 zijn burgemeester en wethouders bij het verlenen van omgevingsvergunningen, met in achtneming van het bepaalde in artikel 14 lid 2 bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
    1. het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving;
    2. het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek;
    3. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing;
    4. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    5. voorzieningen voor parkeren, laden en lossen op eigen terrein;
    6. de verkeersveiligheid;
    7. de milieusituatie;
    8. landschappelijke inrichting en/of positionering van de bebouwing ten behoeve van een verbeterde landschappelijke inrichting, overeenkomstig de inrichtingsprincipes en regels welke zijn opgenomen in de landschapsvisie in de bijlage bij deze planregels;
    9. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.

14.4 Specifieke gebruiksregels

 
Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor:
  1. seksinrichtingen;
  2. grow-, smart- en coffeeshops;
  3. horeca met uitzondering van ondergeschikte horeca en een conferentiehotel op gronden met de functieaanduiding 'congrescentrum';
  4. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning en/ of afhankelijke woonruimte;
  5. detailhandel met uitzondering van de gronden met de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - abdij' voor de daar genoemde detailhandelsactiviteiten en ondergeschikte detailhandel ter plaatse van de functieaanduiding ' 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenopvang' .

14.5 Wijzigingsbevoegdheid

14.5.1 Wijzigen naar Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige bedrijfswoning betreft, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:
  1. de maatschappelijke functie (inclusief de eventuele nevenactiviteiten) ter plaatse is beëindigd;
  2. het bestemmingsvlak wordt verkleind tot de voormalige bedrijfswoning met bijbehorende gebouwen en tuin;
  3. gelijktijdig vindt door de verkleining van het bestemmingsvlak de wijziging plaats van de overige gronden naar de aangrenzende bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch - AHS plus', 'Agrarisch - Boomteeltontwikkelingsgebied', 'Agrarisch - Groenblauwe mantel' of 'Agrarisch - Beekdal';
  4. de overtollige bedrijfsgebouwen dienen te worden gesloopt, waarbij:
        1. maximaal 200 m2 aan bijgebouwen behouden mag blijven;
        2.  cultuurhistorische bedrijfsgebouwen met de aanduiding 'cultuurhistorische
             waarden' mogen niet worden gesloopt;
        3. in afwijking van het bepaalde onder 1. mag maximaal één bestaand bijgebouw (constructief één geheel)
            dat groter is dan 200 m2 en maximaal 500 m2 behouden blijven, mtis er per 50 m2 dat het bestaande
            bijgebouw groter is dan 200 m2 er minimaal 250 m2 aan voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt;
        4. in afwijking van het bepaalde onder 1 en 3 kan het college besluiten om in bepaalde gevallen waar
            maatwerk gevraagd wordt, meer m2 toe te staan tot maximaal 600 m2, indien het bedrijfsgebouw
            bestaat uit één schuur of loods welke bouwkundig één geheel is en niets te slopen is tot 200 m2;
 
   e.  het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;
   f.   in afwijking van het bepaalde onder e. is splitsing toegestaan met dien verstande dat:
        1. woningsplitsing is uitsluitend toegestaan bij voormalige boerderijgebouwen met de 
            aanduiding 'cultuurhistorische waarde';
        2. de voormalige boerderij mag gesplist worden in maximaal 2 woningen;
        3. de beide woningen dienen minimaal een inhoud te hebben van 400 m3;
        4. de aanduiding 'twee aaneen' zal worden opgenomen;
  g.  indien de aanduiding 'twee aaneen' is opgenomen of indien deze aanduiding niet is opgenomen, maar ten
       tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan wel sprake was van een aaneengebouwde woning,
       wordt deze behouden, wat inhoudt dat de voormalige bedrijfswoningen niet vrijstaand mogen worden 
       gebouwd;
  h.  de woning mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en
       ontwikkkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven;
   i.  er sprake is van een milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
   j.  de bouw- en gebruiksregels zoals genoemd in artikel 22 Wonen  zijn overeenkomstig van toepassing.