Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0858.BPbuitengebied-OH01

5 Omschrijving cultuurhistorisch waardevolle panden

Dorpsstraat 22

Algemeen:
Langgevelboerderij met een kopse gevel aan de straat gelegen, onder wolfdak. Eenlaagse schuur met zadeldak  achter de boerderij en eenlaags garagegebouw met zadeldak links van de boerderij. Boerderij en garage zijn middels een schansmuur met poort met elkaar verbonden. Achter de garage ligt nog een klein, eenlaags volume met zadeldak. De gevels van de boerderij zijn opgebouwd in schoon metselwerk in rode baksteen in een kruisverband. Aan de onderzijden een grijs gepleisterde plint. Kozijnen, deuren en luiken in traditionele kleuren donkergroen en oker.

Boerderij:
De kopgevel aan de straatzijde:
Gevel aan de straatzijde (zijgevel) is asymmetrisch van vorm, omdat de linker(voor-)gevel hoger is opgetrokken dan de rechter(achter-)gevel. Centraal gelegen brede rechthoekige portiek met steense rondboog. Portiek belegd met plavuizen. Aan binnenzijde portiek drie moderne glaswanden. De portiek kan afgesloten worden met een getoogde houten poort. Links en rechts van de portiek een getoogd zesruits stalvenster. Halfsteense rollaag onder, en halfsteense segmentboog boven de vensters. Eén eenvoudige staafanker boven het linkerstalvenster. Verdieping met rechthoekig venster met houten luik. Halfsteense rollaag onder en boven het venster. Boerenvlechtingen in de schuine zijden.
Linkerzijgevel:
Linkergevel aan de straatzijde met toegangsdeur slecht zichtbaar door aanwezigheid van twee forse lindes vlak tegen de gevel. Aan de achterzijde, achter de schansmuur, een 24-ruits schuifvenster met houten luiken. Voor de schansmuur een vergelijkbaar venster zoals uiterst links in de gevel. Rechts daarvan een houten voordeur met daarin een klein kijkvenster. Rechts van de voordeur een klein, vierruits venster. Ter hoogte van de zoldervloer enkele eenvoudige staafankers.
Rechterzijgevel:
Rechtergevel (achtergevel) met centraal geplaatse houten deur en rechts daarvan een venster met houten luiken. Tegen de deur aan de linkerbovenzijde een klein vierruitsvenster. Rechts van het venster met houten luiken waarschijnlijk nog een venster met houten luiken, echter niet goed te zien vanwege een heg.
Links van de deur en het kleine venster nog een klein toiletvenstertje.
Dak:
Wolfdak belegd met grijze holle pannen (onderste gedeelte) en riet (bovenste gedeelte). Ter hoogte van de onderzijde van de rietdekking bevinden zich in de rechter(achter)gevel drie moderne dakramen. Nokpannen en gemetselde schoorsteen.

Garage en verbindingsmuur:
Schansmuur tussen boerderij en garage opgetrokken in schoon metselwerk in rode baksteen in een kruisverband. Houten poort tussen gemetselde pilaren. Op de linkerpilaar een betonnen sculptuur van een zwaan. Muurdelen links en rechts van de pilaren met platte muizentand. Bovenzijden met gemetselde ezelsruggen.
Garage met gevels in schoon metselwerk in rode baksteen in een kruisverband. Gepleisterde plint. Gevel aan de straatzijde met rechthoekige houten schuifdeur. Bovenzijde gevel met muizentand. Zadeldak belegd met grijze kruispannen.

Schuur achter de boerderij:
Opgetrokken in schoon metselwerk in rode baksteen. Zijgevel aan straatzijde met topgevelschot waarbij een houten muizentandlijst gecreëerd is. Zadeldak belegd met rode pannen.

Gebouw achter de garage:
Volume achter de garage met zadeldak, belegd met rode pannen.

De boerderij staat op de Kadastrale minuut en heeft derhalve een kern die terug gaat tot vóór 1832. In latere jaren, waarschijnlijk in de late 20e eeuw, is de boerderij verbouwd tot de huidige staat. Dit complex is cultuurhistorisch waardevol vanwege het origineel bewaarde beeld van een langgevelboerderij met hoofdgebouw en bijgebouwen en de historische onderdelen die zich mogelijk nog aan de binnenzijde van het pand bevinden (bijvoorbeeld de kapconstructie). De boerderij heeft een traditionele uitstraling met houten deuren, vensters en luiken, geschilderd in de traditionele kleuren donkergroen, oker en wit. Hoewel vermoedelijk in latere periode vervangen, ogen de vensters met rodeverdeling eveneens traditioneel en historisch. De beide forse lindes bij de voordeur zijn het behouden waard omdat ze het traditionele beeld bevestigen.

Dorpsstraat 30

Algemeen:
Kempische langgevelboerderij met lange voorgevel aan de straat gelegen, onder zadeldak. Afhang met lessenaarsdak tegen rechterzijgevel. Klein volume met zadeldak achter de boerderij. Gevels van de boerderij opgetrokken in schoon metselwerk in rode baksteen in een kruisverband. Kozijnen in okerkleur, deuren, poorten en luiken in donkergroene kleur, roeden wit. Eenvoudige staafankers.

Boerderij:
Voorgevel aan de straatzijde:
Voorgevel met grijze gepleisterde plint. Links in de gevel twee 18-ruits schuifvensters met houten luiken. Bakstenen lekdorpels. Wit geschilderde boogvelden met daarboven steense segmentbogen. Rechts van de vensters een houten paneeldeur, als voordeur, met hardstenen drempel en neuten. Zesruits bovelicht, wit geschilderd boogveld en steense segmentboog. Rechts van de voordeur het stalgedeelte met geheel links twee getoogde zesruits stalramen. Het linker is groter dan het rechter en heeft een betonnen lekdorpel. Het rechterstalraampje heeft een bakstenen lekdorpel. Beide stalvensters met halfsteense segmentbogen. Rechts van deze stalvensters een getoogde houten staldeur met halfsteense segmentboog. Hierboven een richel voor een schuifpoort die daar klaarblijkelijk ooit gezeten heeft. Rechts van deze deur een groot getoogd zesruits stalraam met betonnen lekdorpel en bovenaan een dubbele halfsteense rollaag. In het uiterste rechterdeel van de voorgevel twee staldeuren. De linkerstaldeur is een getoogde dubbele deur met daarboven een steense segmentboog. De rechterstaldeur betreft een rechthoekige dubbele deeldeur die de volledige hoogte van de gevel beslaat.
Linkerzijgevel:
Linkerzijgevel door de aanwezigheid van enkele bomen slecht zichtbaar. Begane grond met twee vensters, vergelijkbaar met de twee vensters geheel links in de voorgevel. Verdieping in de topgevel ook met twee vensters, echter niet goed zichtbaar.
Rechterzijgevel:
Rechterzijgevel met topgevelschot en houten windveer. Afhang met rechthoekige dubbele houten deur aan straatzijde. Wit gepleisterde plint aan de straatzijde. Lessenaarsdak belegd met grijze muldenpannen.
Dak:
Zadeldak van de boerderij belegd met grijze muldenpannen. Vier kleine dakramen in voorste dakschild. Twee gemetselde schoorstenen op de nok.

