In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan ‘Schafterdijk 23, Valkenswaard’ met identificatienummer NL.IMRO.0858.BPschafterdijk23-ON01 van de gemeente Valkenswaard.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0858.BPschafterdijk23-ON01 met de bijbehorende regels (en bijlagen);
1.3 verbeelding
de kaart, waarop de bestemmingen en aanduidingen van de gronden die in het plangebied zijn gelegen, zijn aangegeven en zoals opgenomen in het bestemmingsplan.
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan-huis-verbonden beroep
het in een woning (met inbegrip van aangebouwde bijbehorende bouwwerken) beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, consument verzorgend of hiermee gelijk te stellen gebied, waaronder ook begrepen kappers, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt;
1.7 aardkundige waarden
waarden en kenmerken van een gebied die vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen en vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem van belang zijn;
1.8 achtererfgebied
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
1.9 achtergrondbelasting
De geurbelasting van alle veehouderijen samen op enige locatie;
1.10 agrarisch bedrijf
inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, waarbij onderscheidt wordt gemaakt in:
- een (vollegronds)teeltbedrijf,
- een veehouderij,
- een glastuinbouwbedrijf,
- een overig-agrarisch bedrijf;
1.11 agrarisch deskundige
een door het bevoegd gezag aan te wijzen algemeen erkende en onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw;
1.12 agrarisch grondgebruik
bedrijfsmatig en/of hobbymatig agrarisch gebruik van grond dat is gericht op:
- het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of;
- het houden van dieren,
met uitzondering van moestuinen buiten de daarvoor aangewezen gebieden;
1.13 agrarisch natuurbeheer
Onder agrarisch natuur- en landschapsbeheer verstaat men alle maatregelen die boeren nemen op en rond hun bedrijf voor natuur en landschap, voor het behouden en/of ontwikkelen van natuur- en landschapswaarden, van bijzondere natuur en zeldzame soorten, van cultuurhistorische waarden, door natuurbeheersmaatregelen op landbouwgronden uitgevoerd door boeren gecombineerd met de agrarische bedrijfsvoering;
1.14 agrarisch technisch hulpbedrijf
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of dat agrarische producten bewerkt, vervoert of verhandelt, waaronder loonwerkbedrijven, bedrijven voor mestopslag en handel, veetransport en veehandel, met uitzondering van mestbewerking;
1.15 agrarisch verwant bedrijf
een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-,tuin-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.
1.16 arbeidsmigrant
persoon die vanuit een ander land naar Nederland komt met als doel arbeid te verrichten en inkomen te verwerven en zijn hoofdverblijf elders heeft.
1.17 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens de gemeente of door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingvergunning ex artikel 9.6 van de Erfgoedwet (of voor de betreffende werkzaamheden een vergunning heeft van de minister van OCW) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
1.18 archeologische waarden
de waarden, die aan gronden zijn toegekend in verband met de daar aanwezige archeologische relicten;
1.19 architectonische waarden
de waarden, die aan een gebouw zijn toegekend vanwege de karakteristieke bouwkunst, bouwstijl of bouwvorm;
1.20 bebouwde kom
bebouwde kom als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;
1.21 bebouwing
gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.22 bebouwingscluster
vlakvormige verzameling van bebouwing, geheel of gedeeltelijk, in Landelijk gebied;
1.23 bebouwingsconcentratie
bebouwingslint of bebouwingscluster;
1.24 bebouwingslint
min of meer aaneengesloten lijnvormige reeks van bebouwing langs een weg, geheel of gedeeltelijk, in landelijk gebied;
1.25 bebouwingspercentage
Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.26 bed & breakfast
een voorziening in een (bedrijfs)woning en/of in bijbehorende bouwwerken voor overnachting met het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de woonfunctie en uitgevoerd door de bewoner;
1.27 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen en kantoor aan huis daaronder niet begrepen;
Meerdere inschrijvingen van bedrijven bij de Kamer van Koophandel op hetzelfde bouwperceel is mogelijk, mits er sprake is van een juridische, economische en functionele binding tussen de diverse bedrijven;
1.28 bedrijfsmatige exploitatie:
het via een bedrijf/stichting of ander rechtspersoon exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex of recreatieverblijven gericht op het als onderneming jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen, die hun hoofdverblijf elders hebben;
1.29 bedrijfsgebouw
een gebouw, niet zijnde een kas, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.30 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is. Dit met inbegrip van een binnen het bouwvlak gelegen plattelandswoning;
1.31 beeldbepalend pand
Een pand dat door zijn uiterlijke verschijningsvorm, historische bouwkunst en ligging kenmerkend is voor de omgeving en is opgenomen in de lijst met beeldbepalende panden uit 'Lijst Cultuurhistorische Waardevolle Objecten – sterstatus 22-5-2019' of diens opvolgers;
1.32 beeldkwaliteit:
het samenstel van de beoordeling van:
- de plaats van de bebouwing in het verleden en nu;
- de maten en verhoudingen van de gebouwen in het verleden en nu;
- het ritme of patroon van de bebouwing langs de weg in het verleden en nu;
- de beplanting langs de openbare weg en op particuliere gronden;
- het materiaalgebruik voor de bebouwing en de straat;
- kenmerkende objecten zoals een molen, kerk, bos, houtwal, kunst e.d.;
- staat van verzorging, detaillering en onderhoud van gebouwen, weg- en bermonderhoud, verlichting e.d.;
- abiotische omgeving, patronen en structuren.
