Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Buitengebied Zundert
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0879.BPBuitengebied-VS02

Artikel 11 Cultuur en ontspanning

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor
'Cultuur en ontspanning'
aangewezen gronden zijn bestemd voor
a. seksinrichtingen: 
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals ondergeschikte horeca, groenvoorzieningen, water, parkeervoorzieningen en verhardingen, met dien verstande dat moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.

11.2 Bouwregels

Op de voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming en wel:
  1. bedrijfsgebouwen;
  2. bedrijfswoningen;
  3. bijbehorende bouwwerken;
  4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2.1 Algemeen

  1. per bestemmingsvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één seksinrichting toegestaan;
  2. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  3. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 30% van het bouwvlak; 
  4. de afstand tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan 15 m;
  5. de afstand tot de zijdelingse eigendomsgrenzen met derden en nieuw te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan 5 m.

11.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. de goothoogte mag niet meer dan 5 m bedragen;
  2. de bouwhoogte mag niet meer dan 9 m bedragen.

11.2.3 Bedrijfswoningen

Voor een bedrijfswoning gelden bovendien de volgende regels:
  1. per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan;
  2. ter plaatse van de aanduiding
    '-bedrijfswoning'
    is geen bedrijfswoning toegestaan;
  3. de inhoud mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
  4. de goothoogte bedraagt maximaal 5 m;
  5. de bouwhoogte bedraagt maximaal 9 m;
  6. bestaande inpandige bedrijfswoningen geïntegreerd in een bedrijfsgebouw mogen niet worden vervangen door vrijstaande bedrijfswoningen.

11.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  1. de gezamenlijke oppervlakte mag maximaal 100 m² bedragen;
  2. de inhoud van aanbouwen en uitbouwen is bepaald in artikel 11 lid 2.3 sub c ;
  3. de afstand tot een perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  4. de goot- en bouwhoogte mag respectievelijk maximaal 3,5 m en 6 m bedragen;
  5. de bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van tenminste 2 m achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd.

11.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van:
  1. erfafscheidingen, waarbij de bouwhoogte voor de voorgevel maximaal 1 m mag bedragen en achter de voorgevel maximaal 2 m;
  2. vlaggenmasten, waarbij de bouwhoogte maximaal 6 m mag bedragen.

11.3 Nadere eisen

Ter uitvoering van de doeleinden in artikel 11 lid 1 zijn burgemeester en wethouders bij het verlenen van omgevingsvergunningen, met in achtneming van het bepaalde in artikel 11 lid 2 , bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
  1. het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving;
  2. het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek;
  3. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing;
  4. de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  5. voorzieningen voor parkeren, laden en lossen op eigen terrein;
  6. de verkeersveiligheid;
  7. de milieusituatie;
  8. landschappelijke inrichting en/of positionering van de bebouwing ten behoeve van een verbeterde landschappelijke inrichting, overeenkomstig de inrichtingsprincipes en regels welke zijn opgenomen in de landschapsvisie in de bijlage bij deze planregels;
  9. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.

11.4 Afwijken van de bouwregels

11.4.1 Afwijken van de afstand tot de weg

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11 lid 2.1 sub d voor het bouwen van gebouwen op een afstand minder dan 15 m tot de as van de weg, mits hierdoor het stedenbouwkundig beeld en de verkeersveiligheid niet worden aangetast.
 

11.4.2 Afwijken ten behoeve van hogere erfafscheiding

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11 lid 2.5 sub a ten behoeve van de hoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel met dien verstande dat deze maximaal 2 m mag bedragen, mits hierdoor de verkeersveiligheid niet wordt aangetast.
 

11.4.3 Afwijken ten behoeve van een groter bebouwingspercentage

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11 lid 2.1 sub c ten behoeve van een groter bebouwingspercentage tot maximaal 40% van het bouwvlak, waarbij de volgende bepalingen gelden:
  1. de vergroting van het oppervlak is noodzakelijk voor de bedrijfsvoering;
  2. door de vergroting van het oppervlak vindt er geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en omliggende (agrarische) bedrijven.

11.5 Specifieke gebruiksregels

11.5.1 Gebruiksverbod

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor:
  1. grow-, smart- en coffeeshops;
  2. detailhandel;
  3. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning en/ of afhankelijke woonruimte;
  4. zelfstandige horeca.
 

11.5.2 Ondergeschikte horeca

Horeca, ondergeschikt en ondersteunend aan de sexinrichting is toegestaan, waarbij een maximum van 35% van het bedrijfsvloeroppervlak daarvoor mag worden ingericht.

11.6 Wijzigingsbevoegdheid

11.6.1 Wijzigen naar wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige bedrijfswoning betreft, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:
 
  1. de sexinrichting is volledig beëindigd;
  2. indien er sprake is van een locatie dat aan minimaal 2 zijden grenst aan de bestemming 'Agrarisch-Boomteeltontwikkelingsgebied' wordt aangetoond dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de huidige en toekomstige intensivering van het gebied;
  3. de oppervlakte van het nieuwe bestemmingsvlak 'Wonen' mag nooit meer bedragen van 5.000 m2;
  4. de bestaande voormalige bedrijfsgebouwen dienen te worden gesloopt, waarbij: 
          1. maximaal 200 m2 aan bijgebouwen behouden mag blijven;
          2. cultuurhistorisch waardevolle gebouwen met de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' mogen niet
              worden gesloopt;
          3.  in afwijking van het bepaalde onder 1. mag maximaal één bestaand bijgebouw (constructief één geheel)
               dat groter is dan 200 m2 en maximaal 500 m2 is, behouden blijven, mits er per 50 m2 dat het bestaande
               bijgebouw groter is dan 200 m2 er minimaal 250 m2 aan voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt;
          4. in afwijking van het bepaalde onder 1 en 3 kan het college besluiten om in bepaalde gevallen waar
              maatwerk gevraagd wordt, meer m2 toe te staan tot maximaal 600 m2, indien het bedrijfsgebouw
              bestaat uit één schuur of loods welke bouwkundig één geheel is en niets te slopen is tot 200 m2;
    e.  het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;
    f.   in afwijking van het bepaalde onder e. is splitsing toegestaan met dien verstande dat:
        1.  woningsplitsing is uitsluitend toegestaan bij voormalige boerderijgebouwen met de aanduiding
              'cultuurhistorische waarde';
        2.  de voormalige boerderij mag gesplitst worden in maximaal twee woningen;
        3.  de beide woningen dienen minimaal een inhoud te hebben van 400 m3;
        4.  de aanduiding 'twee aaneen' zal worden opgenomen.
   g.  indien de aanduiding 'twee aaneen' is opgenomen of indien deze aanduiding niet is opgenomen, maar er
        ten tijde van de vaststelling van dit plan wel sprake was van een aaneengebouwde woning, wordt deze
        behouden, wat inhoudt dat de voormalige bedrijfswoningen niet vrijstaand mogen worden gebouwd;
   h. de woning(en) mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en
       ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven;
   i.  er is sprake van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
   j.  de bouw- en gebruiksregels zoals genoemd in artikel 22 Wonen zijn overeenkomstig van toepassing.