Tuin en erf:
Voortuin met paden met kinderkopjes. Links van de boerderij een sierlijke ijzeren poort tussen twee pilaren van schoon metselwerk in lichtrode baksteen. Twee grote platanen aan de straatzijde.

Deze langgevelboerderij is cultuurhistorisch waardevol vanwege zijn herkenbare boerderijtype, de langgevelboerderij. De boerderij wordt niet verstoord door indifferente onderdelen, zoals dakkapellen en moderne vensters. De boerderij oogt vrij origineel. De beide forse platanen bij de voordeur bevestigen het traditionele beeld. Traditioneel zijn de gebruikte kleuren voor het houtwerk: donkergroen, oker en wit.

Eindhovenseweg 264

J.L. Jeurissen heeft in 1927 een bouwvergunning aangevraagd voor het bouwen van een hotel-café-restaurant dat hij "Het Wandelpark" zal noemen. In 1930 volgt opnieuw een vergunning. Eind 20ste eeuw of begin 21ste eeuw heeft het pand de naam Listers. Momenteel wordt het pand gerund door de heer Van Asperdt en heeft het pand de naam "'t Oude Wandelpark" gekregen.
 
Algemeen:
Eenlaags horecapand 't Oude Wandelpark uit ca. 1928. Deels onder samengestelde kap. Eenlaags aanbouwen aan achterzijde met platdak. Overkapt terras met borstweringen aan straatzijde en zijgevels, behorend tot de oorspronkelijke opzet of een uitbreiding uit ca. 1930.
Terras en -overkapping:
Overkapping aan drie zijden, opgebouwd uit een rode bakstenen borstwering in schoon metselwerk van ca. 1 meter hoog. Daarop enkele wit geschilderde houten staanders met versiering en enkele rode bakstenen pilaren in schoon metselwerk met enkele donker geschilderde uitstekende bakstenen sierbandjes. Donkergroen geschilderde houten fries en wit geschilderde houten bakgoot met zinken kraal. Vóór de entree in de noordgevel een moderne zwart geschilderde metalen luifel met blauw doek, staande op rode bakstenen pilaartjes in schoon metselwerk. Aan de straatzijde is bovenop de terrasoverkapping een neonreclame van Heineken geplaatst.
Zichtbare zijgevels en voorgevel:
Gevels aan drie zijden opgebouwd in rode bakstenen in schoon metselwerk. Houten vensters, bestaande uit grote ruiten met daarboven twee- drie- of vierledige bovenramen. Huidige toegangspartij van het pand bevindt zich in de noordgevel. Hier een dubbele houten deur met brede rechthoekige ruiten.
Achterzijde:
Aanbouw aan achterzijde uit tweede helft 20ste eeuw. Zwart geschilderde bakstenen gevels.
Dak:
Samengestelde kap, bestaande uit twee snijdende L-vormige mansardedaken. Dak is belegd met rode Tuile-du-Nord dakpannen. In alle onderste dakschilden houten dakkapellen met houten bakgoten, behorend tot de oorspronkelijke opzet. Rode markiezen met witte reclame-opdrukken. Twee bakstenen schoorstenen.

Het pand is cultuurhistorisch waardevol vanwege de authenticiteit ervan. Het oorspronkelijke hotel-café-restaurant uit ca. 1928 is vrijwel geheel intact gebleven. Er is weliswaar een aanbouw aan de achterzijde gerealiseerd, maar die is niet storend. De deels glazen afscheiding tussen de Eindhovenseweg en het erf vertroebelt het beeld. Mogelijk hebben de bovenramen in de gevels oorspronkelijk glas-in-lood gehad, maar dit is niet zeker. Opvallend is de terrasoverkapping met houten en bakstenen staanders en pilaren die tot de oorspronkelijke opzet behoren. Ook noemenswaardig is de kap van het pand, die eveneens in ongewijzigde staat is. Deze samengestelde kap heeft een bijzondere constructie met snijdende daken. Originele dakpannen.

Luikerweg 145

Op 11 september 1944, een week voor de bevrijding van Valkenswaard, stopten hier twee geallieerde verkenningswagens. De bestuurders ervan maakten een praatje met de bewoners. Het café heette toen café Rustoord. Overigens eindigde deze dag in een drama voor vier Borkelnaren, die werden gefussilleerd door de Duitsers. Uitgebreid wordt hierover verhaald in het boek: De Brug tot Market Garden van J. Israël, p.67 e.v. Tegenover het café bevindt zich een monument uit 1994 ter herinnering aan de 50-jarige bevrijding, als eerbetoon aan de bevrijders en als herinnering aan hun eerste contact met de bevolking van Valkenswaard. Het monument is genaamd 'Bevrijdingsmonument' en is gemaakt door de van oorsprong Georgische kunstenaar Ramnaz Gojati (geb.1966), zie boek Beeldschoon Valkenswaard pag. 48 e.v.

Algemeen:
Eenlaags horecapand onder mansardedak. Gebouwd ca. 1935. Eenlaags aanbouw met asymmetrisch zadeldak tegen noordelijke achtergevel en oostelijke zijgevel. Alle vensters en dakkapellen van het hoofdvolume met markiezen. Gelig wit gepleisterde gevels.

Hoofdvolume:
Voorgevel:
Zuidelijke voorgevel met op de begane grond een centrale toegangsdeur met aan beide zijden daarvan een venster. Ter hoogte van de balklaag in de gevel een lichte uitsparing in het pleisterwerk met daarin de naam van het pannenkoekenrestaurant. Staafankers. Zolderlaag van de zuidelijke voorgevel met drie vensters met lekdorpels. Boven het centrale venster een ruitvormige uitsparing in het pleisterwerk. Geschilderde windveer.
Linkerzijgevel:
Gevel aan straatzijde met centrale deur met aan beide zijden een venster. Sierankers. Boven deze gevel een forse moderne bakgoot.
Achtergevel:
Noordelijke (achter)gevel met drie rechthoekige vensters met kunststof kozijnen en bovenramen. Geschilderde windveer.
Dak:
Mansardedak belegd met kruislings geplaatste rode tuile-du-nord dakpannen. Onderste dakschild aan westelijke straatgevel met twee dakvensters overstekend platdak. Twee rode bakstenen schoorstenen in schoon metselwerk op de nok van het dak.

Achterbouw:
Aanbouw tegen noordelijke achtergevel met gelig wit gepleisterde gevels, kleine vensters met kunststof kozijnen en lekdorpels. Asymmetrisch zadeldak belegd met rode tuile-du-nord dakpannen.

Architectonisch gezien is het pand minder waardevol vanwege de bepleistering, de kunststof kozijnen in de vensters en de forse bakgoot aan de straatzijde. Dit pand is vooral historisch gezien erg belangrijk. De inleidende tekst is daarover duidelijk.

Eindhovenseweg 271

Algemeen:
Een- deels tweelaags villa 'Casa Cara' onder platdak, deels met schilden. Gebouwd in ca. 1925 met speelse architectuur en invloeden van de Amsterdamse Schoolstijl. Wit geschilderde bakstenen gevels in kruisverband. Knipvoegen. Zwart geschilderde plinten. Voordeur in noordelijke gevel. Vierkante donker geschilderde houten luiken met kraalprofiel.

Hoofdvolume:
Voorgevel aan de straatzijde:
Linkerdeel oostelijke frontgevel met op de begane grond drielichtvenster met houten kozijnen. Negenruits bovenramen, twee luiken, bakstenen lekdorpel. Anderhalfsteense strek. Rechthoekige uitkragende boogfries. Houten kroonlijst met zinken kraal. Platdak met schild belegd met rode tuile-du-nord dakpannen. Houten dakvenster met zadeldak. Topgevelschot en windveer. Bovenzijde dakschild met houten kroonlijst.
Centrale deel oostelijke frontgevel met zowel op de begane grond als op de verdieping een tweelichtvenster met houten kozijnen. Negenruits bovenramen, twee luiken, bakstenen lekdorpels. Anderhalfsteense strekken. Ter hoogte van de balklaag tussen de begane grond en de verdieping bord met opdruk "Casa Cara". Houten kroonlijst.
Noordoostelijke hoek van het pand met achtkantige traptoren. Hoeken van de toren met bakstenen tanding in de vorm van een ritssluiting. Zuidoostelijk deel van de toren met op de begane grond een houten rondboogdeur met roedeverdeling. Verspreid over de gevels van de toren op verschillende hoogtes vierkante houten vensters. Elk venster met één luik. Bakstenen lekdorpels. Boven het venster op de begane grond in de oostelijke gevel van de toren het huisnummer 271 in metalen cijfers. Bovenzijde toren met opengewerkte borstwering, aan bovenzijde belegd met een laag rode tuile-du-nord dakpannen en nokpannen.
Rechterzijgevel:
Linkerdeel noordelijke gevel met links een houten venster met negenruits bovenraam, houten luiken, bakstenen lekdorpel en anderhalfsteense strek. Rechts een rondboogportiek met steense rondboog. Plavuizenvloertje met bruin en wit tegelmozaïek. Houten voordeur met roedenverdeling. Rechts van de deur een negenruits venster met houten kozijnen en bakstenen lekdorpel. Boven de voordeur op de verdieping een kruisvenster met houten kozijnen. Negenruits bovenramen, twee luiken, bakstenen lekdorpels. Anderhalfsteense strekken. Houten kroonlijst met zinken kraal.
Rechterdeel noordelijke gevel lager dan linkerdeel. Begane grond met drielichtvenster met houten kozijnen. Negenruits bovenramen, zonder luiken, bakstenen lekdorpel. Anderhalfsteense strek. Verdieping met twee kruisvensters met houten kozijnen. Negenruits bovenramen, zonder luiken, bakstenen lekdorpels. Anderhalfsteense strekken. Houten kroonlijst met zinken kraal. Lange bakstenen schoorsteen aan achterzijde.
Linkerzijgevel:
Zuidelijke gevel met zinken regenpijpen. Rechterdeel zuidelijke gevel met links een kruisvenster met houten kozijnen. Negenruits bovenramen, bakstenen lekdorpel. Anderhalfsteense strek. Houten betimmering voor markies. Rechts een dubbele houten deur met roedenverdeling. Betimmering voor markies. Rechthoekige uitkragende boogfries. Houten kroonlijst met zinken kraal.
Dak:
Platdak met schild belegd met rode tuile-du-nord dakpannen boven de linkerzijde (zuidzijde) van het gebouw. Daarin een houten dakvenster met zadeldak ter hoogte van de dubbele deur. Topgevelschot en windveer. Bovenzijde dakschild met houten kroonlijst. Platdak op alle andere delen van het complex.

Achterbouw:
Linkerdeel zuidelijke gevel enkellaags met platdak. Kruisvenster met houten kozijnen. Negenruits bovenramen, bakstenen lekdorpel. Anderhalfsteense strek. Houten betimmering voor markies.

Tuin:
Tuin met twee antieke metalen lantaarnpalen. Licht verhoogd terras tegen de zuidgevel, belegd met keien en bakstenen in een blokpatroon. Bakstenen wandjes. Licht verhoogd terras tegen de oostgevel.

Dit pand is cultuurhistorisch waardevol vanwege de authenticiteit. De speelse architectuur maakt dit gebouw uniek. De bouw heeft kenmerken van de Amsterdamse Schoolstijl (rode daken, baksteenversiering, breedtewerking en hoger bouwdeel). Het is een typerend voorbeeld van de villabouw in de twintiger jaren aan de grenzen van Valkenswaard. Het restaurant aan de overzijde van de weg en de villa's in noordelijke richting (Waalre) vormen hiermee een mooi ensemble.

Luikerweg ongenummerd (gedenkkapel op de militaire begraafplaats)

Alleen de gedenkkapel van deze militaire begraafplaats staat op Valkenswaards grondgebied. De overige elementen van deze gedenkplaats liggen op Bergeijks grondgebied. De begraafplaats is te betreden via een bakstenen ingangspartij, bestaande uit twee hoog oprijzende vierkante pilaren, waarop betonnen siervazen en tussen de pilaren een ijzeren hekwerk. In beton is in de flankerende muurtjes de tekst "Valkenswaard 1939-1945" en "War Cemetery" uitgehouwen. Rechts op het grafveld een (beton)stenen kruis op een bewerkte voet.
 
Algemeen:
Rechthoekige eenlaagse gedenkkapel met plat overstekend dak uit 1950. Gebouwd in de stijl van het neoclassicisme. Gevels van rode baksteen in schoon metselwerk, opgebouwd in een Vlaams verband. Witte betonnen plinten.
Voorzijde/entree:
Voorzijde met stoep. Frontgevel met centrale gevelopening. Twee monolitische zuilen met  schachten voorzien van cannelures. Zonder basementen, maar met C-vormige ovale kapitelen met spitse punten aan de onderzijden. Daarop een abacus. Onderzijde frontgevel aan beide zijden uitgebreid met hoekige borstwering met zitbankjes.
Zijgevels:
Beide zijgevels met elk een licht verdiept vlak met zesruits venster met houten kozijnen.
Achtergevel:
Blinde achtergevel.
Gevelbeëindiging:
Bovenzijde van de gevels met betonnen fries, architraaf en kroonlijst. Ver overstekend betonnen platdak met geprofileerde zijkanten.
Interieur:
Binnenzijde met betonnen plint en betonnen zitbankjes. Tegen de achtergevel een wit gepleisterd vlak met daarin een religieuze uiting met kruis in zwart en goudkleur.

Deze gedenkkapel is cultuurhistorisch van belang vanwege de bijzondere architectuur in neoclassicistische stijl met zuilen. Het geheel ziet er keurig verzorgd uit en is volledig authentiek.

Molenstraat 203-203a

Algemeen:
Eenlaags diepe kortgevelboerderij onder mansardedak, bestaande uit twee adressen. De boerderij heeft een korte gevel aan de straatzijde en een zeer lange linker- en rechterzijgevel. De korte achtergevel is niet zichtbaar.
Gebouwd ca. 1925. Nummer 203 betreft de woning aan de straatzijde, nummer 203a betreft een adres met kantoor en sportfunctie aan de achterzijde. Gevels opgebouwd in rode bakstenen in schoon metselwerk, in een kruisverband.
Rechts naast de boerderij bevinden zich nog restanten van een bijna compleet vergane, eeuwenoude boerderij. De familie Van Son-Jansen bouwde ter vervanging van dit oude gebouw in 1925 hun nieuwe boerderij. Enkele oude muurdelen, houten balken en staanders zijn naast de nieuwbouw nog aanwezig.
Voorgevel straatzijde:
Gepleisterde plint met vier kleine ventilatiegaten ten behoeve van de kelder. Centrale toegangsdeur boven betonnen stoepje in licht verdiept portiek met anderhalfsteense strek. Donker geschilderde geprofileerde houten voordeur met kijkvenster. Zesruits bovenlicht. Aan weerszijden van de deur twee T-schuifvensters met houten kozijnen. Zesruits bovenramen, anderhalfsteense strekken en betonnen lekdorpels. Ter hoogte van de balklaag enkele gietijzeren sierankers.
Zolderverdieping voorgevel met drie T-stolpvensters met houten kozijnen. Zesruits bovenramen, anderhalfsteense strekken en betonnen lekdorpels. Twee gietijzeren sierankers ter hoogte van de balklaag tussen de zolder en vliering. Vliering in de voorgevel met vierruits rondvenstertje. Houten windveer.
De linkerzijgevel van voor naar achteren:
Nummer 203: Een langwerpig T-stolpvenster met houten kozijnen. Zesruits bovenraam, anderhalfsteense strek en lekdorpel. Schuin links onder dit venster een klein ventilatiegat ten behoeve van de kelder. Links van dit venster twee T-stolpvensters met houten kozijnen. Zesruits bovenramen, anderhalfsteense strekken en lekdorpels. Onder het linkse van deze twee vensters een steunbeer. Onder het rechtse van deze twee vensters een vierkant kelderraam. Eenvoudige staafankers. Tegen dit deel van de gevel bevinden zich tevens twee zinken regenpijpen. Houten bakgoot met zinken kraal.
Nummer 203a: Een getoogde houten deur met segmentboog, links daarvan een stalraampje of deur (slecht zichtbaar door begroeiing). Een stalraam met daarboven een verlaagd houten dakvenstertje. Een getoogde houten deur en een stalraam. Geheel achter twee grote getoogde dubbele houten staldeuren met segmentbogen.
Muren voorzien van eenvoudige staafankers, het dak zonder goot.
De rechterzijgevel van voor naar achteren:
Zuidwestelijke rechterzijgevel slecht zichtbaar door plantenbegroeiing. Achterste deel met getoogde houten poort met segmentboog en enkele getoogde stalvensters. Eenvoudige staafankers. Het dak zonder goot.
Dak:
Mansardedak belegd met grijze tuile-du-nord dakpannen. Onderste dakschild boven de noordoostelijke linkerzijgevel met twee kleine dakraampjes en smalle bakstenen schoorsteen. Onderste dakschild boven de zuidwestelijke rechterzijgevel met twee kleine dakraampjes.
 
Deze boerderij is cultuurhistorisch waardevol omdat dit een goed voorbeeld is van een langgevelboerderij in het landelijke gebied van Valkenswaard. De verschijningsvorm met mansardedak komt uitsluitend in de eerste drie decennia van de twintigste eeuw voor. De ensemblewaarde van de bebouwing in deze omgeving is bijzonder groot.

