Plan: | Centrum Werkendam |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0870.01BP1101CentrWerk-VA01 |
het bestemmingsplan 'Centrum Werkendam' met identificatienummer NL.IMRO.0870.01BP1101CentrWerk-VA01 van de gemeente Werkendam.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een beroep of bedrijf dat in (een gedeelte van) een woning of een bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend en dat is gericht op het ambachtelijk vervaardigen van produkten en/of het leveren van
diensten, door de gebruiker van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met uitzondering van kapsalons en detailhandel (waarbij beperkte detailhandel via internet is toegestaan, mits geen goederen van huis worden afgehaald).
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
erf aan de achterkant en de niet naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw.
een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.
een bijbehorend bouwwerk, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, waarbij dit bouwwerk hoort, en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
onderzoek verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen en relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt voor maximaal 5 personen, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw of is gevestigd in één van de bestaande, legaal opgerichte bijgebouwen en wordt gerund door de gebruikers van het betreffende perceel. Onder een bed en breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen.
een niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of voorziening.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zoals deze luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan.
de natuurlijke oppervlakte van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging, alsmede dat gedeelte van een gebouw dat met die oppervlakte gelijk is. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aangrenzend maaiveld.
beperkt kwetsbare objecten volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bebouwing en gebruik, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder, onderbouw, dakopbouw en/of zolder.
een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een horecabedrijf waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, al dan niet in combinatie met het bereiden en het verstrekken van maaltijden; de nadruk ligt echter op het verstrekken van dranken.
een op de grond staande overkapping van een bouwlaag bij een bestaande woning of een bestaand woongebouw, die bedoeld is als een overdekte stallingsruimte voor personenauto's, die geen wanden of deuren heeft waarvan de begrenzing wordt gevormd door de woning of daarbij behorende bouwwerken en/of ondersteuningen.
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een balie te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen, met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
de bouwlaag op de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woning die deel uit maakt van bebouwing bestaande uit zich in één hoofdgebouw boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten.
het geheel van aanplant in een gebied, dan wel het aanbrengen of voorzien van groen, waaronder mede begrepen tuinen, gazons, laanbeplanting, wegbermen, bomen, struiken, parken, bosschages.
een ruimte waar substanties, voorwerpen of gegevens, die gebruikt kunnen worden voor de teelt van hennep, worden bewerkt, bewerkt, verwerkt, bedrijfsmatig te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, vervaardigd of voorhanden zijn.
een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht.
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies worden verstrekt.
horeca categorie 1:
een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals een (hotel-) restaurant, pannenkoekhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum.
horeca categorie 2:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie, zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom en ijssalon.
horeca categorie 3a:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café.
horeca categorie 3b:
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op zaalverhuur, al dan niet in combinatie met het verstrekken van dranken en kleine etenswaren.
horeca categorie 4:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen dan wel tot het uitoefenen van kans- en behendigheidsspel al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, zoals een dancing, discotheek, casino of automatenhal.
onder een huishouden wordt verstaan een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden.
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een constructie van hellende dakvlakken van ten minste 15° en ten hoogste 80°.
een bouwconstructie in weg, water of spoorlijn, zoals bruggen en sluizen.
kwetsbare objecten volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijs-, sport- en recreatieve voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en verenigingsleven, en zorgvoorzieningen al dan niet in combinatie met zorgwooneenheden als ook ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.
het anders dan bedrijfsmatig aanbieden van zorg aan een of meer leden van een huidhouding, die hulpbehoevend is of zijn op het fysieke, psychische en/of sociale vlak.
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten'.
gecentraliseerde en georganiseerde handelsplaatsen waar goederen worden verkocht.
bedrijf waarvan de werkzaamheden voornamelijk bestaan uit activiteiten ten behoeve van het openbaar nut.
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, etc..
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten.
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is.
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.
rijwegen, voet- en fietspaden, pleinen, groenvoorzieningen en water, met inbegrip van de daarbij behorende voorzieningen van algemeen nut, bermen, taluds, waterlopen en waterbouwkundige
kunstwerken, ondergrondse afvalsystemen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
Elk al dan niet overdekte c.q. ondergrondse stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer:
het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prostitutie).
