direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Kerkakkerstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPkerkakkerstraat-OH01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;
  • c. een aan huis verbonden beroep;
  • d. op kelderniveau(s) uitsluitend voor parkeervoorzieningen, bergingen, goederenstalling, en nutsvoorzieningen vanwege de woonfunctie op de begane grond en de verdiepingen.
6.2 Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 6.1omschreven bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen.

6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het hoofdgebouw mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak met (een gedeelte van) de voorgevel(s) in de naar de weg gekeerde bouwgrens, waarbij geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' uitsluitend aaneengebouwde woningen zijn toegestaan, en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - patio' uitsluitend patiowoningen zijn toegestaan;
  • b. de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. het aantal bouwlagen boven de maximaal toegestane goothoogte mag maximaal 1 bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b. en c. mogen de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - patio' maximaal 3,5 m bedragen, met dien verstande dat de goot- en bouwhoogte over maximaal 50% van het hoofdgebouw maximaal 7 m mogen bedragen;
  • e. het is niet toegestaan om hoofdgebouwen te splitsen in meerdere woningen.
6.2.2 Aanbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen en bijgebouwen gelegen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. het maximum bebouwingspercentage aan aanbouwen, bijgebouwen en zwembaden (niet overdekt) gelegen op het zij- en achterperceel bij aaneengebouwde woningen of patiowoningen bedraagt:
    • 1. bij een zij- en achterperceeloppervlak < 240 m2: 50%, met dien verstande dat de gezamenlijke bebouwingsoppervlakte maximaal 75 m2 bedraagt;
  • b. de maximale goothoogte van aanbouwen en bijgebouwen bedraagt 3 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen bedraagt 5,5 meter;
  • d. de maximale dakhelling van aanbouwen en bijgebouwen bedraagt 45 graden;
  • e. de minimum afstand van een zijaanbouw en bijgebouw achter de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt 1,5 meter;
  • f. aanbouwen en bijgebouwen mogen geen zelfstandige woning vormen.
6.2.3 Terreinafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van:

  • a. terreinafscheidingen geldt dat de bouwhoogte:
    • 1. vóór de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 meter mag bedragen;
    • 2. achter de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 meter mag bedragen;
  • b. overkappingen zijn de bepalingen van artikel 6.2.2 overeenkomstig van toepassing;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen of geen terreinafscheidingen noch overkappingen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijken m.b.t. afstand t.o.v. de bouwgrens

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 sub a voor het bouwen van hoofdgebouwen maximaal 2 meter achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits:

  • a. de vormgeving van de straatwand, bezien uit stedenbouwkundig en architectonisch oogpunt, niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. de van de weg afgekeerde bouwgrens niet wordt overschreden.
6.3.2 Afwijken m.b.t. de dakhelling

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.2 sub d voor het realiseren van een steilere dakhelling dan 45°, mits zulks geschiedt om redenen van esthetische aard gebaseerd op een welstandsadvies.

6.3.3 Afwijken m.b.t. terreinafscheidingen

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.3 sub a.1 voor terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw met een hoogte van maximaal 3 meter ter afbakening van de openbare weg, mits:

  • a. het af te scheiden perceel een breedte heeft van tenminste 35 meter;
  • b. het bouwwerk een transparantie heeft van tenminste 75%.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Gebruiksverbod

Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor:
    • 1. detailhandelsvoorzieningen, horecabedrijven, kantoren, bankinstellingen en andere bedrijven voor handel en zakelijke dienstverlening;
    • 2. kamerverhuurbedrijven;
    • 3. seksinrichtingen;
  • b. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
6.4.2 Uitsluiting gebruiksverbod

Het onder artikel 6.4.1 genoemde gebruiksverbod is niet van toepassing op de uitoefening van een aan huis verbonden beroep mits:

  • a. de hiertoe benodigde vloeroppervlakte maximaal 35 m2 bedraagt, zulks met inbegrip van aanbouwen en bijgebouwen;
  • b. degene die de bedrijfsvoering van het aan huis verbonden beroep uitoefent, tevens de bewoner van de woning is;
  • c. bij uitoefening van de beroepen van schoonheidsspecialist(e), mani- en/of pedicure en kapper sprake is van ten hoogste 1 arbeidsplaats;
  • d. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van het aan huis verbonden beroep.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Afwijken m.b.t. aan huis verbonden beroep

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 6.4.2 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep met een vloeroppervlakte van maximaal 75 m² (met inbegrip van aanbouwen en bijgebouwen) mits:

  • a. het gebruik geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert, noch afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt;
  • b. het gebruik de afwikkeling van het verkeer niet nadelig beïnvloedt en/of niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in de buurt;
  • c. het gebruik geen publieksgericht karakter heeft;
  • d. degene die de bedrijfsvoering van het aan huis verbonden beroep uitoefent, tevens de bewoner van de woning is;
  • e. bij uitoefening van de beroepen van schoonheidsspecialist(e), mani- en/of pedicure en kapper sprake is van ten hoogste 1 arbeidsplaats;
  • f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van het aan huis verbonden beroep.
6.5.2 Afwijken m.b.t. gebruik van bijgebouw

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 6.4.1 sub b ten behoeve van het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. het gebruik geen onevenredige aantasting van het woongenot van omwonenden oplevert, noch leidt tot beperkingen in de bedrijfsvoering van naburige bedrijven;
  • c. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende (bebouwings-)regeling voor bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².

Het bevoegd gezag wint voorafgaande aan de verlening van de omgevingsvergunning nadere informatie bij verzoeker in, die zeker moet stellen dat er zorgbehoefte is, inclusief het feit dat deze naar haar aard tijdelijk is.

Het bevoegd gezag stelt bij verlening van de omgevingsvergunning nadere eisen die gericht zijn op eindigheid en intrekking van de omgevingsvergunning, zodra de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

6.5.3 Afwijken m.b.t. kamerverhuurbedrijven

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 6.4.1 ten behoeve van een kamerverhuurbedrijf, mits:

  • a. het gebruik geen overmatige overlast voor de (woon-)omgeving oplevert;
  • b. het gebruik de afwikkeling van het verkeer niet nadelig beïnvloedt en/of niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in de buurt.