direct naar inhoud van Artikel 13 Horeca
Plan: Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven, 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.OSCAxBP073xHERZx01-VG01

Artikel 13 Horeca

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca van categorie 1 t/m 3;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens panden met cultuurhistorische waarden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5', horeca van categorie 5;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding', een erfafscheiding met geluidwerende voorzieningen,

met dien verstande dat:

  • e. de horecafuncties categorie 1 t/m 3 uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca –
  • f. horeca op bovenverdieping', waar tevens horeca op de bovenverdieping is
  • g. toegestaan;
  • h. wonen is toegestaan, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum, met dien verstande dat indien wonen geschiedt zonder functie(s), op die gronden de bouw- en gebruiksbepalingen van artikel 20 (Wonen – 3) van toepassing zijn,

met daaraan ondergeschikt:

  • i. erven en tuinen;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. terrassen;
  • l. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels:
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  • c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden;
  • d. op de onderhavige gronden is het toegestaan gebouwen geheel of ten dele ten dienste van wonen te bouwen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum;
  • e. op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte;

13.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen;
  • b. buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter;
  • c. de hoogte van verlichtingsarmaturen mag maximaal 6 meter bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding' zijn erfafscheidingen toegestaan met een maximale hoogte van 2,7 meter.

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatien (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de brandveiligheid;
  • g. de parkeerruimte op eigen terrein.

13.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.1 sub e voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:

  • a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
  • b. het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
  • c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.

13.5 Specifieke gebruiksregels
13.5.1 Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
  • a. de uitoefening van een bedrijf;
  • b. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
  • c. seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings;
  • d. van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte;

13.5.2 woningvermeerdering in de vorm van woningsplitsing of anderszins is niet toegestaan, voor zover dit leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum.

13.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)

13.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)

13.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • b. het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe Burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
  • c. het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    • 1. het normale beheer en onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

13.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:

  • a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  • c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.