Molenstraat 204

Algemeen:
Kempische langgevelboerderij 'Hoeve Venbergen' met zadeldak uit ca. 1900. Smalle, snijdende dwarsvleugel met zadeldak aan achterzijde. Fors schuur-/stalgebouw met wolfsdak, naast de boerderij. Gevels langgevelboerderij opgebouwd in rode bakstenen in schoon metselwerk in een kruisverband. Houten kozijnen, geschilderd in donkerblauw en wit. Geprofileerde, donkerblauw geschilderde houten luiken. Grijsblauw geschilderde gepleisterde plint. Links van de boerderij aan de straatzijde twee bakstenen kolommen van rode baksteen in een halfsteensverband. Betonnen afdekplaten. Op de kolommen betonnen banden met hierop "Hoeve Venbergen". Hiertussen een dubbele metalen sierpoort.
De boerderij:
Bedrijfsgedeelte voorgevel:
In de gevel geheel links een grote getoogde dubbele deeldeur met anderhalfsteense segmentboog. Rechts hiervan een grote getoogde dubbele staldeur met anderhalfsteense segmentboog. Verder naar rechts een getoogd negenruits stalraam met betonnen lekdorpel en halfsteense segmentboog. Vervolgens een grote getoogde dubbele staldeur met anderhalfsteense segmentboog. Rechts daarvan een getoogd negenruits stalraam met betonnen lekdorpel en halfsteense segmentboog. Juist rechts van het stalraam een verlaagd houten dakvenster met topgevelschot en houten windveren. Betonnen lekdorpel. Linkerdeel van deze gevel met vier zinken regenpijpen en eenvoudige staafankers.
Woongedeelte voorgevel:
Geheel links in dit deel van de gevel een donkerblauw geschilderde geprofileerde houten voordeur met kijkvenstertje. Zes- of negenruits bovenlicht (dit is door begroeiing niet goed te zien). Rechts van de deur drie stolpvensters met houten kozijnen en luiken. Betonnen lekdorpels. Zesruits bovenramen. Anderhalfsteense segmentbogen. Eenvoudige staafankers en een zinken regenpijp. Over de gehele breedte van de voorgevel een donker geschilderde houten bakgoot met zinken kraal.
Rechterzijgevel:
Rechterzijgevel is een topgevel. Begane grond met drie stolpvensters met houten kozijnen en luiken. Betonnen lekdorpels. Zesruits bovenramen. Anderhalfsteense segmentbogen. Tegen deze gevel staat een bakstenen muurtje met lantaarn en metalen sierpoort. Zolderverdieping met twee T-stolpvensters met houten kozijnen. Betonnen lekdorpels. Drieruits bovenramen. Anderhalfsteense segmentbogen. Eenvoudige staafankers. Geveltop en overig deel van de gevel niet zichtbaar door klimopbegroeiing.
Linkerzijgevel:
Linkerzijgevel geheel begroeid met klimop. Wolfseind.
Dak:
Zadeldak met wolfseinden belegd met grijze holle pannen. In het voorste dakschild, boven het woongedeelte een dakkapel met houten wangen en topgevelschot. Zadeldakje belegd met grijze holle pannen. Houten T-stolpvenster met drieruits bovenraam. Op de nok van het dak ter hoogte van het woongedeelte twee gemetselde schoorstenen met metalen kappen met holle gebogen dakvoeten. Een schoorsteen met piron, andere schoorsteen met goudkleurige windvaan in de vorm van een paard.

Vrijstaande schuur cq. stalgebouw:
Algemeen:
Schuur-/stalgebouw met rechthoekige plattegrond. Grijsblauw geschilderde gepleisterde plint. Gevels opgebouwd uit rode baksteen in schoon metselwerk in een wild verband.
Voorgevel:
Kopse voorgevel met centraal gelegen getoogde dubbele houten deeldeur. Bovenzijde van deze deeldeur versierd met motief rijzende zon. Links en rechts van de deur een wandlantaarn van metaal en glas. Links en rechts van de lantaarns een getoogd vierruits stalraam met zonmotief. Halfsteense rollaag en bakstenen lekdorpel. Eenvoudige staafankers. Boven de deeldeur een rondlicht met roosmotief.
Rechterzijgevel:
Gevel aan straatzijde met acht getoogde vierruits stalramen met zonmotief. Halfsteense rollagen en bakstenen lekdorpels. Twee zinken regenpijpen en zinken mastgoot.
Dak:
Zadeldak met twee wolfseinden belegd met moderne grijze holle pannen.
 
Deze boerderij is cultuurhistorisch waardevol omdat dit een goed voorbeeld is van een langgevelboerderij in het landelijke gebied van Valkenswaard. De ensemblewaarde van de bebouwing in deze omgeving is bijzonder groot.
Verder is deze boerderij mogelijk interessant, omdat het de opvolger van de bekende Postelse Hoeve zou kunnen zijn. Daarover bestaat nog geen duidelijkheid. De verschijningsvorm met zadeldak en wolfseinden is circa 1900 al lange tijd niet meer gebruikelijk. Wellicht wilde de eigenaar met deze wolfseinden een ouder karakter aan het uiterlijk van het gebouw geven.

Molenstraat 207

Algemeen:
T-boerderij, bestaande uit een langwerpige boerderij onder zadeldak met wolfseind met daaraan vast een dwars staand eenlaags woonhuis met zadeldak uit ca. 1900. De voorbouw is qua breedte smaller dan het bedrijfsgedeelte erachter en vertoont enkele kenmerken van de Neo-renaissancestijl. De boerderij is door begroeiing niet zichtbaar en kan daarom voorlopig niet beschreven worden. Wel is een wolfseind aan de achterzijde van de boerderij zichtbaar, hetgeen vaak duidt op een bouwperiode van vóór 1880.

Woonhuis:
Voorgevel aan de straatzijde:
Voorbouw opgebouwd uit rode bakstenen in schoon metselwerk in een kruisverband. Centraal geplaatste voordeur in licht verdiept portiek met rondboog als overspanning. Moderne voordeur met glaspanelen. Okergeel geschilderde houten kozijnen. Zesruits bovenlicht met wit geschilderde houten roeden. Wit gepleisterd boogveld boven de deur. Aan beide zijden van de deur twee rechthoekige T-schuifvensters met okergeel en wit geschilderde houten kozijnen. Zesruits bovenramen. Betonnen lekdorpels. Wit gepleisterde boogvelden en daarboven strekse segmentbogen. Ter hoogte van de balklaag een halfsteense rollaag en enkele ontluchtingsgaten.
Versierde muizentanding, deels met okergeel geschilderde koppen. Zinken regenpijpen en een houten bakgoot.
Zijgevels:
Linker- en rechterzijgevels van de voorbouw slecht zichtbaar door begroeiing. Linkerzijgevel met op de begane grond drie vensters, vergelijkbaar als in de voorgevel. Lekdorpels. Op de verdieping twee vensters met lekdorpels. Ter hoogte van de balklaag eenvoudige staafankers.
Dak:
Zadeldak belegd met grijze tuile-du-nord dakpannen. Twee bakstenen schoorstenen op de nok van het dak.
 
Deze boerderij is cultuurhistorisch waardevol omdat dit een goed voorbeeld is van een gemoderniseerde langgevelboerderij in het landelijke gebied van Valkenswaard. Om het wooncomfort te verhogen is circa 1900 een volledig nieuw woonhuis tegen de bestaande boerderij gebouwd. Stijlkenmerken uit deze periode zijn ook veelvuldig te bespeuren. Op veel plaatsen in de landelijke gebieden is dit fenomeen te constateren (zie bijvoorbeeld Mgr. Smetsstraat 29 in Dommelen). De ensemblewaarde van de bebouwing in deze omgeving is bijzonder groot.

Molenstraat 209

Eenlaags (gerenoveerd) woonhuis met L-vormige plattegrond, bestaande uit een vleugel met zadeldak waarin zich de voordeur bevindt, hierna te noemen de voorbouw. Daarachter een moderne vleugel met samengesteld dak (de achterbouw).