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstreken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
een inrichting, bij welke volgens het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
een voor publiek toegankelijke ruimte, waaronder mede begrepen vaar- en voertuigen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet gecombineerd met elkaar.
de voor het publiek toegankelijke, (besloten) ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd.
een gebouw, of een gedeelte van een gebouw bij een benzinestation waar behalve autogerelateerde artikelen bij wijze van serviceverlening ook artikelen als bijvoorbeeld kranten, dranken, ijs, en daarmee vergelijkbare versnaperingen worden verkocht.
een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n).
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, gedenktekens, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken tot prostitutie.
een plek van een horecagelegenheid waar men buiten kan zitten.
prostitutie die door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een bouwlaag die is gelegen boven de eerste bouwlaag op de begane grond.
de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers.
de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie, en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie- en transportriolen), berm- en kavelsloten, gemalen, inlaten etc..
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
een eenheid bestemd voor de huisvesting van één huishouden in een gebouw of deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
de strook grond begrensd door een zijdelingse perceelsgrens en de zijgevel van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
de totale vloeroppervlakte van alle bouwlagen van een (bedrijfs)gebouw(en) met inbegrip van alle daartoe behorende ruimten, gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw.
afstanden tussen bouwwerken onderling worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
tussen de grens van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelsscheiding van het bouwperceel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten afstand.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
Voor zover op de verbeelding niet anders is aangegeven, worden afmetingen en afstanden bepaald door middel van meting op de verbeelding, met dien verstande dat:
indien twee of meer vlakken door middel van de figuur 'relatie'
met elkaar zijn verbonden, dan worden die vlakken bij de
toepassing van deze regels aangemerkt als één enkel vlak.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' onder categorie 1 en 2,
mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', onder categorie 1 en 2.
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.1, onder c, voor een ophoging van de maximum goothoogte tot maximaal 7 meter, met dien verstande dat de afwijking uitsluitend wordt verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2, onder a, voor een erf- of terreinafscheiding met een hoogte van 3,50 meter in het belang van het af te scheiden erf of terrein, met dien verstande dat de afwijking uitsluitend wordt verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1, onder e, voor de bouw van hoofdgebouwen zonder een kap, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld, zoals dat mede in relatie tot die van de directe omgeving wordt bepaald, niet wordt geschaad.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5, onder c voor het gebruik van de woning ter plaatse van de aanduiding 'wonen' voor een aan-huis-gebonden bedrijf, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5, onder d, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Centrum - 1' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming 'Wonen' met een daarbij behorend bouwvlak voor hoofdgebouwen en bijgebouwen, en wijzigen in die zin dat de bouwvlakken binnen de bestemming 'Centrum - 1' worden aangepast, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Centrum - 1' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 2' wijzigen in de bestemming 'Verkeer' ten behoeve van een langzaamverkeersroute, mits de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken, daardoor niet onevenredige worden aangetast.
