Plan: | Veghels Buiten - Noordoost |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0860.VE04ad000000BP2012-OH01 |
Normstelling en beleid
Waterbeheer en watertoets
Het is wettelijk verplicht om in het kader van een bestemmingsplanprocedure ook een watertoets uit te voeren. Dit is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over een beoogd ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met een duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Aa en Maas, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Onderstaand volgt een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap nader wordt beschreven.
Europa:
Rijk:
Provincie Noord-Brabant:
Waterschap Aa en Maas:
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2010-2015 (2012) staan de doelen en de noodzakelijke ingrepen in het watersysteem van waterschap Aa en Maas benoemd. Klimaat en maatschappij veranderen momenteel snel. Om in het beheersgebied van het waterschap ook over vijftig jaar nog steeds comfortabel te kunnen wonen, werken en recreëren moet de komende jaren veel aan het watersysteem gebeuren. De missie van het waterschap hierbij is “Het ontwikkelen, beheren en in stand houden van gezonde en veerkrachtige watersystemen, die ruimte bieden aan een duurzaam gebruik voor mens, dier en plant in het gebied, waarbij de veiligheid is gewaarborgd en met een open oog voor economische aspecten”. De maatschappelijke doelstellingen voor water, namelijk veilig en bewoonbaar beheergebied, voldoende water, schoon water en natuurlijk en recreatief water, worden gerealiseerd.
Watertoets
Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met het Waterschap Aa en Maas over deze waterparagraaf. De waterbeheerder concludeert daarbij dat het bestemmingsplan geen effect heeft op de waterhuishoudkundige situatie in het plangebied en omgeving (mail van 31 mei 2012). De waterbeheerder heeft daarbij verzocht om stroken van 5 m breed aan weerszijden van de leggerwatergangen als vrijwaringszone in het bestemmingsplan mede te bestemmen voor beheer en onderhoud van de betrokken watergang. De gemeente is van mening dat deze functie reeds via de Keur van het waterschap is geregeld en dat daarom regeling in het bestemmingsplan overbodig is.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied Veghels Buiten - Noordoost ligt ten oosten van de kern Veghel, tussen de Udenseweg en de Erpseweg. Het plangebied bestaat voornamelijk uit agrarisch gebied. Daarnaast zijn er bedrijven, bedrijfswoningen en burgerwoningen in het plangebied gelegen.
Bodem en grondwater
De bodemopbouw in het plangebied is van invloed op de watersituatie ter plaatse. Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem in het plangebied uit kalkloze zandgronden (podolen, beekeerdgrond). Zoals de naam van dit oostelijke deel van Veghels Buiten (Nieuwe Ontgining) ook al aangeeft, bestaat het plangebied vooral uit voormalige heidegronden die pas laat in cultuur zijn gebracht.
In het uiterste oostelijke en westelijke deel van het gebied komt grondwatertrap V voor. Dit houdt in dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand op minder dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand meer dan 1,2 m beneden maaiveld ligt. In het overige deel van het plangebied is sprake van grondwater trap III. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand op minder dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en de gemiddelde laagste grondwaterstand varieert tussen 0,80 m en ruim 1,20 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte ter plaatse van het plangebied bedraag circa NAP +9,70 m. Door deze heersende grondwatertrappen en de aanwezige maaiveldhoogte blijkt dat de oostelijke en westelijke delen van het plangebied droger zijn dan de overige delen.
Grondwaterwinning
Direct ten oosten van het plangebied, ter plaatse van het bosgebied Blankens Kerkhof, is het waterwingebied Veghel van Brabant Water gelegen. In de huidige situatie heeft Brabant Water een vergunning om in dit waterwingebied uit het diepe watervoerende pakket 9,5 miljoen m3/jaar op te pompen. Het betreft hier een zogenaamde 'diepe winning' (meer dan 110 meter). Een klein gedeelte van het waterwingebied ligt binnen het plangebied Veghels Buiten - Noordoost. Het gaat hierbij om een perceel direct ten noorden van de Erpseweg
De provincie heeft in haar brief aangegeven dat ze voornemens is deze percelen niet langer aan te wijzen als waterwingebied en hierop de milieuverordening aan te passen. In overleg met de provincie, Brabant Water en de gemeente is afgesproken dat vooruitlopend op deze aanpassing van de verordening het waterwingebied niet meer in dit bestemmingsplan zal worden aangeduid.
Uit de provinciale milieuverordening blijkt dat het gehele plangebied is gelegen binnen de boringsvrije zone rond het waterwingebied van Brabant Water. Dit is het gebied rondom de waterwinning waar zich tussen het maaiveld en het watervoerend pakket een aaneengesloten slecht doorlaatbare kleilaag bevindt. Door de kleilaag wordt het grondwater beschermd tegen invloeden.
