Plan: | Taxandriaweg, voormalig politiekantoor |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0867.bpWWTaxandriaweg03-va01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Taxandriaweg, voormalig politiekantoor met identificatienummer NL.IMRO.0867.bpWWTaxandriaweg03-va01 van de gemeente Waalwijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Verdere begrippen in alfabetische volgorde:
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waaraan ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
Geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen bouwwerken/voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, glas en dergelijke, niet zijnde straatmeubilair;
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen dienstverlenend bedrijf: zijnde (zie dienstverlenend bedrijf:) - en ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieu-planologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
Het beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
bebouwing aanwezig op de eerste dag van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan;
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
waarbij onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen:
De grens van een bestemmingsvlak.
Het geldende besluit houdende milieukwaliteiteisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Onder beperkt kwetsbare objecten worden verstaan:
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
De eerste bouwlaag of een verdieping van een gebouw, met dien verstande, dat boven 100% van het vloeroppervlak van de bouwlagen een plafondhoogte van ten minste 2.10 m aanwezig c.q. mogelijk is. Een onderhuis wordt hieronder niet begrepen;
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
Met een winkel vergelijkbaar bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan of ten gerieve van particulieren, zoals reisbureaus, bankfilialen, kapsalons, wasserettes, eventueel met bijbehorende kantoren, werkplaatsen en magazijnen;
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat;
Een kleinschalige zorgaccommodatie, primair geschikt voor beschermde woonvormen, waar aan maximaal 7 cliënten zorg met toezicht wordt geboden in een genormaliseerde woonomgeving, waarbij cliënten beschikken over een eigen leefruimte en een algemene verblijfsruimte.
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken.
Onder kwetsbare objecten worden verstaan:
Een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie, ten minste 50% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken;
het gemeenschappelijk vlak, door de elkaar kruisende openbare wegen gevormd;
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn inrichting en indeling geschikt is om en bestemd is om te worden gebruikt als bedrijfsruimte voor beoefenaren van vrije (aan huis gebonden) beroepen; onder vrije beroepen worden in dit plan verstaan medische, para-medische, administratieve en daarmee gelijk te stellen beroepen;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;
Al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare voorzieningen, zoals:
Een bijbehorend bouwwerk als uitbreiding van het hoofdgebouw, waarvan de bestemming overeenkomt met de bestemming van het hoofdgebouw;
De geldende wet houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder.
Een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden;
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
een vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt aan dat (hoofd)gebouw;
de zijgevel links of rechts, meestal haaks op de voorgevel, zoals deze bij de bouw is gerealiseerd en grenzend aan het zijerf.
De afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 m boven peil en haaks op de perceelsgrens;
De bebouwde oppervlakte van een bouwperceel, bebouwingsvlak of ander terrein wordt gemeten buitenwerks en 1 m boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken worden opgeteld;
De bedrijfsvloeroppervlakte wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten, wordt opgeteld; als berekening voor de verhouding verkoopvloeroppervlakte/bedrijfsvloeroppervlakte wordt een verhouding van 3:4 aangehouden.
De bouwhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, liftschachten, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
De breedte van een gebouw wordt gemeten van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;
De goothoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
De inhoud van een bouwwerk wordt gemeten tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de aan lid a tot en met e ondergeschikte:
met de bij lid a tot en met h behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m en de verticale diepte mag niet meer bedragen dan 3,5 m .
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmeting), ten behoeve van:
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met aan lid a tot en met g ondergeschikte:
met de bij lid a tot en met h behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd met uitzondering van ondergrondse bergbezinkvoorzieningen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bij lid a behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, niet zijnde hoofdgebouwen, gelden de volgende regels:
verminderd met de oppervlakte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken zoals bedoeld onder lid g en vermeerderd met de oppervlakte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken zoals bedoeld in lid h.
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste bedragen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde 5.2.1 lid e, waarbij de maximale bouwhoogte mag worden overschreden met 3 meter teneinde een derde bouwlaag toe te staan, op voorwaarde dat de maximale bouwhoogte niet hoger wordt dan 10 m.
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkeren' dient tenminste één parkeerplaats per woning gerealiseerd en in stand gehouden te worden.
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde 5.1 lid a onder 1 en 2 en artikel 10 voor de uitoefening van:
mits:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en de instandhouding van een rioolleiding.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding – Riool' voorrang krijgt.
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mag worden gebouwd overeenkomstig de in hoofdstuk 2 opgenomen bestemmingen, mits:
Het is verboden op of boven de in 6.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren binnen een zone van 3 meter ter weerszijden van de hartlijn voor de leiding (belemmeringenstrook): :
Het verbod als bedoeld in 6.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 onder c. indien de bij de bestemming behorende bouwregels in acht genomen worden en het belang van de waterkering door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Het is verboden op de tot 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 7.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, die het normale onderhoud en beheer betreffen.
Werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien hiervoor, dan wel door daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen van de waterkering, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die functie niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De in deze regels opgenomen bepalingen ten aanzien van bouwgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft overschrijdingen met betrekking tot:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 9.1.1 voor het overschrijden van de aangegeven bouwgrenzen met ten hoogste 1,5 m, indien het overige ondergeschikte bouwdelen betreft, zoals bijvoorbeeld:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de in hoofdstuk 2 Bestemmingsregels zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende contour en maatvoering gelden dan als maximaal toegestane contour en maatvoering.
Het is verboden de in het plan begrepen bouwwerken te gebruiken voor doeleinden, welke in strijd zijn met de in het plan gegeven bestemming.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 10.1 indien strikte toepassing van het voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bij het bouwen en het wijzigen van het bestaande gebruik zoals toegestaan op grond van de bestemmingen genoemd in hoofdstuk 2, dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de 'Nota parkeernormen Waalwijk 2015', die op 9 december 2015 in werking is getreden, of de rechtsopvolger daarvan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van deze regels ten behoeve van:
De genoemde afwijkingen met een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een wijziging van het plan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 13.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 13.1.1 met maximaal 10%.
Lid 13.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 13.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 13.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 13.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Taxandriaweg, voormalig politiekantoor'.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 16 februari 2017,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld