In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan ‘Dorpsstraat 13a, Valkenswaard’ van de gemeente Valkenswaard;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0858.BPdorpsstraat13aVA01 met de bijbehorende regels (en bijlagen);
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-verbonden beroep
het in een woning (met inbegrip van aangebouwde bijbehorende bouwwerken) beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, kunstzinnig, vastgesteldtechnisch, consument verzorgend of hiermee gelijk te stellen gebied, waaronder ook begrepen kappers, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt;
1.6 aardkundige waarden
waarden die specifiek betrekking hebben op bodemkundige, geomorfologische en/of geologische kenmerken en ontstaanswijze, zoals bodemsamenstelling en -opbouw, hoogteverschillen, en de daarmee samenhangende waterhuishouding;
1.7 achtererfgebied
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
1.8 agrarisch grondgebruik
bedrijfsmatig en/of hobbymatig agrarisch gebruik van grond dat is gericht op:
- het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of;
- het houden van dieren,
met uitzondering van moestuinen buiten de daarvoor aangewezen gebieden;
1.9 agrarisch natuurbeheer
Onder agrarisch natuur- en landschapsbeheer verstaat men alle maatregelen die boeren nemen op en rond hun bedrijf voor natuur en landschap, voor het behouden en/of ontwikkelen van natuur- en landschapwaarden, van bijzondere natuur en zeldzame soorten, van cultuurhistorische waarden, door natuurbeheersmaatregelen op landbouwgronden uitgevoerd door boeren gecombineerd met de agrarische bedrijfsvoering;
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.11 bed & breakfast
een voorziening in een (bedrijfs)woning en/of in bijbehorende bouwwerken voor overnachting met het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de woonfunctie en uitgevoerd door de bewoner;
1.12 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen en kantoor aan huis daaronder niet begrepen;
Meerdere inschrijvingen van bedrijven bij de Kamer van Koophandel op hetzelfde bouwperceel is mogelijk, mits er sprake is van een juridische, economische en functionele binding tussen de diverse bedrijven;
1.13 bedrijfsgebouw
een gebouw, niet zijnde een kas, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.14 bestaande situatie
- bij bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van ter visielegging van het vastgesteldbestemmingsplan reeds aanwezig of in uitvoering was, dan wel gebouwd mocht worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- bij gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat reeds plaatsvond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan met uitzondering van het gebruik dat reeds (zonder omgevingsvergunning) plaatsvond op genoemd tijdstip en in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
1.15 bestaand bouwperceel
bouwperceel waarbinnen het geldend bestemmingsplan het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100 m² toestaat;
1.16 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.17 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
1.19 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Als bij de regels voor bijbehorende bouwwerken nadrukkelijk de (bedrijfs)woning wordt genoemd gelden deze regels alleen voor de woning;
1.20 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.21 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.23 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.24 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.25 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.26 cattery
een kleinschalige kattenfokkerij;
1.27 constructie
alles wat herleidbaar uit twee of meer delen is samengevoegd en of een manier waarop twee onderdelen zijn samengevoegd;
1.28 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.29 dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen, zoals picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden, speeltuinen en banken, ten behoeve van extensieve dagrecreatie;
1.30 dagrecreatie
recreatief verblijf, niet zijnde verblijfsrecreatie;
1.31 de naar de weg gekeerde bouwgrens
de bouwgrens aan de zijde van de weg;
1.32 de van de weg afgekeerde bouwgrens
de bouwgrens aan de zijde van het achtererfgebied;
1.33 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan voor consumptie ter plaatse en anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.34 dienstverlening
het verlenen van diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, al dan niet door middel van een baliefunctie, met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.35 diepwortelende beplanting
meerjarige beplanting met houtige wortels, welke onder algemene omstandigheden dieper wortelt dan 1 meter;
1.36 erfafscheiding
een bouwwerk als bedoeld in artikel 2 lid 12 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
1.37 extensieve dagrecreatie
vormen van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, het gebruik van gronden als ligweides en picknick-plaats, die plaatsvinden in gebieden waar de hoofdfunctie een andere is;
1.38 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met tenminste twee wanden omsloten ruimte vormt;
1.39 hobbymatig agrarisch gebruik
het telen van gewassen en dergelijke en/of het houden van dieren op niet bedrijfsmatige wijze, al dan niet ten behoeve van natuurbeheer;
1.40 hoofdbestemming
de belangrijkste functie(s) van een gebied, waarbinnen ook al dan niet van de hoofdbestemming afwijkende medebestemmingen zijn opgenomen;
1.41 hoofdgebouw
een gebouw dat gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;
1.42 hoogzit
een uitkijkpunt in het kader van wildbeheer voor het waarnemen en voor zover de jachtwet dat toelaat, het afschieten van wilde dieren;