1.33 beeldkwaliteitsplan Achterste Brug
Het Beeldkwaliteitsplan Achterste Brug dat op 24 september 2020 door de raad is vastgesteld en zoals opgenomen in bijlage 11;
1.34 beperkingen veehouderij
gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt;
1.35 bergbezinkbassin
een (rand)voorziening in een rioolstelsel ten behoeve van de (tijdelijke) berging van overtollig rioolwater.
1.36 bestaande situatie
bij bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van ter visielegging van het ontwerpbestemmingsplan reeds aanwezig, dan wel gebouwd mocht worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
bij gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat reeds plaatsvond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan met uitzondering van het gebruik dat reeds (zonder omgevingsvergunning) plaatsvond op genoemd tijdstip en in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
bij bebouwing voor mestbewerking: onder de bestaande gebruiksoppervlakte wordt verstaan, de gebruiksoppervlakte die op 13 juni 2017 legaal aanwezig of in uitvoering was, of mag worden gebouwd krachtens een vóór 13 juni 2017 verleende vergunning;
bij veehouderijen: onder de bestaande oppervlakte van een dierenverblijf wordt verstaan, de oppervlakte dierenverblijf die op 17 maart 2017 legaal aanwezig was, of mag worden gebouwd krachtens een vóór 17 maart 2017 verleende vergunning;
bij veehouderijen: onder de oppervlakte van bestaande gebouwen en bestaande bouwwerken wordt verstaan, geen gebouwen zijnde, de oppervlakte die op 21 september 2013 legaal aanwezig of mag worden gebouwd krachtens een vóór 21 september 2013 verleende vergunning;
bij geitenhouderijen: onder de bestaande oppervlakte van een dierenverblijf wordt verstaan de oppervlakte dierenverblijf die op 7 juli 2017 legaal aanwezig of mag worden gebouwd krachtens een vóór 7 juli 2017 verleende vergunning.
1.37 bestaand bouwperceel
bouwperceel waarbinnen het geldend bestemmingsplan het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken op een bouwvlak met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100 m2 toestaat;
1.38 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.39 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.40 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
1.41 BEX
Bedrijfsspecifieke Excretie: is een instrument voor melkveehouders die af willen wijken van de excretieforfaits voor melkvee in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
1.42 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak. Als bij de regels voor bijbehorende bouwwerken nadrukkelijk de (bedrijfs)woning wordt genoemd gelden deze regels alleen voor de woning;
1.43 boomteelt(bedrijf)
een (vollegronds)teelt(bedrijf) gericht op het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en (sier)heesters;
1.44 Besluit Omgevingsrecht (Bor)
besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wabo.