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2, onder a, voor een erf- of terreinafscheiding met een hoogte van 3,50 meter in het belang van het af te scheiden erf of terrein, met dien verstande dat de afwijking uitsluitend wordt verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1, onder e, voor de bouw van hoofdgebouwen zonder een kap, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld, zoals dat mede in relatie tot die van de directe omgeving wordt bepaald, niet wordt geschaad.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5, onder b, voor de vestiging van detailhandel binnen de bestemming 'Centrum - 2', mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5, onder a, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5, onder d, voor het gebruik van de woning voor een aan-huis-gebonden bedrijf, mits:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken op het achtererf gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.3 voor een erf- of terreinafscheiding met een hoogte van 3,50 meter in het belang van het af te scheiden erf of terrein, met dien verstande dat de afwijking uitsluitend wordt verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1, onder f, voor de bouw van hoofdgebouwen zonder een kap, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld, zoals dat mede in relatie tot die van de directe omgeving wordt bepaald, niet wordt geschaad.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.5 voor de uitoefening van een dienstverlenend bedrijf/instelling, mits het dienstverlenende bedrijf/instelling, gelet op de aard, omvang en uitstraling kan worden gelijkgesteld met de toegelaten bedrijven/instellingen.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.5 voor de uitoefening van een ambachtelijk bedrijf, mits de uitoefening van deze vorm van bedrijvigheid rechtstreeks verband houdt met de uitoefening van ter plaatse toegestane detailhandel en onder de voorwaarde dat alleen ambachtelijke bedrijven zijn toegestaan die voorkomen in de milieucategorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijfsactiviteiten, of daarmee naar aard, en uitstraling kunnen worden gelijkgesteld.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.5, onder c, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.5, onder d, voor het gebruik van de woning voor een aan-huis-gebonden bedrijf, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Detailhandel' wijzigen naar de bestemming 'Wonen', 'Kantoor' of 'Dienstverlening' indien de detailhandelsfunctie voor een periode langer dan 2 jaar is beëindigd.
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken op het achtererf gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.3, voor een erf- of terreinafscheiding met een hoogte van 3,50 meter in het belang van het af te scheiden erf of terrein, met dien verstande dat de afwijking uitsluitend wordt verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1, onder f, voor de bouw van hoofdgebouwen zonder een kap, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld, zoals dat mede in relatie tot die van de directe omgeving wordt bepaald, niet wordt geschaad.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.5, onder c, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.5, onder d, voor het gebruik van de woning voor een aan-huis-gebonden bedrijf, mits:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken op het achtererf gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.3 voor een erf- of terreinafscheiding met een hoogte van 3,50 meter in het belang van het af te scheiden erf of terrein, met dien verstande dat de afwijking uitsluitend wordt verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1, onder g, voor de bouw van hoofdgebouwen zonder een kap, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld, zoals dat mede in relatie tot die van de directe omgeving wordt bepaald, niet wordt geschaad.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.5, ander a, voor de uitoefening van een dienstverlenend bedrijf/instelling, mits het dienstverlenende bedrijf/instelling, gelet op de aard, omvang en uitstraling kan worden gelijkgesteld met de toegelaten bedrijven/instellingen.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.5, onder b, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.5, onder c, voor het gebruik van de woning voor een aan-huis-gebonden bedrijf, mits:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met dien verstande dat:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken op het achtererf gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.3 voor een erf- of terreinafscheiding met een hoogte van 3,50 meter in het belang van het af te scheiden erf of terrein, met dien verstande dat de afwijking uitsluitend wordt verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1, onder f, voor de bouw van hoofdgebouwen zonder een kap, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld, zoals dat mede in relatie tot die van de directe omgeving wordt bepaald, niet wordt geschaad.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.5, onder a, voor de uitoefening van een dienstverlenend bedrijf/instelling, mits het dienstverlenende bedrijf/instelling, gelet op de aard, omvang en uitstraling kan worden gelijkgesteld met de toegelaten bedrijven/instellingen.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.5, onder b, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.5, onder c, voor het gebruik van de woning voor een aan-huis-gebonden bedrijf, mits:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1, onder f, voor de bouw van hoofdgebouwen zonder een kap, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld, zoals dat mede in relatie tot die van de directe omgeving wordt bepaald, niet wordt geschaad.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.5, onder b, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.5, onder c, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.5, onder d, voor het gebruik van de woning voor een aan-huis-gebonden bedrijf, mits:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 1 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen achter de voorgevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied' kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2, en toestaan dat voor de voorgevellijn, bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met een hoogte van maximaal 2 meter.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, met dien verstande dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend, het in strijd met de regels van de Algemene Plaatselijke Verordening:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:
Voor het bouwen van garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage' gelden de volgende regels:
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.2 onder b, voor het overschrijden van de achterste grens van het bouwvlak, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.3 onder b, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak en niet in het achtererfgebied, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.1 onder c, voor het verhogen van het bebouwingspercentage van het bouwperceel door een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken in het achtererfgebied toe te staan, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.2, onder g, voor de bouw van hoofdgebouwen zonder een kap, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld, zoals dat mede in relatie tot die van de directe omgeving wordt bepaald, niet wordt geschaad.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis' is het toegestaan de woning en bijbehorende bouwwerken bij de woning te gebruiken voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.5 onder b, voor het gebruik van de woning en een bijbehorend bouwwerk voor een aan-huis-verbonden bedrijf, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.5 onder c, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.5, onder d, voor het vestigen van een bed&breakfast, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.5, onder a, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van archeologische monumenten en de archeologische resten van historische kern.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 1' mede bestemde gronden.