Voorbouw:
Voorgevel:
Opgebouwd in rode handgevormde 'appelbloesem' baksteen in schoon metselwerk, opgebouwd in een wild metselverband, bestaande uit opvallend veel koppen.
Grijs gepleisterde plint. Wit geschilderde houten voordeur, bestaande uit verticale kraaldelen. Hierboven een tweeruits bovenlicht. Houten kozijnen. Strekse segmentboog. Links van de deur één venster, rechts van de deur twee vensters. Zesruits schuifvensters met houten kozijnen en roeden. Wit geschilderde houten paneelluiken. Strekse segmentbogen en betonnen lekdorpels. Rechterdeel voorgevel blind. Eenvoudige staafankers verspreid over de voorgevel. Zinken mastgoot over de breedte van de voorgevel.
Linkerzijgevel:
Op begane grond rechts een venster met luiken, vergelijkbaar met die in de voorgevel. Aan de linkerzijde ter hoogte van de balklaag een opkamervenster met luiken, vergelijkbaar met de overige vensters. Eveneens ter hoogte van de balklaag eenvoudige staafankers. Zolderverdieping met een enkel venster, vergelijkbaar met de overige vensters, echter zonder luiken. Zinken regenpijp. Wit geschilderde houten windveer op klossen.
Dak:
Zadeldak belegd met grijze holle pannen. In voorste dakschild twee wit geschilderde houten dakkapellen met vierruits venster, topgevel, topgevelschot en zadeldakje belegd met grijze holle pannen. Op de nok van het dak twee bakstenen schoorstenen met aan de bovenzijden een muizentanding.

Achterbouw:
Zichtbare zijgevel:
Bestaande uit een oppervlak met een L- of een T-vorm. Opgebouwd in schoon metselwerk in een rode baksteen in een Vlaams verband. Moderne deuren en vensters met roedenverdeling. Centraal geveldeel met kraaldelen. Zinken mastgoot. Houten windveer op klossen.
Dak:
Samengestelde daken belegd met grijze holle pannen. Twee bakstenen schoorstenen met muizentanding en aan bovenzijden opengewerkt met afdekplaat.
 
De architectuurwaarde van dit woonhuis is momenteel van weinig waarde, tenzij nog een relatief groot aantal relicten uit de oude boerderij bewaard gebleven zijn Kelder, dakopbouw etc.). Dit pand is cultuurhistorisch waardevol omdat zij in een agrarisch gebied ligt, vlakbij de Venbergse Molen. Het huidige woonhuis heeft in het verleden zonder twijfel een agrarische functie gehad. De ensemblewaarde van de bebouwing in deze omgeving is bijzonder groot.

Molenstraat 211

De Venbergse watermolen ligt ten zuiden van Valkenswaard op de Dommel en werd voor het eerst vermeld in 1227 als bezit van een zusterklooster in Postel. In 1343 werd deze banmolen bezit van het Norbertijnenklooster te Postel. In 1716 eindigde dit bezit na confiscatie van alle Postelse abdijbezittingen in de Meierij van 's-Hertogenbosch door de Raad van State van Holland in Den Haag. In de 19e eeuw werd de molen bemalen door telgen uit de familie Van Poppel en vanaf 1918 door de familie Rietra. Het gebouw dateert in de huidige opzet van 1895; delen van het gebouw zijn veel ouder, uit de 18e of mogelijk de 17e eeuw. Begin jaren zeventig verkeerde de molen in slechte staat. Subsidies voor restauratie bleven uit, waarna de molen in de jaren 1973-1977 door de eigenaar zelf werd gerestaureerd. Tot begin 20ste eeuw was er ook een olieslagwerk aanwezig, aangedreven door een eigen waterrad. Bij de restauratie in de jaren zeventig werden de kantstenen teruggevonden. Deze zijn gereconstrueerd, zij het niet maalvaardig. Het waterrad is uitgevoerd in ijzer, met houten schoepen. Het onderschijfloop (draaiend op het aswiel) is voorzien van ijzeren staven. De molen draait in het zomerseizoen regelmatig; gemalen wordt er niet meer.
De molen is als rijksmonument met zijn fraaie ligging in het beeklandschap van zeer grote landschappelijke waarde. Horeca- en kano-activiteiten in de directe nabijheid laten de molen (nog net) in zijn waarde.
(bron: http://www.molendatabase.nl/nederland/molen.php?nummer=601)
 
Algemeen:
Onderslag watermolen de 'Venbergse Watermolen', bestaande uit vier volumes, te weten: een tweelaags molengebouw met zadeldak, hier tegenaan een eenlaagse afhang met lessenaarsdak en een eenlaagse aanbouw met zadeldak tegen de achterzijde van de afhang. Tegenover de molen staat het molenaarshuis. Gevels van het molencomplex zijn bekleed met zwart geschilderde houten kraaldelen. De drie volumes zijn belegd met rode holle dakpannen. Op diverse plaatsen zinken regenpijpen.

Molen:
Voorgevel aan de straatzijde:
Voorgevel molengebouw met asymmetrischge indeling. Op de begane grond een centraal geplaatste dubbele houten toegangspoort met hierboven een diagonaal geplaatste plank, die dient als lekdorpel. De poort wordt aan beide zijden geflankeerd door een zesruits schuifvenster met wit geschilderde houten kozijnen. Zinken lekdorpels. Verdieping met centraal dubbel houten luik. Links en rechts hiervan vensters, vergelijkbaar met die van de begane grond. Bovenzijde gevel met zinken mastgoot. Boven de luiken een ver overstekende houten hijskapel met hijsinstallatie. Topgevelschot, windveren met watergoten en sierelement in de nok. Zijkanten met zinken mastgootjes. Hijskapel is -evenals alle daken van het molencomplex- bedekt met rode holle dakpannen.
Zijgevels:
Linker- en rechterzijgevels blind met kraaldelen. Windveren en waterborden met sierelementen in de nok. Het waterrad is door de linkerzijgevel met het interieur van de molen verbonden. De waterstand van de rivier, die naast de molen stroomt, is via een sluisje te beïnvloeden. Samen met de brug over de Dommel vormen deze beide laatstgenoemde elementen één geheel.
Achterzijde:
Achterzijde molengebouw met op de begane grond twee vensters, vergelijkbaar met die van de voorgevel, op de verdieping één of twee dito vensters. (door begroeiing niet goed te zien) Bovenzijde gevel met zinken mastgoot.
Dak:
Belegd met rode holle dakpannen.
 
Afhang:
Gevel aan de straatzijde van de afhang met dubbele houten poort met daarboven een diagonaal geplaatste plank, die dient als lekdorpel. Bovenzijde van deze gevel met windveer en watergoot. Rechterzijgevel blind met zinken mastgoot. Belegd met rode holle dakpannen.

