direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Aalst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00142-0301

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Interim structuurvisie Waalre

Structuurplan

Op 8 juli 2003 heeft de gemeenteraad van Waalre het Structuurplan Waalre vastgesteld. Het is echter nog steeds van belang. In het oude Structuurplan wordt inzicht gegeven in de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Waalre tot het jaar 2005. Ook worden ontwikkelingen op de lange en middellange termijn beschouwd.

Het Structuurplan geeft op basis van duurzame kwaliteiten en structuren richting aan de lange termijnvisie op ruimtelijke ontwikkelingen binnen gemeente Waalre. De kwaliteiten en structuren die ten grondslag liggen aan Waalre zijn:

  • Ruimtelijke kwaliteit: 'Kempische dorpen';
  • Regionaal profiel: 'Een sterke gemeente met eigen (groen) profiel in de regio';
  • Groeipotentie: 'Ligging aan de A2/A67';
  • Structuurprincipes: 'Verstedelijking' en 'Landschap'.

Voor de kernen binnen de gemeente wordt gestreefd naar structuur- en kwaliteitsverbetering van de dorpen en dorpsranden. Waar mogelijk wordt geopteerd voor inbreiding, herstructurering en het duurzaam afronden van de komranden. Deze ontwikkelingen moeten gerealiseerd worden met behoud van de bestaande (cultuurhistorische en monumentale) kwaliteiten.

Uitgangspunten van het beleid voor de kernen zijn het handhaven van de basisvoorzieningen en het princiep inbreiding gaat voor uitbreiding. Inbreiding kan ruimte beiden aan woningbouw, maar ook aan algemene voorzieningen (bijvoorbeeld bibliotheek, verpleeghuis, scholen etc).


(Interim)Structuurvisie

Door het van kracht worden van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008 worden alle gemeenten verplicht voor hun grondgebied een Structuurvisie op te stellen, met als onderdeel daarvan een uitvoeringsparagraaf. Aan deze vereisten werd in het oude Structuurplan van de gemeente Waalre nog niet voldaan. Een Structuurvisie volgens de Wro heeft als doel inzicht te geven in de ruimtelijke ontwikkeling van een gemeente voor de middellange termijn. Door ruimtelijke ontwikkelingen op een hoger schaalniveau vast te leggen krijgen gemeenten de mogelijkheid om in het kader van de Grondexploitatiewet bovenplanse verevening toe te passen. Daarbij is het van belang dat er afstemming plaatsvindt tussen de Structuurvisie en de Nota Grondbeleid.

Om te voldoen aan deze vereisten heeft de gemeente op basis van het Structuurplan de Interim Structuurvisie Waalre opgesteld, welke op 11 juni 2009 is vastgesteld.

De Interim Structuurvisie formuleert de beleidsdoelen van de gemeente Waalre op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling tot 2013 en bevat tevens een uitvoeringsparagraaf. In het plan zijn die projecten benoemd, waarvan het noodzakelijk is dat die de komende periode worden uitgevoerd. Het betreft een actualisatie van het reeds vastgestelde beleid en vormt een supplement op het structuurplan. Het bevat geen nieuwe beleidsuitgangspunten.

Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe Structuurvisie Waalre. Naar verwachting zal deze nieuwe structuurvisie in de tweede kwartaal van 2013 worden vastgesteld door de gemeenteraad.

3.4.2 Woonvisie 2010 - 2030

De woonvisie1 geeft de basis voor de belangrijkste opgaven waarvoor de gemeente staat op het gebied van het bouw en huisvestingsbeleid. Naast de zorg voor de eigen inwoners speelt daarbij ook de regionale opvang een belangrijke rol. Aan de woonvisie liggen de volgende beleidsuitgangspunten ten grondslag:

  • Behoud van het authentieke dorpse, groene karakter van de gemeente;
  • Ruimte geven aan alle doelgroepen die graag in Waalre willen wonen;
  • Het benutten van de potenties van de gemeente voor hoogwaardige woonmilieus, mede als bijdrage aan de (economische) ontwikkeling van de regio;
  • Door haar kwaliteiten en door de regionale betrokkenheid versterken van het vitale en dynamische karakter van Waalre;
  • Het optimaal gestalte geven aan een aanbod dat zowel voor de eigen inwoners als voor de regionale opvang ruimte biedt;
  • Er is sprake van één gemeentelijke woningmarkt.

Doelgroepen

Waalre wil een gevarieerde gemeente zijn waarin ruimte is voor diverse doelgroepen. Daarbij richt de gemeente zich in het bijzonder op:

  • huishoudens met de lagere inkomens;
  • starters;
  • senioren met en zonder zorgvraag;
  • jongere zorgvragers;
  • statushouders en 'pardonners';
  • doorstromers;
  • kenniswerkers.

