direct naar inhoud van Artikel 25 Verkeer - Railverkeer
Plan: Buitengebied 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-OH01

Artikel 25 Verkeer - Railverkeer

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer – Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen met ten hoogste 2 sporen (exclusief eventuele rangeersporen);
  • b. voorzieningen ten behoeve van spoorwegverkeer;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  • c. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • d. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • e. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  • f. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met daarbij behorende voorzieningen:

  • g. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • h. straatmeubilair;
  • i. voorzieningen van algemeen nut;
  • j. kunstwerken in de vorm van onderdoorgangen;
  • k. wegen, voet- en rijwielpaden;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

25.2 Bouwregels
25.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van gebouwen bedraagt 15 m².

25.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, bewegwijzering, bovenleidings- en signaleringsmasten bedraagt maximaal 10 meter.

25.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. kamperen;
  • b. opslag van goederen en materialen.