Aanbouw:
Eenlaagse aanbouw aan achterzijde met blinde noordoostelijke zijgevel. In deze gevel een dubbele houten poort en twee smalle deuren, eveneens geheel bestaande uit zwart geschilderde houten kraaldelen. Bovenzijde van deze gevel met zinken mastgoot. Noordwestelijke achtergevel blind met aan de bovenzijde houten een houten windveer met watergoot en sierlijk nokstuk. Zuidwestelijke zijgevel met één of meer vensters vergelijkbaar met de overige vensters in het complex. Door begroeiing is deze gevel niet duidelijk zichtbaar. Belegd met rode holle dakpannen.

Molenaarshuis:
Tweelaags woonhuis onder zadeldak, belegd met grijze holle pannen. Nu in gebruik als restaurant Toeristenoord Venbergen. De bovenste bouwlaag is een mezzanino, een halfhoge verdieping. De gevels vertonen een groot aantal sporen van verbouw en herbouw, de bovenverdieping is ook van een latere verbouwing. De modernisering van veel vensters en de forse serre-aanbouw aan de zuidelijke gevelwand hebben weinig van het oorspronkelijke molenaarshuis over gelaten.
 
De Venbergse watermolen is vanwege de ligging in het landschap en de specifieke functie ervan van bijzondere betekenis voor Valkenswaard en wijde omgeving. Daarbij hoort ook de "molenaarswoning". De ons bekende historie gaat al terug tot de dertiende eeuw. Cultuurhistorisch is de molen van belang voor het toerisme in deze omgeving. De Dommel heeft hierbij een grote betekenis.

Schafterdijk 19

Algemeen:
T-vormige langgevelboerderij uit 1927, gebouwd voor J.C. (of D.C.) Smits. Buitenzijden kozijnen grijsblauw geschilderd. Binnenste delen wit. Bakstenen lekdorpels onder de vensters.
Voorgevel aan straatzijde:
Voorgevel opgebouwd in schoon metselwerk in rode baksteen in een kruisverband. Aan onderzijde links een trasraam, rechts een grijs gepleisterde plint. Boven trasraam en plint een halfsteense rollaag. Rechterdeel van de gevel met woongedeelte, bestaande uit centraal geplaatste donkerblauw geschilderd houten voordeur in een licht verdiepte portiek. De deur bestaat uit een bovendeur met venster en een onderdeur met kraaldelen. Grijs-blauw geschilderde kozijnen en een enkelruits bovenlicht met witte kozijnen. Rechthoekige anderhalfsteense strek in Art Decostijl die voorbij de bovenhoeken van de kozijnen kort naar onder doorloopt. Links en rechts van de voordeur een tweelichtvenster met twee vierruits bovenramen, dat ook als kruisvenster bestempeld kan worden. Donkerblauw geschilderde halve houten luiken die de onderste delen van de vensters kunnen afdekken. Links en rechts van beide vensters ventilatiegaten. Links van het linkervenster een relatief brede, donkerblauw geschilderde houten deur, bestaande uit boven- en onderdeur, beide met kraaldelen. Boven deze deur een vierruits bovenlicht, waarbij de ruiten naast elkaar geplaatst zijn. Links van deze brede deur twee rechthoekige negenruits stalramen. Links van de stalramen, links in de voorgevel een dubbele houten getoogde deeldeur onder een korfboog. Diverse eenvoudige staafankers en fries met baksteenversiering en muizentand.
Rechterzijgevel:
Opgebouwd in schoon metselwerk in rode baksteen. Begane grond in een koppenverband. Onderzijde met trasraam met halfsteense rollaag. Twee vensters, vergelijkbaar met de vensters van het woongedeelte in de voorgevel. Halfsteense rollaag als bovendorpelband die de strekken, vergelijkbaar met die in de voorgevel, met elkaar verbindt. Bovenzijde begane grond en topgevel met weinig voorkomend staand verband, bestaande uit koppen en klezoren. Verdiepingslaag met twee kruisvensters met in elk venster twee tweeruitsvensters aan de onderzijden en twee enkelruitsvensters daarboven. Kleuren van de vensters, vergelijkbaar met de overige vensters. Bakstenen lekdorpels. Eenvoudige rechthoekige steense strekken boven de vensters. Tussen beide vensters op de verdieping een grijs gepleisterde lijst met licht uitstekende bakstenen omlijsting. In de lijst de inscriptie "J.C. (of D.C.) Smits" en het jaartal 1927. Vliering met keperboogvenster. Bakstenen lekdorpel en halfsteense rollaag in de vorm van een keperboog. Top van deze keperboog met baksteenversiering in de vorm van een kruis. Diagonale friezen met platte muizentand. Ook een korte horizontale muizentand in de nok. Bovenzijde gevel met klein bakstenen tuitstuk.
Linkerzijgevel met ruitvormig venster ter hoogte van de vliering. Daarboven een klein bakstenen tuitstuk. Eenvoudige strijkspant-ankers.
Dak:
Dak belegd met kruislings geplaatste grijze kruispannen. Bakstenen schoorsteen op de nok, ter hoogte van het woongedeelte.
 
Deze boerderij is cultuurhistorisch waardevol omdat dit een goed voorbeeld is van een in 1927 nieuw gebouwde boerderij die nog de typische kenmerken uit de 19e eeuw bezit. De landelijke omgeving is hier duidelijk in de architectuur aanwezig. De verschijningsvorm van deze boerderij oogt volledig authentiek. De voordeur is van latere datum. Aan verschillende details is veel aandacht besteed. De trots van de eerste eigenaar wordt onderstreept door de grote lijst met inscriptie in de zijgevel.

Buitenheide 4

Algemeen:
Langgevelboerderij onder wolfsdak. Afhang met lessenaarsdak links tegen de boerderij. Smalle afhang met lessenaarsdak centraal tegen de achtergevel. Los staande karschop met zadeldak met tegen beide zijgevels een afhang met lessenaarsdak. Gevels boerderij opgebouwd in schoon metselwerk in rode baksteen in een kruisverband. Aan de bovenzijde van de voorgevel een zinken mastgoot.

