direct naar inhoud van 2.2 Gebiedskarakteristiek
Plan: Veghels Buiten - Noordoost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0860.VE04ad000000BP2012-OH01

2.2 Gebiedskarakteristiek

Het gebied Veghels Buiten, waarvan het plangebied Veghels Buiten - Noordoost onderdeel is, is gesitueerd ten zuidoosten van de kern Veghel. Veghels Buiten wordt begrensd door de Udenseweg in het noorden. De oostelijke grens van Veghels Buiten loopt langs het terrein van Brabant Water en buigt vervolgens in westelijke richting af in de richting van de Aa. De zuidgrens wordt gevormd door het oude lint bij de buurtschappen Havelt en Ham. De Erpseweg doorsnijdt Veghels Buiten.

Binnen Veghels Buiten zijn twee landschapstypologieën te onderscheiden: de Oude en Nieuwe Ontginning. Deze typologieën vinden hun oorsprong in de morfologie van de bodem. De Oude Ontginning bevindt zich op de oeverwal van de Aa en bevat de hoger gelegen en droge dekzandgronden, die al eeuwenlang worden bewoond en bewerkt. De ontginning van deze gebieden is niet structureel aangepakt. Daarom kenmerkt de Oude Ontginning zich door een organische ordening: grillige kavelstructuren, bochtige smalle wegen en lintstructuren.

De Nieuwe Ontginning ligt lager en was daarom van oorsprong te nat en te schraal om gebruikt te worden voor agrarische doeleinden. Pas in het begin van de 19e eeuw zijn deze gebieden ontgonnen. Gebruikmakend van de destijds moderne technieken werden deze gebieden in korte tijd getransformeerd tot een agrarisch landschap met boomsingels. Halverwege de 20e eeuw deed de schaalvergroting in de agrarische sector haar intrede, met als gevolg dat de Nieuwe Ontginning opnieuw werd ingericht. Door middel van ruilverkaveling werd het landschap rationeel ingericht en grootschaliger van karakter.

Het plangebied Veghels Buiten - Noordoost behoort tot de Nieuwe Ontginning en is gelegen tussen de Udenseweg en de Erpseweg. Het plangebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van grote agrarische percelen, die van elkaar worden gescheiden door bomenrijen, sloten en wegen. De bebouwing in het plangebied betreft voornamelijk bedrijfsbebouwing, die geconcentreerd is langs de Udenseweg en de Erpseweg.

De gebouwen kenmerken zich veelal door een langgerekte vorm met een nok in de langsrichting. Bovendien hebben de meeste gebouwen een lage goothoogte tussen de 2 en 3 m en grote dakvlakken. Hierdoor zijn de daken prominenter aanwezig dan de gevels, die vaak ook verscholen gaan achter hagen en erfafscheidingen.