De gemeente legt hierbij grote nadruk op levensloopbestendigheid, aanpasbaarheid, duurzaamheid en beeldkwaliteit.

Aan de ene kant wil de gemeente daarmee woningzoekenden ondersteunen die minder gemakkelijk op eigen kracht in hun huisvesting kunnen voorzien. Anderzijds constateert de gemeente dat de middenklasse in het woningaanbod relatief zwak vertegenwoordigd is, waardoor de doorstroming wordt belemmerd. Daarom zet zij ook in op doorstromers en kenniswerkers die in de regio hun arbeidsplaats hebben en een groene woonomgeving zoeken.

Uitgangspunten

Aan de Woonvisie liggen de volgende beleidsuitgangspunten ten grondslag:

  • Behoud van het authentieke dorpse, groene karakter van de gemeente.
  • Ruimte geven aan alle doelgroepen die graag in Waalre willen wonen.
  • Het benutten van de potenties van de gemeente voor hoogwaardige woonmilieus, mede als bijdrage aan de (economische) ontwikkeling van de regio.
  • Door z'n kwaliteiten en door de regionale betrokkenheid versterken van het vitale en dynamische karakter van Waalre.
  • Het optimaal gestalte geven aan een aanbod dat zowel voor de eigen inwoners als voor de regionale opvang ruimte biedt.
  • Een gelijkwaardige positie van de kernen Aalst en Waalre.

De gemeente wil haar beleid realiseren door als regisseur op te treden en woonconsumenten en marktpartijen te faciliteren om het wonen in de gemeente de gewenste impuls te geven.

Woningbouw en kwaliteit

De gemeente legt grote nadruk op levensloopbestendigheid, aanpasbaarheid, duurzaamheid en beeldkwaliteit. De gemeente wil vanuit haar regisseursfunctie afspraken maken met marktpartijen over de te realiseren producten en diensten. De belangrijkste acties ter uitvoering van de woonvisie zijn:

  • De aanpassing van de differentiatie in bestaande plannen;
  • De daadwerkelijke uitvoering van de plannen;
  • Inzet in SRE-verband in verband met de BOR-afspraken;
  • Het maken van prestatie-afspraken met corporaties en commerciële ontwikkelaars;
  • Het tegen het licht houden van de woonruimteverdeling;
  • Monitoring en waar nodig bijstelling van het beleid op basis van woningmarkt- en beleidsontwikkelingen, onder andere van het SRE;
  • Herziening van de Woonvisie elke 4 jaar.

3.4.3 Welstandsnota

Elke gemeente heeft de keuze om op het gebied van bouwen en wonen welstandstoezicht te voeren. Doel van de welstandstoetsing is het behartigen van het publieke belang door de lokale overheid, waarbij de individueel vrijheid van de burger of ondernemer wordt afgewogen tegen het aanzien van hun omgeving als algemene waarde.

De gemeente Waalre hanteert daarbij als uitgangspunt: "Streng waar moet, los waar kan". In dit kader is door de gemeenteraad in de welstandsnota beleid vastgesteld met objectieve en voor de burger inzichtelijke welstandscriteria. Aan de hand van deze criteria toetsen gemeente en welstandscommissie de omgevingsvergunningen.

De welstandsnota bevat een samenhangend stelsel van criteria in drie hoofdgroepen;

  • Objectgerichte criteria (voor kleine objecten en veel voorkomende bouwwerken);
  • Gebiedsgerichte criteria (voor plannen die de bestaande structuur van de gebieden niet wezenlijk doorbreken);
  • Algemene criteria (als vangnetbepaling, voor bouwplannen waarvoor object- en gebiedsgerichte criteria ontoereikend zijn).

Toetsing gaat altijd uit van goedkeuringsgronden. Past een plan binnen de objectcriteria volgt altijd een positief advies, pas een plan niet binnen de criteria wordt het plan getoetst aan de gebieds- en eventueel de algemene toetsingcriteria.

De gemeente Waalre heeft aanvullend hierop binnen haar grondgebied enkele gebieden aangewezen waarvoor geen redelijke eisen van welstand gelden. Dit wil zeggen dat er geen preventieve welstandstoets door het college plaatsvindt.

Voor vergunningvrije bouwwerken (zoals genoemd in het Besluit omgevingsrecht (Bor)) en bouwwerken die sterk afwijken en afbreuk doen aan hun omgeving is de excessenregeling in de nota opgenomen. Dus ook plannen die niet preventief getoetst worden, moeten passen binnen het beeld van de gemeente. De burger heeft vrijheid binnen de structuur en de architectuur van het bestaande gebied. Uitzondering hierop zijn de welstandsvrije gebieden. Hier kan achteraf niet alsnog geconstateerd worden dat er sprake is van een exces. Immers vrij is vrij.