Binnen de boringsvrije zone is een aantal activiteiten in principe niet toegestaan tenzij de provincie (Gedeputeerde Staten) hiervoor, onder het stellen van voorwaarden, een speciale ontheffing verleent. Het gaat dan met name om doorboringen en ontgravingen van de bodem dieper dan 10 m beneden maaiveld. In de praktijk betekent dit dat bijvoorbeeld voor heiwerkzaamheden, het boren van putten en de aanleg van bodemwarmtewisselsystemen een ontheffing moet worden aangevraagd.
Naast de drinkwaterwinning van Brabant Water zijn, volgens het provinciale register grondwateronttrekkingen, binnen Veghels Buiten meerdere grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregening aanwezig. Het gaat daarbij om onttrekkingen van 0 tot 100 en van 100 tot 500 m3/h.
Oppervlaktewater
De hydrologische situatie in en rond het plangebied concentreert zich rondom twee 'primaire' leggerwaterlopen. De Aa, gelegen ten zuiden en westen van het Veghels Buiten, is daarvan de belangrijkste. Deze deels gekanaliseerde beek loopt grotendeels evenwijdig aan de Zuid-Willemsvaart, en is recent op een aantal plaatsen hersteld en natuurvriendelijk gemaakt.
De andere primaire leggerwaterloop is de Beekgraaf. Een smalle beek die tevens een functie als ecologische verbindingszone heeft. Deze beek 'ontspringt' ter hoogte van de voormalige gemeentegrens tussen Veghel en Erp, direct ten westen van Boekel en stroomt vervolgens in noordwestelijke en oostelijke richting om op de gemeentegrens tussen Veghel en Bernheze uit te monden in de Aa.
Indien het waterpeil in de Beekgraaf laag is, kan water worden ingelaten bij gemaal Veluwe tussen Boekel en Erp. Daarnaast laat ook gemaal Vogelenzang water in naar de Beekgraaf. Achter gemaal Vogelenzang is een aftakking waarbij overtollig water terug kan lopen (over een stuw), waarna het door gemaal 't Ham wordt teruggepompt in de Aa. Het water dat aangevoerd wordt via gemaal Vogelenzang voedt het gebied waarin ook het waterwingebied Veghel ligt en vervolgens het gebied ten westen daarvan. De capaciteit van gemaal Vogelenzang wordt momenteel niet volledig benut. Een toename van de wateraanvoer via dit gemaal vraagt om aanpassingen aan achterliggende waterlopen, die nu al een knelpunt vormen. Enkele boeren in het gebied hebben aangegeven dat het gebied momenteel regelmatig te nat is. Daarom wordt deze watergang in het groeiseizoen vaker gemaaid.
Voor de leggerwaterlopen geldt op grond van de Keur Waterschap Aa en Maas 2011 een vrijwaringszone van 5 m aan weerszijden van de watergang, ter bescherming van de watergang en voor het beheer en onderhoud van deze watergangen. Het bestemmingsplan bevat geen nieuwe bouwmogelijkheden binnen deze zone.
Naast deze leggerwaterlopen zijn er in het plangebied verschillende schouwsloten en overige watergangen gelegen voor de afwatering van het gebied. Afvoer van gebiedseigen water vindt ten zuiden van de Erpseweg plaats in zuidelijke richting naar de Aa. Ten noorden van de Erpseweg is de afvoerrichting van oppervlaktewater over het algemeen noordelijk, in de richting van de Beekgraaf. Het gebiedseigen water is in de huidige situatie met name afkomstig vanuit landbouwpercelen binnen het plangebied. Hierin worden vooralsnog geen wijzigingen voorzien. In het bestemmingsplan Veghels Buiten - Noordoost wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'.
Riolering
De huidige bebouwing in het plangebied is aangesloten op de drukriolering. Deze drukriolering sluit aan op het gemengde rioolstelsel van rioleringsgebied Zuid en het verbeterd gescheiden stelsel van rioleringsgebied De Scheifelaar, beide behorend tot de gemeente Veghel.
Ten oosten en noorden van het plangebied ligt een bestaande persleiding van het waterschap die richting de RWZI afwatert. Deze leiding komt vanaf het hoofdrioolgemaal in Erp en loopt aan de oostzijde langs Mariaheide. Ter hoogte van het gemaal Erp en het gemaal Mariaheide zitten inprikpunten op de persleiding.
Waterveiligheid
Het plangebied ligt niet binnen de kern- of beschermingszone van een waterkering. Hierdoor gelden geen beperkingen voor het grondgebruik in verband met de waterveiligheid.
Conclusie
Vanwege het consoliderende karakter biedt het bestemmingsplan Veghels Buiten - Noordoost weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren. Er worden immers geen belangrijke wijzigingen in het gebied voorzien. De planontwikkeling heeft derhalve geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse van het plangebied.
Als in de toekomst eventuele ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak. Hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers kan bijvoorbeeld meer waterberging worden gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkelingen diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.