1.45 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.46 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.47 bouwlaag
Doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen;
1.48 bouwperceel
aaneengesloten (virtueel) vlak waarop functioneel bij elkaar behorende bebouwing en voorzieningen worden geconcentreerd, bestaande uit een bouwvlak, waarbinnen de gebouwen zijn toegelaten, met de direct daaraan grenzende gronden waar ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningsvrije bouwwerken zijn toegestaan;
1.49 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.50 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.51 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.52 BZV (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij)
Instrument waarin maatregelen zijn benoemd ter bevordering van de transitie naar zorgvuldige veehouderij voor individuele bedrijven, als opgenomen in de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij' (versie 2.1) en haar opvolgers;
1.53 constructie
alles wat herleidbaar uit twee of meer delen is samengevoegd en of een manier waarop twee onderdelen zijn samengevoegd;
1.54 cultuurhistorische waarden
waarden van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
1.55 cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
bebouwing die van cultuurhistorische waarde wordt geacht op typering, architectuur, landschappelijke en/of stedenbouwkundige situering, bijzondere vormgeving, bijdrage aan herkenbaarheid van de omgeving en/of gaafheid en karakteristieke elementen en bepalend voor de identiteit van een plek of gebied en aanknopingspunten biedend voor toekomstige ontwikkelingen;
1.56 dagbesteding
voorziening waar aan ouderen, mensen met een handicap, mensen met psychiatrische problemen of in het kader van een re-integratietraject een zinvolle invulling van de dag wordt geboden, zonder dat daar een overnachting ter plaatse mee gepaard gaat.
1.57 dagrecreatie
recreatief verblijf, met daarin voorzieningen voor dagrecreatief gebruik, daaronder pantry en wc.
1.58 dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen, zoals picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden, speeltuinen en banken, ten behoeve van extensieve dagrecreatie;
1.59 de naar de weg gekeerde bouwgrens
de bouwgrens aan de zijde van de weg;
1.60 de van de weg afgekeerde bouwgrens
de bouwgrens aan de zijde van het achtererfgebied;
1.61 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan voor consumptie ter plaatse en anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.62 dienstverlening
het verlenen van diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, al dan niet door middel van een baliefunctie, met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.63 diepwortelende beplanting
meerjarige beplanting met houtige wortels, welke onder algemene omstandigheden dieper wortelt dan 1 meter;
1.64 dierenpension
een bedrijf gericht op de dag- en/of nachtopvang van huisdieren, inclusief de verzorging ervan;
1.65 dierenverblijven
een (gedeelte van een) overdekte ruimte en de bijbehorende intensief gebruikte uitloop voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de daartoe behorende voorzieningen;
1.66 ecologische verbindingszone (evz):
een als zodanig in een bestemmingsplan aangeduid langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd.
1.67 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
1.68 erfafscheiding
een bouwwerk als bedoeld in artikel 2 lid 12 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
1.69 erotische dienstverlening
elke vorm van erotische dienstverlening met een bedrijfsmatig karakter zoals erotische massage, escortservice, parenclub, prostitutie, seksbioscoop, seksclub, sekstheater en dergelijke.
1.70 extensieve dagrecreatie
vormen van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, het gebruik van gronden als ligweides en picknick-plaats, die plaatsvinden in gebieden waar de hoofdfunctie een andere is;
1.71 extensief agrarisch medegebruik
een vorm van grondgebonden landbouw, zoals beweiding in lage veebezetting en de verbouw van akkerproducten met uitzondering van maïs, in hoofdzaak gericht op de instandhouding en/of vergroting van de natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
1.72 extensief recreatief medegebruik
het medegebruik van gronden voor routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen en ruitersport, alsmede route-ondersteunende voorzieningen zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.
