direct naar inhoud van 5.1 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Waalre
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00162-0301

5.1 Archeologie en cultuurhistorie

Begrenzing van het bestemmingsplan

De gemeente Waalre is voornemens het bestemmingsplan voor de bebouwde kom van Waalre te actualiseren. Het bestemmingsplan wordt grofweg begrenst door de Smeleweg, de Dreefstraat en de Rooisestraat in het westen, de Heuvelstraat, de Onze Lieve Vrouwedijk en de Broekweg in het noorden, de Fazantlaan, de Willibrorduslaan, de Bosweg en de Blokvenlaan in het oosten en de Eikenlaan en Rembrandtlaan in het zuiden. Het beleid van de rijksoverheid (Wet op archeologische monumentenzorg) is gericht op behoud van het archeologisch erfgoed. Door het verdrag van Malta (Europees verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed) is het beleid steeds meer gericht op het tijdig betrekken van archeologische belangen bij het ruimtelijk ordeningsbeleid.

Aan de hand van de opgestelde erfgoedkaart1 van de gemeente Waalre wordt hieronder achtereenvolgens het fysisch landschap, een inventarisatie van de archeologische waarden en historische gegevens van het bestemmingsplangebied toegelicht. Op basis hiervan wordt een waardering gegeven met daaraan gekoppeld een advies ten aanzien van de archeologie.

Landschap

Volgens de kaart van het fysisch landschap (zie bijlage 1) is de kern van Waalre gelegen op twee noord- zuid georiënteerde hoge dekzandruggen met ertussen een lage dekzandrug. De dekzandruggen worden aan de noordzijde begrenst door lage zandgronden en aan de westzijde (buiten het bestemmingsplangebied) door het beekdal van de Dommel. Ten oosten van de dekzandrug liggen duinen en stuifkoppen (zie bijlage 1).

Archeologie

Uit het plangebied zijn een aantal archeologische vindplaatsen bekend (zie bijlage 3), die dateren uit de perioden Nieuwe Steentijd, Bronstijd en IJzertijd. In het oostelijk deel van het bestemmingsplangebied is bij het uitvoeren van een archeologisch booronderzoek in Waalre-west (De Rooij) aardewerk met grove magering aangetroffen. In het centrum van Waalre is aardewerk uit de IJzertijd en Bronstijd gevonden. Ten oosten van Waalre in het gebied met duinen en stuifkoppen zijn bij Hoogpoort/Willibrorduslaan vondsten uit de Nieuwe Steentijd aangetroffen. Het gaat om een puntige vuurstenen dolk en een spitskling van vuursteen. Bij Blokven is in 1954, onder een zandweg, een ronde kringgreppel aangetroffen die behoort bij een urnenveld daterend uit de Late Bronstijd - Midden-IJzertijd. Niet ver daarvandaan zijn aan zuidoost rand van het bestemmingsplangebied crematieresten behorend bij een urnenveld uit dezelfde periode aangetroffen.

Daarnaast zijn in het bestemmingsplangebied twee terreinen aanwezig van hoge archeologische waarde. Het gaat om zogeheten AMK2 terreinen 16804 en 3034. AMK terrein16804 betreft de oude dorpskern van Waalre. De selectie en begrenzing van deze kernen op de AMK is gebaseerd op vroeg 20e-eeuwse kaarten (Bonnekaarten). Binnen het aangegeven gebied kunnen in de bodem resten van vroegmoderne en waarschijnlijk ook van laatmiddeleeuwse (vanaf circa 1300 AD) bewoning aangetroffen worden. Ook sporen van oudere bewoning kunnen aanwezig zijn. AMK terrein 3034 betreft een terrein met sporen van begraving (urnenveld) uit de IJzertijd. Vanwege de vondst van crematieresten worden hier de resten van een urnenveld uit de Late Bronstijd - IJzertijd vermoed.

In het bestemmingsplan gebied zijn verder diverse archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het gaat daarbij vrijwel uitsluitend om booronderzoeken. Geen van de booronderzoeken heeft een archeologische vindplaats opgeleverd. De meeste onderzoeken zijn een aantal jaren geleden uitgevoerd. Inmiddels weten we dat booronderzoek geen goede methode is om archeologische vindplaatsen in een oude kern op te sporen. De bodem is door de lange bewoningsgeschiedenis namelijk altijd verstoord. Deze verstoringen kunnen ook een middeleeuwse datering hebben. Middels booronderzoek is de datering van deze verstoringen moeilijk vast te stellen.