Voor nieuwe ontwikkelingen (nieuwbouwprojecten en (her)ontwikkelingslocaties) zijn aanvullende spelregels nodig. De welstandsnota voorziet hier niet in. Criteria voor dergelijke ontwikkelingen kunnen individueel opgesteld worden als onderdeel van de stedebouwkundige planvoorbereiding. Vaak worden de criteria opgenomen in een beeldkwaliteitplan dat door de raad wordt vastgesteld als aanvulling op de welstandsnota.

3.4.4 Groenbeleidsplan 2009 - 2018

In het Groenbeleidsplan is de visie gegeven op het groen binnen de gemeente Waalre. Waalre kent een groen beeld en staat bekend om zijn groene uitstraling. Omdat groen aan veranderingen onderhevig is, heeft dit groenbeleidsplan de volgende doelstelling:

  • Kwaliteit groenstructuur behouden door de huidige waardevolle structuren vast te leggen. Deze structuren zijn een leidraad bij toekomstige ontwikkelingen in de openbare ruimte en de realisatie van de gewenste groenstructuur;
  • Groenbeleid als basis voor de ontwikkeling, inrichting en beheer vastleggen, zodat de karakteristieke groenstructuur zich verder kan ontwikkelen tot een duurzame en beheerbare groenstructuur.

Het uiteindelijke doel is het in stand houden van de groene uitstraling van de gemeente Waalre. Dit wordt onder andere bereikt door onderscheid te maken in een hoofdgroenstructuur, nevengroenstructuur en overig groen.

Voor Aalst wordt de onderstaande groenstructuur gehanteerd. Concreet betekent dit dat er onderscheid gemaakt is tussen hoofd- en nevengroenstructuur. Hoofdgroenstructuur zal de bestemming groen krijgen met specifieke regels. Door het expliciet als groen te bestemmen wordt het behoud van dit groen op de betreffende locatie gewaarborgd. Een losse groenstrook of groen als begeleiding van de straat wordt aangeduid als nevengroenstructuur. Deze nevengroenstructuur is opgenomen in de bestemming 'Verkeer'.

3.4.5 Beleidsnota Beroep of bedrijf aan huis (2009)

De verschillende bestemmingsplannen hanteren over het algemeen de volgende begripsbeschrijving:

  • 1. Bedrijf aan huis: 'het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang in de activiteiten zodanig is dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend'.
  • 2. Beroep aan huis: 'een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend'.

Doel van de beleidsnota:

  • Medegebruik van woningen stimuleren, rekening houdend met de nadelen van een beroep of bedrijf aan huis zoals parkeer- en gebruiksoverlast;
  • Bij de beoordeling van een verzoek een gemotiveerde en zorgvuldige belangenafweging kunnen maken.

De beleidsregels zijn van toepassing op percelen waar de bestemming 'Wonen' is toegekend en waar sprake is van een zelfstandige woning.

Het vestigen van een vrij beroep is niet in strijd met de bestemming 'Wonen', mits de woonfunctie als overwegende functie gehandhaafd blijft en het bestemmingsplan niet het tegendeel bepaalt.

Aan het hebben van een beroep- of bedrijf aan huis zijn wel voorwaarden verbonden. Deze zijn terug te lezen in de regels.

3.4.6 Afwijking voor tijdelijke huisvesting t.b.v. mantelzorg

Het zelfstandig bewonen van bijgebouwen bij een woning is in de regel verboden. Er kan door middel van een omgevingsvergunning worden afgeweken van dit verbod wanneer de bewoner van het bijgebouw zorgbehoevend is. Aan het verlenen van deze omgevingsvergunning zijn verschillende voorwaarden verbonden. Zo is het voor mantelzorg te gebruiken oppervlakte gelimiteerd en dient de aanvraag beschouwd te worden in relatie tot de omgeving. Omdat een aanvraag voor het gebruik van bijgebouwen voor mantelzorg persoonsgebonden is, vervalt de omgevingsvergunning als de noodzaak van mantelzorg niet langer aantoonbaar is.

3.4.7 Beleidsregels bluswatervoorziening en bereikbaarheid gemeente Waalre

De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) heeft in september 2003 de 'Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid' uitgegeven. De regionale brandweer heeft deze handleiding op een aantal punten aangepast en een aantal aanvullingen gemaakt. Dit heeft geresulteerd in de beleidsregels bluswatervoorziening en bereikbaarheid gemeente Waalre. In de beleidsregels wordt aangegeven hoe om te gaan met de bereikbaarheid en blusvoorziening in de gemeente. Er wordt onderscheid gemaakt in het openbare wegennet, het eigen terrein rondom een object, de bereikbaarheid bij evenementen en de bereikbaarheid bij (bouw)werkzaamheden. Aan de hand van deze beleidsregels kan door iedereen in een vroeg stadium van bouw- en ontwikkelprojecten rekening gehouden worden met het optreden van de hulpverlenende diensten.