1.73 faunavoorziening
voorzieningen die de verbinding tussen twee gebieden mogelijk maken of de kans op faunaslachtoffers beperken, zoals ecoducten, looprichels, faunatunnels en ecoduikers;
1.74 faunavriendelijke verlichting
verlichting die zo min mogelijk verstoring veroorzaakt van de ter plaatse voorkomende fauna;
1.75 gastenverblijf
een gebouw bedoeld voor het kortstondig verblijf van kopers van dieren die ter plaatse verhandeld worden en/of bezoekers van een evenement;
1.76 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met tenminste twee wanden omsloten ruimte vormt;
1.77 geluidszoneringsplichtige inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
1.78 gebruiksgerichte paardenhouderij
een paardenhouderij waar het gebruik van paarden in de vorm van het berijden van of het mennen met paarden, voorop staat, ten behoeve van recreatie en sport. Pensionstalling is eveneens een vorm van gebruiksgerichte paardenhouderij;
1.79 glastuinbouwbedrijf
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;
1.80 groenblauwe mantel
gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan het Natuur Netwerk Brabant en ecologische verbindingszone of die deze verbinden;
1.81 groenvoorziening
Vormen van beplanting en groen, die niet zijn aan te merken als agrarische bodemexploitatie;
1.82 groepsaccommodatie
Een gebouw dat geheel of gedeeltelijk is ingericht voor het bedrijfsmatig verschaffen van tijdelijk recreatief nachtverblijf in groepsverband in permanent daarvoor ingerichte ruimten aan personen, die hun hoofdverblijf elders hebben;
1.83 grondgebonden veehouderij
veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie;
Hierbij dient tenminste voldaan te worden aan de criteria uit de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (versie 2.1) dan wel haar opvolgers;
1.84 groom
- iemand die zich bezighoudt met de dagelijkse verzorging van een paard en het assisteren van een ruiter; iemand die rijpaarden verzorgt
- bijrijder van een koetsier; ook: bijrijder van een menner tijdens een menwedstrijd; hulpkoetsier
1.85 groomverblijf
een verblijfsruimte in of aan het bedrijfsgebouw met paardenstallen voor de tijdelijke huisvesting van een verzorger van paarden (groom of stalknecht), zodanig gepositioneerd dat de dieren dag en nacht onder direct toezicht staan;
1.86 GVE (groot vee-eenheid)
eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe;
1.87 grondgebonden teeltbedrijf
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
1.88 handel in volumineuze goederen
detailhandel in goederen van grote omvang, waaronder in ieder geval worden begrepen: bouwmarkten, keuken-, sanitair- en tegelbedrijven, alsmede handel in grove bouwmaterialen, meubelen (meubelmarkten), auto's, caravans, boten, tenten, tapijt en vloerbedekking;
1.89 hemelwaterberging
Een voorziening gelegen boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand, waarin regenwater tijdelijk kan worden opgeslagen.
1.90 hippisch sportcomplex
een bedrijf dat zich richt op op het voortbrengen (fokken), africhten en/of trainen en/of verhandelen van paarden en/of zich richt op stalling en/of het inzetten van paarden ten behoeve van de recreatie en sport (gebruiksgerichte en productiegerichte paardenhouderij);
1.91 hippische voorzieningen
onoverdekte voorzieningen, al dan niet in de vorm van een bouwwerk, ten behoeve van een hippisch bedrijf zoals paddocks, longeercirkel, stapmolen, aquatrainer, pistes en buitenbakken;
1.92 hobbymatig agrarisch gebruik
het telen van gewassen en dergelijke en/of het houden van dieren op niet bedrijfsmatige wijze, al dan niet ten behoeve van natuurbeheer;
1.93 hokdierhouderij
veehouderij met uitzondering van nertsenhouderij, melkrundveehouderij en schapenhouderij;
1.94 hondenfokkerij
een bedrijf gericht op het houden van honden ten behoeve van een fokkerij; een asiel of dierenpension valt hier niet onder;
1.95 hoofdbestemming
de belangrijkste functie(s) van een gebied, waarbinnen ook al dan niet van de hoofdbestemming afwijkende medebestemmingen zijn opgenomen;
1.96 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel of binnen bouwvlak door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, danwel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;
1.97 hoogzit
een uitkijkpunt in het kader van wildbeheer voor het waarnemen en voor zover de jachtwet dat toelaat, het afschieten van wilde dieren;
1.98 horeca(-bedrijf)
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of het exploiteren van zaalaccommodatie en/of logies. Tot de hieronder genoemde categorieën Horeca 1, 2, 3 en 4 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling vergelijkbare horecasoorten
Horeca 1:
vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkel-/bedrijfsvoorzieningen en waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren en/of licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse, zoals broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms;
Horeca 2:
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, zoals restaurants, bistro's, (grand) cafés, hotels en pensions;
Horeca 3:
vormen van horeca-activiteiten die primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren voor nuttiging al dan niet ter plaatse alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken, zoals cafetaria's, automatieken en afhaalhoreca;
Horeca 4:
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken voor gebruik ter plaatse van alcoholische dranken zoals bars, discotheken en nachtclubs, alsmede horeca met zaalaccommodatie.