Bovenstaande gegevens geven aan dat in het gebied rondom monument 16804, de oude kern van Waalre, vooral archeologische resten van bewoning uit de Bronstijd/ IJzertijd, Vroege en Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd verwacht kunnen worden. In het gebied ten oosten van de oude kern, de duinen en stuifkoppen, zijn vooral resten van bewoning uit het Neolithicum en begraving uit de Late Bronstijd - IJzertijd te verwachten. Bewoning uit deze laatste periode wordt ook verwacht op de dekzandkoppen ten oosten van de Dommel.

Historisch landschap3 

Waalre is het westelijke gedeelte van de huidige gemeente Waalre. Het gebied van de voormalige gemeente Waalre viel samen met dat van de voormalige heerlijkheid Waalre. De naam Waalre hoort tot de oudst overgeleverde namen van de streek. De eerste vermelding is uit 704 en luidt Waetriloe. In dat jaar werd Waalre door de Frankische aanzienlijke Aengilbaldus aan Sint Willibrord geschonken werd. Dit bestond uit terram in loco vel villa nuncupante Waetriloe super fluvium Dutmala, dat is: land in de plaats of het landgoed genaamd Waalre aan de rivier de Dommel. Willibrord schenkt dit complex in 726 of 727 aan de abdij Echternach. De abdij Echternach heeft dit blijkbaar uitgebouwd tot een domein dat niet alleen Waalre betrof maar ook Valkenswaard. Hierdoor was de abdij van Echternach grondheer over het grondgebied van Waalre en het grootste deel van dat van Valkenswaard. In 1100 - 1110 blijkt de abdij in Waalre een schepenbank te hebben. Van een gerecht van Waalre is sprake in 1325, schepenen worden genoemd in 1386 en een schependomszegel bestond al in 1343. De hoge heerlijkheid Waalre is in handen geweest van de families Van Horne-Perwijs (tot 1368), Van Cuijk (tot 1412), Van Doerne (1429), Van Horne (vanaf 1441) en Van Rotselaar (vanaf 1514). Mr. Hubrecht van der Clusen, ridder en secretaris van de bisschop van Kamerijk, kocht de heerlijkheid op 26 juni 1551. Na een proces kreeg hij de heerlijkheid op 25 mei 1554 definitief in bezit. Lange tijd (tot 1721) waren Aalst, Waalre en Valkenswaard in handen van dezelfde heer, daarna had Waalre eigen heren. Waalre was een dorpsheerlijkheid die te leen gehouden werd van de hertog van Brabant. Het dorp hoorde onder de Meierij van Den Bosch, kwartier van Kempenland. Het had een eigen schepenbank van 7 schepenen die ook de hoge rechtsmacht uitoefenden. Het dorpsbestuur bestond er uit die schepenen, de drossaard en burgemeesters. In 1721 werd Aalst van de heerlijkheid afgescheiden en in 1794 scheidde Valkenswaard zich van Waalre af. In 1900 bestond de gemeente Waalre naast het dorp Waalre uit de gehuchten Heuvel, Loon, Heikant en Hulst.

afbeelding "i_NL.IMRO.0866.BP00162-0301_0005.jpg"

Afbeelding: Reconstructie (hypothese): situatie Abdijhoeve met bijgebouwen omstreeks 1800.4

Het domein van de abdij Echternach strekte zich vanaf het oude kerkje langs de Dreefstraat uit tot aan de rivier de Dommel. Zoals de meeste domeinen had ook het Echternachse goed in Waalre een uitbatingcentrum, een hof, ook wel curtis genoemd. De oudste vermelding van deze abdijhoeve of curtis, die aan de zuidzijde van de (oude) Willibrorduskerk gelegen was, dateert uit 1175. Behalve als ontginningsboerderij was dit gebouw ook belangrijk als regionaal centrum waar eeuwenlang de inning plaats vond van cijnzen, pachten, heergewaden en tienden, eerst in natura, later overwegend in geld. Ook de overdracht van goederen moest hier plaatsvinden in aangezicht van de door de domeinheer aangestelde meier en hofgenoten. Deze meier woonde tot ca. 1400 in dit pand. In het gebouw waren twee aparte kamers die beschikbaar gehouden moesten worden door de pachter ten behoeve van de vertegenwoordiger van de abdij. De abdijhoeve had meer dan 22 ha aan bezittingen in bezit. In 1698 is de toenmalige hoeve door de Fransen volledig verwoest. Daarna moet het pand weer zijn opgebouwd als een langgevelboerderij die omstreeks 1810 weer is gesloopt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0866.BP00162-0301_0006.jpg"

