Plan: | Veghels Buiten - Noordoost |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0860.VE04ad000000BP2012-OH01 |
Normstelling en beleid
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de betreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij alsnog kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Voor een nieuw geval van bodemverontreiniging geldt, in tegenstelling tot oude gevallen (voor 1987), dat niet functiegericht maar in beginsel volledig moet worden gesaneerd als er sprake is van een functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur te worden gerealiseerd op een bodem die geschikt is voor het beoogde gebruik.
Onderzoek en conclusie
Voor het totale plangebied Veghels Buiten is in 2006 een indicatief milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd (Grontmij 2006). Dit onderzoek is in 2009 geactualiseerd en aangevuld (Grontmij 2009). De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek zijn hierna samengevat weergegeven. In figuur 4.1 is een overzicht opgenomen van alle bekende (mogelijke) verontreinigingslocaties.
figuur 4.1 Bodemonderzoeken en verdachte locaties (Grontmij, 2010)
Uit het voorgaande blijkt dat er op dit moment geen grote verontreinigingen in de ondergrond van het plangebied Veghels Buiten - Noordoost bekend zijn. Aangezien het onderhavige bestemmingsplan Veghels Buiten - Noordoost consoliderend van aard is, vindt er geen feitelijke functieverandering plaats. De bodemkwaliteit staat de vaststelling van dit bestemmingsplan dan ook niet in de weg.
Indien ingrepen in de bodem plaatsvinden op een locatie waarvan bekend is dat deze mogelijk verontreinigd is, zal de grondeigenaar nader milieuonderzoek moeten uitvoeren teneinde aan te tonen dat de geplande ingreep mogelijk is.