1.99 houtopslag
het opstapelen van hout met een maximale hoogte van 1,5 m zonder bouwkundige voorzieningen.
1.100 huishouden
een verzameling van één of meer personen die een huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid;
1.101 huisvesting van arbeidsmigranten:
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een (agrarisch) bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten, voor zover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering.
1.102 hulpgebouw
Een gebouw dat dient als schuilhut voor het hobbymatig agrarisch gebruik in de vorm van het houden van dieren en het toebehorende dierenvoer, alsmede voor het schuilen van mensen en/of te gebruiken voor opslag van materieel ten behoeve van het beheer en onderhoud van de bijbehorende gronden.
1.103 hokdierhouderij
veehouderij met uitzondering van nertsenhouderij, melkrundveehouderij en schapenhouderij
1.104 infiltratie
het indringen van water in de bodem;
1.105 infiltratievoorziening
Een constructie waarmee tijdelijk opgevangen (schoon) regenwater weg kan indringen c.q. passief kan infiltreren in de bodem;
1.106 Interim omgevingsverordening(Iov):
de Interim omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant, vastgesteld d.d. 25 oktober 2019, of diens rechtsopvolger.
1.107 kamerverhuur
de verhuur van een woning of woongebouw via kameruitgifte, waarbij een pand door meerdere personen, die geen gezamenlijk huishouden vormen, wordt bewoond, en waarbij sprake is van woonruimtes, waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet).
1.108 kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van voornamelijk administratieve werkzaamheden en werkzaamheden;
1.109 kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen, geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.110 kamperen
recreatief buitenverblijf, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen;
1.111 kas
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter;
1.112 kleinschalig kamperen
kamperen in de vorm van recreatief medegebruik op gronden met een andere hoofdfunctie, voor maximaal 25 kampeermiddelen, geen stacaravans zijnde en alleen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
1.113 kleinschalige logiesaccommodatie
een voorziening in een bijbehorend bouwwerk voor overnachting door groepen, als recreatieve nevenactiviteit, ondergeschikt aan de woonfunctie;
1.114 kwaliteitsverbetering van het landschap
zie de voorwaarden zoals opgenomen in 48.1 Toepassing kwaliteitsverbetering
1.115 kweekbak
een niet voor mensen toegankelijk bouwwerk dat dient ter ondersteuning van het telen of verbouwen binnen een volkstuin;
1.116 landbouw
Akkerbouw, weidebouw, veehouderij, tuinbouw – waaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen- en elke andere vorm van bodemcultuur;
1.117 landbouwhuisdieren
landbouwhuisdieren, zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit;
1.118 landgoed
ruimtelijk functionele eenheid bestaande uit bos of overige natuur, al dan niet in combinatie met agrarische gronden, met daarin een geconcentreerde vorm van karakteristieke (woon)bebouwing;
1.119 landschappelijke inpassing
het inpassen van een gebouw of gebruik van grond in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kenmerken, door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting zie bijlage Handreiking Kwaliteitsverbetering Landschap gemeente Valkenswaard en haar opvolgers;
1.120 landschaps- of landschappelijke waarden
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
1.121 landschapselementen
de verzameling van landschappelijke beplantingen en natuurlijke elementen, waaronder het navolgende verstaan wordt:
- landschappelijke beplantingen: begroeiingselementen in het agrarische gebied of langs wegen en paden, bestaande uit opgaande beplanting (bossages, houtwallen, houtsingels, hagen, boomgroepen, bomenrijen, solitaire bomen), zonder een hoofdfunctie bosbouw of houtteelt;
- natuurlijke elementen: een begroeiings- of abiotisch element in het agrarisch gebied of langs wegen en paden, overwegend bestaande uit niet-opgaande beplanting, zoals moerasjes, poelen, overhoeken, steilrand, e.d.;
1.122 lichte geluidsversterkende voorzieningen
geluidsversterkende voorzieningen in de vorm van microfoons en degelijke, die tot doel hebben akoestische muziekinstrumenten voor een groter publiek hoorbaar te maken;
1.123 locatie gebonden horeca
horeca in de categorie Horeca 2 als activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht nevengeschikt is aan de ingevolge het bestemmingsplan al toegestane hoofdfunctie. De horeca-activiteit is van toegevoegde recreatieve waarde voor de locatie en zijn directe omgeving;
1.124 logies
bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf (altijd voor meerdere nachten) aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft.
