direct naar inhoud van Artikel 19 Natuur - Landgoed
Plan: Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.BUITxBP045xMOEDxOO-VG01

Artikel 19 Natuur - Landgoed

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Natuur - Landgoed" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de handhaving van bestaande functies conform de onderstaande tabel:
Adres   activiteit   toegestaan aantal bedrijfswoningen  
Putseweg 44 / Herenbaan 246   sociaal-medische doeleinden (verzorgingstehuis Bieduinenhof)   2  
Putseweg 17   wonen   1  
Antwerpsestraatweg 185   landgoed Mattenburg (Stichting Brabants Landschap)   2  
Grote Meer ong.   wonen (landgoed Grote Meer)   2  
Molenbergdreef ong.   wonen   3  
Tweede Verdelingsweg 30   wonen (landgoed Mevrisse)   2  
Emmahoeve   wonen   4  

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', voor recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 50.1.1dient in acht te worden genomen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebieden ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 50.1.2 dient in acht te worden genomen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'beheersgebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 50.1.3 dient in acht te worden genomen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 50.1.4 dient in acht te worden genomen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – weg', de geluidzone van het wegverkeer;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie', de geluidzone van het industrieterrein en de vliegbasis;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied - waterberging', een reserveringsgebied ten behoeve van waterberging. De regeling opgenomen in artikel 50.1.7 dient in acht te worden genomen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 50.1.8dient in acht te worden genomen;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 50.1.9 dient in acht te worden genomen;

met daaraan ondergeschikt:

  • n. agrarisch natuurbeheer;
  • o. extensief recreatief en/of educatief medegebruik
  • p. infrastructurele voorzieningen;
  • q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

19.2 Bouwregels

Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

19.2.1 Bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van gebouwen, niet zijnde (bedrijfs)woningen, binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 8 meter en de maximale bouwhoogte bedraagt 12 meter;
  • b. de maximale oppervlakte aan bebouwing bedrijfsgebouwen en overkappingen zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' mag niet worden overschreden;
  • c. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen.

19.2.2 (Bedrijfs)woning en bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van een (bedrijfs)woning met bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. de maximale goothoogte van een bedrijfswoning bedraagt 5,5 meter en de maximale hoogte 10 meter;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 bedragen of mag in ieder geval niet meer bedragen dan op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan;
  • c. de bedrijfswoning mag niet zijn gelegen binnen de 'geluidzone - weg';
  • d. de bedrijfswoning mag niet zijn gelegen binnen de 'geluidzone - industrie';
  • e. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter en de maximale hoogte 5 meter ;
  • f. de afstand van het bijgebouw tot de voorgevel van de bedrijfswoning dan wel het verlengde ervan mag niet minder bedragen dan 5 meter;
  • g. afstand tot de perceelsgrens dient maximaal 5 meter te bedragen;
  • h. het gezamenlijk oppervlakte aan bijgebouwen mag maximaal 100 m² bedragen.

19.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter, met uitzondering van erfafscheidingen;
  • b. de hoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • c. per woning is één overkapping toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m².

19.2.4 Emmahoeve

In afwijking het bepaalde in 19.2.2 en 19.2.3 geldt voor het bouwen van een (bedrijfs)woning met bijbehorende bijgebouwen voor het landhuis de Emmahoeve de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;
  • c. bijgebouwen mogen aan het hoofdgebouw gebouwd worden;
  • d. er zijn ten hoogste 4 woningen toegestaan;
  • e. het gezamelijk oppervlak van de hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen mag ten hoogste 350 m² per perceel bedragen;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag ten hoogste 100 m² per perceel bedragen;
  • g. de gezamenlijke inhoud van hoofd- en aanbouwen mag ten hoogste 1.500 m³ per perceel bedragen;
  • h. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal respectievelijk 8 meter en 12 meter;
  • i. de goothoogte van aanbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 7 meter.
  • j. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 3 meter met uitzondering van terreinafscheidingen welke maximaal 2,5 meter hoog mogen zijn.

19.2.5 Recreatiewoning

Ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden voor het bouwen de volgende regels:

  • a. het aantal reacreatiewoningen mag niet meer bedragen dan 10;
  • b. het oppervlak van een recreatiewoning bedraagt maximaal 100 m²;
  • c. de recreatiewoningen dienen uiterlijk identiek te zijn;
  • d. de aanleg van tuinen rond de woningen is niet toegestaan; wel mag een oppervlakte van maximaal 25 m² onmiddellijk grenzend aan de recreatiewoning verhard worden als terras;
  • e. de goothoogte van een recreatiewoning bedraagt maximaal 3 meter;
  • f. de bouwhoogte van een recreatiewoning bedraagt maximaal 7 meter;
  • g. de onderlinge afstand tussen de recreatiewoningen bedraagt minimaal 7 meter;
  • h. de inhoud van een recreatiewoning bedraagt maximaal 400 m³.

19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

19.4 Afwijken van de bouwregels
19.4.1 Overschrijding afstand tot bestemmings- en perceelsgrenzen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de voorgeschreven minimale afstanden tot een (zijdelingse) perceelgrens dan wel bestemmingsgrens mits:

  • a. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast.
  • b. daardoor de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet onevenredig worden geschaad.

19.5 Specifieke gebruiksregels
19.5.1 Verbod

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • b. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning met uitzondering van mantelzorg.

19.5.2 Beroep aan huis

Het is toegestaan om binnen deze bestemming gronden en of gebouwen c.q. bouwwerken te gebruiken voor de uitoefening van beroep aan huis, mits:

  • a. de woonfunctie op het bouwperceel primair blijft;
  • b. per bouwperceel het oppervlak aan bebouwing dat hiervoor wordt gebruikt niet meer is dan 60 m2.

19.6 Afwijken gebruiksregels

n.v.t.

19.7 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

De regelingen zoals opgenomen in artikel 46 en 50 dienen in acht te worden genomen.

19.8 omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
19.8.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'cultuuhistorische waarden' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de panden met cultuurhistorische waarden.

19.8.2 Toelaatbaarheid

Het geheel of gedeeltelijk slopen van de in 19.8.1 bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast.

19.9 Wijzigingsbevoegdheid

n.v.t.