Afbeelding: Dorpskern Waalre omstreeks 1830

De dorpskern van Waalre bestond in 1830 uit twee aaneengesloten rijen huizen aan een vrij vierkant plein, de Plaetse, dat op die manier toch een driehoekige indruk maakte. Aan het plein stonden het raadhuis, de school en de pastorie en nog een dertigtal woningen. De oude parochiekerk stond ter zijde op de rand van de open akkers en was met een 100 m lang pad met het plein verbonden. Rondom het driehoekige plein woonden in de 18e eeuw valkeniers en rondreizende kooplieden (teuten). Mede daardoor draagt de kom een niet-agrarisch karakter, wat later versterkt is met woningen en complexen van sigaren- en linnenfabrieken.

Aan de zuidzijde van het dorp Waalre lagen besloten akkers, aan de noordzijde en om de besloten akkers heen lagen open akkers. Rondom de nu bebouwde kern van Waalre bevindt zich bos, bestaande uit restbossen en bos dat in de 19de en begin 20ste eeuw is aangelegd/ ontstaan.

Vanaf 1866 kwam langs de spoorlijn Eindhoven-Hasselt (opgeheven in 1940) lintbebouwing tot ontwikkeling in de richting van het dorp Aalst. Na de Tweede Wereldoorlog groeiden Waalre en Aalst uit tot een tweelingdorp met het karakter van een forensendorp.

De oude kern van het dorp Waalre en de historische omliggende gehuchten zijn op de archeologische beleidskaart aangegeven met paars. Op de cultuurhistorische waardenkaart van Waalre heeft de oude dorpskern van Waalre een hoge cultuurhistorische waarde gekregen.

Advies archeologie

Binnen het plangebied zijn op basis van bovenstaande inventarisatie en beschrijving terreinen aan te wijzen met een archeologische waarde, een hoge (historische kern) en middelhoge archeologische verwachting en gebieden zonder verwachting. Deze (verwachtings) waarden zijn weergegeven op de archeologische verwachtingen- en waardenkaart die voor de gemeente Waalre is opgesteld.

De verschillende archeologische verwachtingszones (archeologische waarde, middelhoge en hoge verwachting) laten zich vertalen in verschillende adviezen met betrekking tot geplande ingrepen. De voorgestelde maatregelen hebben betrekking op het creëren van de mogelijkheid voor het maken van een nadere archeologische afweging bij eventuele toekomstige grootschalige bodemingrepen in het plangebied. Dit voorschrift sluit aan op de procedures die in het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg die verplicht om op een verantwoorde wijze met het archeologische bodemarchief om te gaan. Voor terreinen met een middelhoge tot hoge archeologische verwachting wordt duurzaam behoud nagestreefd. Het behoud in situ van archeologische vindplaatsen kan geschieden door fysieke bescherming door middel van inpassing in de inrichtingsplannen, in combinatie met een op het behoud afgestemd beheer (dubbelbestemming archeologie). Bodemroeringen dieper dan 30 cm -mv die tot (fysieke) aantasting van archeologische waarden leiden, dienen zoveel mogelijk vermeden te worden. Indien in het plangebied bodemingrepen plaatsvinden wordt door het bevoegde gezag (de gemeente Waalre) vastgesteld of en in welke vorm van archeologisch onderzoek of andere maatregelen op het te verstoren terrein noodzakelijk zijn. De gemeente Waalre baseert zich daarbij op deskundig advies gekoppeld aan het noodzakelijke vooronderzoek. De kosten van vooronderzoek en, eventuele daaropvolgende, archeologische uitvoeringsmaatregelen kunnen verhaald worden op de exploitant.


Regels archeologie

In artikel 38a van de Monumentenwet 1988 is bepaald dat de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening moet houden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Met "monumenten" worden bedoeld:

  • vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde;
  • terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als bedoeld onder 1.


In de archeologische monumentenzorg onderscheidt men verschillende categorieën waarden en verwachtingen. Voor iedere categorie kunnen op grond van het bestemmingsplan verschillende voorschriften gelden. Iedere categorie biedt dan een verschillend beschermingsniveau. Omdat het archeologiebeleid van de gemeente Waalre nog niet is vastgesteld dient bij het vaststellen van de vrijstellingsgrens voor archeologisch onderzoek vooralsnog uitgegaan te worden van de vastgestelde wettelijke norm van 100 m2.