1.125 longeercirkel
ruimte in de vorm van een cirkel, waarin aan een paard onder begeleiding een specifieke training gegeven kan worden;
1.126 luifel
een afdak aan een gebouw, al dan niet ondersteund;
1.127 maaiveld
de bovenkant van het ter plaatse aanwezige terrein op het grensvlak tussen ondergrond en lucht. "
1.128 manege
een agrarisch verwant bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende ondergeschikte activiteiten of ondergeschikte voorzieningen: het in pension houden van paarden, het houden van wedstrijden of andere evenementen.
1.129 mantelzorg
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
1.130 medebestemming
een bestemming/functie die als passend beschouwd wordt binnen de hoofdbestemming, zonder dat aan de beschrijving van de hoofdbestemming behoeft te worden voldaan;
1.131 mestbewerking
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest;
1.132 milieucategorie
milieucategorie zoals omschreven in de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering
1.133 Natuur Netwerk Brabant
Natuur Netwerk Brabant zoals bedoeld in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant van de provincie Noord-Brabant of haar rechtsopvolgers;
1.134 natuurwaarden
de waarden die aan een gebied zijn toegekend in verband met het voorkomen van biotische en/of abiotische elementen die bijdragen aan de diversiteit en natuurlijkheid van een gebied;
1.135 niet-agrarische bedrijven of functies
een bedrijf/functie geen agrarisch bedrijf, agrarisch-verwant bedrijf, horecabedrijf of kampeerterrein zijnde, zoals een ambachtelijk bedrijf, een dienstverlenend bedrijf, een reparatiebedrijf, een bouwbedrijf, een ander productiebedrijf, een sportterrein of een andere dagrecreatieve voorziening;
1.136 nevenfunctie
Activiteiten, die in ruimtelijke zin een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale (bedrijfs)activiteiten, zoals daartoe bestemd op een bouwperceel;
1.137 nutsvoorzieningen
voorzieningen t.b.v. het algemeen nut in ruime zin, zoals voorzieningen, installaties t.b.v. gas, water, elektriciteit en (tele)communicatie;
1.138 observatieplatform/-toren
bouwwerk om vanuit een hoog punt de wijde omgeving te kunnen bekijken. Een observatieplatform kent geen wanden en overkapping; een observatietoren wel;
1.139 omgevingskwaliteit
de kwaliteit van een plek of gebied die bepaald wordt door een goed samenspel van herkomstwaarde, belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde;
1.140 omschakeling
geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm;
1.141 ondergeschikte detailhandel
detailhandel als bedoeld in de 'Nota ondergeschikte detailhandel en internetverkoop';
1.142 ondergeschikte horeca
horeca in de categorie Horeca 1 als activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De horeca-activiteit is van zulke beperkte ruimtelijke omvang dat de (niet-horeca) functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
1.143 outdoor-recreatie
recreatieve buitenactiviteiten in de vorm van challenge- en/of survivalparcours, paintball, lasergames en daarmee te vergelijken en andere sportieve buitenactiviteiten, al dan niet gebruikmakend van daartoe geëigende materialen en voorzieningen, zoals klimtouwen, touwbanen en dergelijke;
1.144 overkapping
een bouwwerk dat bestaat uit een dakconstructie met maximaal 1 eigen wand;
1.145 overig-agrarisch bedrijf
agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, vollegrondsteeltbedrijf of glastuinbouwbedrijf valt;
1.146 overtollige bebouwing
bebouwing die na het beëindigen van de oorspronkelijke functie geen functie vervuld of kan vervullen voor de nieuwe functie;
1.147 paardenbak
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport op een speciaal aangelegde ondergrond, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
1.148 paardenhouderij
een overig agrarisch bedrijf waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het fokken, houden, africhten, trainen en verhandelen van eigen en/of paarden van derden;
1.149 paardrijvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van de paardensport in de vorm van paardenbakken, springweides, drafbanen, hindernissen, paddocks en vergelijkbare voorzieningen, met de bijbehorende overige voorzieningen zoals verlichting.
