direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk
Plan: Kom Mariaheide
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0860.MA01aa000000BP2010-OH01

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen waaronder tevens begrepen buitenschoolse opvang en kinderdagopvang, met daaraan ondergeschikt dienstverlening alsook detailhandel, kantoren en een kantine ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', voor een begraafplaats;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', voor kantoor;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', voor wonen;

met de daarbij behorende:

  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. voorzieningen van algemeen nut;
  • i. wegen, straten en paden;
  • j. waterlopen en waterpartijen;
  • k. werken, geen bouwwerken zijnde zoals de aanleg van verhardingen ten behoeve van paden (waaronder brandgangen), in- en uitritten, terrassen en de aanleg van siertuin en/of gazon, alsmede parkeerplaatsen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Op of in de in 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.

8.2.2 (Hoofd)gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij een maximum bebouwingspercentage is aangegeven. Indien een maximum bebouwingspercentage is aangegeven, geldt dat het bouwvlak maximaal tot het aangeduide bebouwingspercentage mag worden bebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;

8.2.3 Begraafplaats

Op gronden binnen de aanduiding ‘begraafplaats’ gelden in afwijking op 8.2.2 de volgende bepalingen:

  • a. op de gronden mogen bij deze bestemming behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht;
  • b. het totale oppervlak van de begraafplaats mag met ten hoogte 5% worden bebouwd;
  • c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m¹;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 9 m¹;
  • e. gebouwen moeten een afstand van minimaal 5 m¹ ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrenzen aanhouden;
  • f. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitgezonderd erfafscheidingen, mag niet meer bedragen dan 5 m¹;
  • g. de hoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m¹.

8.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen voor de voorste bouwvlakgrens mag niet meer dan 1 m¹ bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen achter de voorste bouwvlakgrens mag niet meer dan 2 m¹ bedragen;
  • c. de hoogte van verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten mag niet meer dan 8 m¹ bedragen;
  • d. de hoogte van de andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak mag niet meer dan 5 m¹ bedragen;
  • e. de hoogte van de andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak mag niet meer dan 2,5 m¹ bedragen.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.