1.43 huishouden
een verzameling van één of meer personen die een huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid;
1.44 hulpgebouw
een gebouw dat dient als schuilhut voor het hobbymatig agrarisch gebruik in de vorm van het houden van dieren en het toebehorende dierenvoer, alsmede voor het schuilen van mensen en/of te gebruiken voor opslag van materieel ten behoeve van het beheer en onderhoud van de bijbehorende gronden. Indien het hulpgebouw is aangeduid als 'dagrecreatie' of 'verblijfsrecreatie' zijn die functies toegestaan;
1.45 kamerverhuur
de verhuur van een woning of woongebouw via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken er in van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet;
1.46 kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van voornamelijk administratieve werkzaamheden en werkzaamheden;
1.47 kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen, geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.48 kamperen
recreatief buitenverblijf, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen;
1.49 kattenhotel
een voorziening waar men tegen betaling zijn/haar kat voor kortere of langere tijd kan onderbrengen, bijvoorbeeld tijdens vakanties;
1.50 kleinschalig kamperen
kamperen in de vorm van recreatief medegebruik op gronden met een andere hoofdfunctie, voor maximaal 25 kampeermiddelen, geen stacaravans zijnde en alleen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
1.51 kleinschalige logiesaccommodatie
een voorziening in een bijbehorend bouwwerk voor overnachting door groepen, als recreatieve nevenactiviteit, ondergeschikt aan de woonfunctie;
1.52 Kwaliteitsverbetering van het landschap
zie de voorwaarden zoals opgenomen in 13.1 Toepassing kwaliteitsverbetering
1.53 landschappelijke inpassing
het inpassen van een gebouw of gebruik van grond in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kenmerken, door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting
1.54 landschaps- of landschappelijke waarden
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
1.55 landschapselementen
de verzameling van landschappelijke beplantingen en natuurlijke elementen, waaronder het navolgende verstaan wordt:
- landschappelijke beplantingen: begroeiingselementen in het agrarische gebied of langs wegen en paden, bestaande uit opgaande beplanting (bossages, houtwallen, houtsingels, hagen, boomgroepen, bomenrijen, solitaire bomen), zonder een hoofdfunctie bosbouw of houtteelt;
- natuurlijke elementen: een begroeiings- of abiotisch element in het agrarisch gebied of langs wegen en paden, overwegend bestaande uit niet-opgaande beplanting, zoals moerasjes, poelen, overhoeken, steilrand, e.d.;
1.56 luifel
een afdak aan een gebouw, al dan niet ondersteund;
1.57 mantelzorg
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.58 medebestemming
een bestemming/functie die als passend beschouwd wordt binnen de hoofdbestemming, zonder dat aan de beschrijving van de hoofdbestemming behoeft te worden voldaan;
1.59 natuurlijke waarden
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied;
1.60 nevenfunctie
activiteiten die in ruimtelijke zin een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale (bedrijfs)activiteiten zoals daartoe bestemd op een bouwperceel;
1.61 nutsvoorzieningen
voorzieningen t.b.v. het algemeen nut in ruime zin, zoals voorzieningen, installaties t.b.v. gas, water, elektriciteit en (tele)communicatie;
1.62 ondergeschikte detailhandel
detailhandel als bedoeld in de 'Nota ondergeschikte detailhandel en internetverkoop';
1.63 overkapping
een bouwwerk dat bestaat uit een dakconstructie met maximaal 1 eigen wand;
1.64 paardenbak
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport op een speciaal aangelegde ondergrond, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
1.65 peil
- bij nieuw te bouwen hoofd-/bedrijfsgebouwen en -woningen en daarbij behorende bouwwerken: het bestaande maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang van het hoofd-/bedrijfsgebouw;
- bij bestaande gebouwen: de bovenkant van de begane grondvloer van bestaande gebouwen voor zover het peil afwijkend is van het onder a bepaalde;
- voor bouwwerken, geen gebouw zijnde of een afdak: het bestaande maaiveld ter plaatse;
- ter plaatse van water: de gemiddelde hoogte van de waterstand;
1.66 prostitutiebedrijf
een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding als beroep wordt uitgeoefend;
1.67 permanent verblijf
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
1.68 recreatiewoning
een gebouw, dat blijkens de inrichting geschikt is voor recreatief nachtverblijf;
1.69 ruimtelijke ontwikkeling
bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor een wijziging van het planologisch regime nodig is;
1.70 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder ook begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.71 standplaats
een plaats bestemd voor het plaatsen van een tent, een tentwagen, een camper, een caravan, een stacaravan, of een tenthuisje geen recreatiewoning zijnde.
1.72 statische opslag
opslag van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals auto's, boten en caravans en dergelijke, met een verplaatsingsfrequentie van gemiddeld 1 keer per maand, uit te voeren door of ten behoeve van de eigenaar van het goed/de goederen.
1.73 voorgevelrooilijn
de naar het openbaar gebied toegekeerde bouwgrens en het verlengde van die grens;
1.74 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten en andere daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
1.75 woning/wooneenheid
een (gedeelte van een) gebouw, dat bestaat uit een complex van ruimten, dat uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;