1.150 1.148 paddock
een niet-begroeide uitloop, voorzien van omheining voor paarden om enige tijd vrij te bewegen;
1.151 plattelandswoning
een bedrijfswoning, voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die op grond van het bestemmingsplan, door een derde bewoond mag worden, welke met betrekking tot die inrichting voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop berustende bepalingen beschouwd wordt als onderdeel van die inrichting;
1.152 peil
- bij nieuw te bouwen hoofd-/bedrijfsgebouwen en -woningen en daarbij behorende bouwwerken:het bestaande maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang van het hoofd-/bedrijfsgebouw;
- bij bestaande gebouwen: de bovenkant van de begane grondvloer van bestaande gebouwen voor zover het peil afwijkend is van het onder a bepaalde;
- voor bouwwerken, geen gebouw zijnde of een afdak: het bestaande maaiveld ter plaatse;
- ter plaatse van water: de gemiddelde hoogte van de waterstand;
1.153 perceelontsluiting
een in- en uitrit die ten dienste staat van een (bouw)perceel met als doel dat perceel te verbinden met de dichtstbij liggende openbare weg.
1.154 prostitutiebedrijf
een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding als beroep wordt uitgeoefend;
1.155 permanente bewoning
gebruik van een ruimte als hoofdverblijf met daarbij inbegrepen overnachtingen;
1.156 recreatieve nevenactiviteiten
een al dan niet bedrijfsmatig recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van de bestemming waarbinnen deze recreatieve nevenactiviteit is toegestaan;
1.157 recreatiewoning
Gebouw of enig ander bouwwerk, ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf voor personen, die hun hoofdverblijf elders hebben
1.158 relatie
ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bouwvlakken of bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bouwvlakken of bestemmingsvlakken één vlak vormen;
1.159 risicovolle inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde/richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten;
1.160 routegebonden horeca
een laagdrempelige horecavoorziening, ingericht bij een (bedrijfs)woning, die de recreant een plek biedt om even te pauzeren en een (al dan niet ter plaatse aangeboden) versnapering tot zich te nemen en de voorziening voldoet aan de volgende eisen:
- ligging aan of vlakbij een bewegwijzerde fiets- of wandelroute, het knooppuntennetwerk of een Natuurpoort;
- toiletvoorziening aanwezig;
- geen bediend buitenterras, geen alcoholverkoop of verstrekking van maaltijden;
1.161 ruimtelijke ontwikkeling
bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor een wijziging van het planologisch regime nodig is;
1.162 scoutingactiviteiten
Door een scoutinggroep georganiseerde vrijetijdsbesteding die tot doel heeft jongeren te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun volledige fysieke, intellectuele, emotionele, sociale en spirituele capaciteiten als individuen en als leden van de samenleving, en aldus bijdragen tot de ontwikkeling van een betere wereld;
1.163 seizoenarbeider
een werknemer, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam is om naar de aard kortdurend werk te verrichten;
1.164 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder ook begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.165 stalderingsgebied
gebied waarbinnen het oprichten van een dierenverblijf voor een hokdierhouderij is gekoppeld aan de sanering van een bestaand dierenverblijf van een hokdierhouderij met als doel de regionale concentratie van vee te reguleren en verdere leegstand te voorkomen;
1.166 standplaats
een plaats bestemd voor het plaatsen van een tent, een tentwagen, een camper, een caravan, een stacaravan, of een tenthuisje geen recreatiewoning zijnde.
1.167 statische opslag
opslag van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals auto's, boten en caravans en dergelijke, met een verplaatsingsfrequentie van gemiddeld 1 keer per maand, uit te voeren door of ten behoeve van de eigenaar van het goed/de goederen.