Het onder 14.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek en het afwijkingsverzoek als bedoeld in lid 14.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in lid 14.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 14.4.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 14.4.3 onder c, vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt ontnomen, indien op
basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Alvorens de in lid 14.6.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van aanwezige hoge archeologische verwachtingswaarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 2' mede bestemde gronden.
Het onder 15.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek en het afwijkingsverzoek als bedoeld in lid 15.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in lid 15.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.4.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 15.4.3 onder c, vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' wordt ontnomen, indien op
basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Alvorens de in lid 15.6.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, waaronder begrepen:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Het onder 16.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 16.2.1 ten behoeve van het bouwen van gebouwen overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), met dien
verstande dat:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in lid 16.4.1 is niet van toepassing, op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 16.4.1 wordt slechts verleend indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 16.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 16.5.1 onder c vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van cultuurhistorie, zoals de erfgoedcommissie of een daarvoor in de plaats tredende gelijkwaardige commissie, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering, waterhuishouding en waterstaat.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.2.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waterstaat - Waterkering' mede bestemde gronden.
Het onder 17.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bebouwing ten behoeve van de bestemming 'Waterstaat - Waterkering', mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 17.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de waterstaat en/of waterkering en de beheerder van de waterkering daarover heeft geadviseerd.
Het is verboden om op de voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag :
Het in 17.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De in 17.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, indien de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen maximaal 1 meter bedraagt.
Indien afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstand tot, en hoogte, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden gehouden.
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en) en de daarbij behorende regels.
Tot een gebruik strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Onder strijdig gebruik als bedoeld in 20.2, onder c valt niet het opslaan van nieuwe bouwmaterialen en puin en andere bouwmaterialen op gronden waarop of waarin onderhouds-, herstel- of sloopwerkzaamheden worden uitgeoefend, mits deze zaken voor de uit te voeren werkzaamheden nodig zijn of van het bouwwerk dat hersteld of gesloopt wordt afkomstig zijn.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument', zijn de gronden mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van een gemeentelijk monument.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument', zijn de gronden mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van een rijksmonument.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol', zijn de gronden mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud, etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer al op grond van deze regels een andere afwijking is of kan worden verleend.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid op de verbeelding ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, met dien verstande dat de afwijking maximaal 1 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)-aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bouw- en/of gebruiksregels voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut en voor religieuze doeleinden, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, pinautomaten, afval- en glascontainers, monumenten, kapellen, wegkruisen en naar de aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bestemmingsregels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt verhoogd, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bestemmingsregels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkoker, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen -waaronder mede begrepen de aanleg van rotondes of kruisingen- of de aansluiting van wegen onderling, in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of de verkeersintensiteit en/of de praktische uitvoerbaarheid daartoe aanleiding geeft.
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, voor een technische betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, om het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate aan te passen, indien de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft.
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van bouwgrenzen, bouwvlakken en/of andere gebiedsaanduidingen, indien bij de uitvoering van een bouwplan mocht blijken dat een verschuiving noodzakelijk is.
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen door de opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' te wijzigen, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven.
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen door het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij toepassing van de nadere eisen, die onderdeel uitmaken van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als vervat in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing, voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concrete wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Bij activiteiten waar ook belangen van het waterschap een rol spelen, vindt overleg plaats met het Waterschap.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Centrum Werkendam'.