1.168 teeltondersteunende voorzieningen
ondersteunende voorzieningen, die een onderdeel zijn van de bedrijfsvoering van een grondgebondenteeltbedrijf, te onderscheiden zijn de volgende categorieën:
- tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen: teeltondersteunende voorzieningen, uitsluitend toegestaan zolang de teelt het vereist, met een maximum van 6 maanden, te onderscheiden in:
- lage tijdelijke voorzieningen: teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van maximaal 2,5 meter, zoals afdekfolies, insectengaas, acryldoek, lage tunnels, containervelden, aardbeientafels en dergelijke;
- hoge tijdelijke voorzieningen: teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van minimaal 2,5 meter, zoals hagelnetten en -kappen, schaduwhallen, wandelkappen;
- permanente teeltondersteunende voorzieningen: teeltondersteunende voorzieningen die voor onbepaalde tijd worden gebruikt, niet zijnde een kas, zoals containervelden, bakken op stellingen en regenkappen,
- overige teeltondersteunende voorzieningen, zoals boompalen, boomteelthekken en leidingen voor bodemverwarming, sproei- en druppelvoorzieningen;
1.169 theetuin
tuin met kleinschalige horecavoorziening waar men thee, andere dranken en versnaperingen kan nuttigen in een voor genoegen aangelegde en onderhouden privé-tuin;
1.170 tuin
een beplante, veelal afgesloten ruimte, grenzend aan een hoofdgebouw dat in verschillende vormen voor komt, zoals siertuinen met gazon, moestuinen met groente- en fruitplanten, bloemenperken en hagen.
1.171 tuin ZG
een beplante, veelal afgesloten ruimte, grenzend aan een hoofdgebouw dat in verschillende vormen voor komt, zoals siertuinen met gazon, moestuinen met groente- en fruitplanten, bloemenperken en hagen zonder bij- en hulpgebouwen
1.172 tuincentrum
bedrijf, geheel of in overwegende mate gericht op detailhandel van en het leveren van (boom)kwekerijproducten, planten, bloembollen, bloemen, kamerplanten; dieren en dierproducten artikelen voor de aanleg en het onderhoud van tuinen en vijvers alsmede (tuin)inrichtingsartikelen en aanverwante artikelen;
1.173 trekkershut
een eenvoudig gebouw met beperkte inhoud en oppervlakte bestaande uit één ruimte, bestemd voor recreatief nachtverblijf voor personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
1.174 twee-aaneen gebouwde woning
twee, al dan niet binnen dezelfde bestemming gelegen, aan elkaar gebouwde woningen onder 1 kap;
1.175 vakantieappartement
deel van een bestaand agrarisch bedrijf, dat ten behoeve van een ondergeschikte bedrijfsmatig geëxploiteerde nevenactiviteit is ingericht en bestemd om uitsluitend door personen, wiens hoofdverblijven elders gelegen zijn, te worden gebruikt voor tijdelijk recreatief nachtverblijf met een maximum van 600m2;
1.176 veehouderij
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren;
1.177 verblijfsrecreatie
- voor op de verbeelding aangegeven hulpgebouwen met de aanduiding 'verblijfsrecreatie':
een activiteit waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar tenminste één nacht in het recreatieverblijf verblijft;
- voor tot Recreatie - Verblijfsrecreatie bestemde locaties:
een bedrijfsmatig geëxploiteerde activiteit in ruimten of voorzieningen welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie, pension, bed & breakfast of kampeermiddel door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben.
1.178 voerplaats
een bebouwde locatie waar voer wordt geplaatst voor dieren die daar vrije toegang tot hebben;
1.179 volwaardig bedrijf
een bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht en waarvan de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is verzekerd;
1.180 volkstuin
Een particuliere tuin, niet zijnde een tuin die bij de woning ligt of bij de woonbestemming hoort.
1.181 volkstuinencomplex
Een verzameling van volkstuinen in verenigd verband;
1.182 voorgevelrooilijn
de naar het openbaar gebied toegekeerde bouwgrens en het verlengde van die grens;
1.183 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten en andere daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
1.184 weekend
zaterdagen en zondagen en algemeen erkende feestdagen of daarmee gelijkgestelde dagen als bedoeld in artikel 3 van de Algemene termijnenwet die op een vrijdag of maandag vallen;
1.185 wonen
gebruik van een woning of wooneenheid door één afzonderlijk huishouden;
1.186 woning/wooneenheid
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.187 woningsplitsing
het opdelen van een bestemde woning in twee of meer zelfstandige woningen of wooneenheden;
1.188 woonboerderij
Één cultuurhistorisch waardevol gebouw dat bestaat uit een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met de in dezelfde bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten;
1.189 zorgvuldige veehouderij
Veehouderij, die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving, zoals opgenomen in de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij 2.1, dan wel diens opvolgers.