Boerderij:
Woonhuisdeel aan straatzijde:
Rechterzijde voorgevel met woongedeelte. Dit deel met grijze gepleisterde plint. Centraal geplaatste houten voordeur met een tweeruits bovenlicht. Wit geschilderde houten kozijnen. Grijs gepleisterd boogveld en steense segmentboog. Links en rechts van de deur een houten zesruits schuifvenster met wit geschilderde houten kozijnen. Versierde bovendorpel. Betonnen lekdorpels en dubbele houten luiken. Boven de vensters grijs gepleisterde boogvelden en steense segmentbogen.
Staldeel aan straatzijde:
Stalgedeelte met geheel links twee getoogde vierruits stalramen met halfsteense segmentbogen erboven. Deze twee stalvensters zijn modern en ter plaatse van een dubbele getoogde poort. De bakstenen rondom deze twee vensters zijn lichter dan de overige bakstenen en verraden de vorm van de vroegere poort. Rechts van de twee stalvensters een fors modern kruisvenster over de gehele hoogte van de gevel. Bovenramen blind. Een dubbele deeldeur zat oorspronkelijk op deze plaats. Bakstenen links en rechts van dit venster zijn lichter van kleur. Rechts van dit forse moderne venster een dubbele getoogde houten staldeur met steense segmentboog. Ook hier is het metselwerk rondom de deur lichter van kleur, wat wijst op een latere verbouwing van deze deur. Rechts van deze dubbele deur een stalvenster, vergelijkbaar met die in het linkerdeel van de gevel. Ook hier weer lichtere baksteen rondom het venster. Rechts van dit venster een dubbele getoogde houten staldeur die iets groter is dan de staldeur links. In de linkerdeur ervan een aparte voordeur voor het adres Buitenheide 4a. Deze voordeur en de rechterstaldeur hebben beide een langwerpig smal venster. Steense segmentboog en opnieuw lichte baksteen rondom de deur. Enige lange staafankers en zinken regenpijpen.
Rechterzijgevel:
Rechterzijgevel met op de begane grond twee zesruits schuifvensters, vergelijkbaar met die van het woongedeelte in de voorgevel. Het linkervenster is groter dan het rechtervenster en heeft lichtere bakstenen rondom. Het rechtervenster is het enige venster dat origineel lijkt te zijn. Hierbij geen lichtere stenen rondom. Zolderverdieping met twee rechthoekige vierruitsvensters met houten kozijnen en loodslabben in plaats van lekdorpels. Ook deze vensters hebben een lichtere baksteen rondom. Horizontale gevelbeëindiging onder het wolfseind met overhoekse muizentand. Twee strijkspant-ankers. Linkerzijgevel blind met twee strijkspant-ankers.
Achtergevel:
Wit gepleisterd. Centraal tussen de twee huisnummers een uitbouw met lessenaarsdak.
Achterzijde nummer 4a:
een grote openslaande dubbele deur met grote ruiten, een achterdeur rechts daarvan en aan de beide zijden een stalraampje.
Dak:
Dak belegd met holle betonpannen. In het voorste dakschild drie forse moderne dakramen. Een bakstenen schoorsteen op de nok van het dak ter hoogte van de scheidingmuur tussen woon- en stalgedeelte. Kleine metalen of kunststof schoorsteenpijp op de nok van het dak in het stalgedeelte. In het achterste dakschild vier forse dakramen.

Afhang tegen de boerderij:
Afhang tegen linkergevel opgebouwd uit rode baksteen in schoon metselwerk in een halfsteensverband. Gevel aan straatzijde met links een houten deur met betonnen of houten latei. Rechts hiervan twee getoogde vierruits stalvensters met halfsteense segmentbogen. Linkerzijgevel afhang met twee getoogde vierruits stalvensters met bakstenen lekdorpels en halfsteense segmentbogen. Lessenaarsdak belegd met rode muldenpannen.

Karschop:
Karschop met forse houten staanders. Zijgevel bekleed met houten planken, achtergevel opgebouwd uit betonstenen. Vier rechthoekige vensters in deze gevel. Zijgevels met houten planken. Asymmetrisch zadeldak dat aan de achterzijde lager doorloopt met een geknikte dakvoet. Dak belegd met rode muldenpannen. Voorzijde open, waardoor grenen spanten zichtbaar zijn. Tegen beide zijgevels van deze karschop een houten afhang met lessenaarsdak, belegd met golfplaten.
 
Deze boerderijwoning is cultuurhistorisch van belang, omdat zij gelegen is in het buitengebied en passend is in de context van het landschap. Qua architectuur oogt het pand als een boerderij, echter kijkend naar details, blijkt veel van de schoonheid en authenticiteit verloren.

Grevenschutweg 15

Algemeen:
Wit geschilderde langgevelboerderij uit 1948 onder dak met schilden en wolfseind. Grijs geschilderde plint. Wit en crèmekleurig geschilderde houten kozijnen. Bakstenen lekdorpels. Groen geschilderde houten poorten en luiken. Verder nog twee los staande volumes op het erf.
 
Voorgevel aan straatzijde:
Woongedeelte:
Links in de voorgevel het woongedeelte met geheel links een venster met luiken, dat door begroeiing niet zichtbaar is. Rechts van dit venster de houten voordeur, bestaande uit een onderdeur en bovendeur met kijkvenster. Boven de deur een tweeruits bovenlicht. Deur en bovenlicht zijn omgeven door een omlijsting, typerend voor de wederopbouwperiode, de tijd waarin het pand gebouwd is. Onderzijde van deze omlijsting met hardstenen drempel en deurneuten. Boven de deur een losse houten bakgoot met zinken kraal op klossen. Rechts van de deur een ingemetselde steen met onder andere het bouwjaar 1948. Hierboven een eenruits toiletvenster.
Bedrijfsgedeelte:
Rechts van het venstertje begint het bedrijfsgedeelte van de boerderij dat iets naar voren uitspringt. Van links naar rechts in het bedrijfsgedeelte: een vierkant vierruits stalvenster. Dan een dubbele deeldeur met ruitvormige kijkvenstertjes. Geheel rechts vier vierkante vierruits stalvensters.
 
Rechterzijgevel:
Centraal in de gevel een vierkant vierruits stalvenster. Links daarvan een fors drieledig venster, bestaande uit een grote ruit en aan beide zijden een smaller venster. Rechts op de begane grond een dubbele poort met ruitvormige kijkvenstertjes. Zolderverdieping met centraal een dubbel hooiluik met ruitvormige kijkvenstertjes. Boven dit luik steekt een hijsplank met takel uit het dak. Links en rechts van het hooiluik een vierkant vierruits venster.
 
Dak:
Kap met schilden en wolfseind (aan rechterzijde) belegd met riet. De kap is ter hoogte van het woongedeelte in de voorgevel zo'n 30 cm. hoger opgetrokken. In het voorste dakschild boven de voordeur een klimmend vleermuisvenster (dakkapel) met daarin een halfrond drieruitsvenster. Het vleermuisvenster heeft een lekdorpel van nokpannen. Boven op de nok van het dak eveneens nokpannen en een bakstenen schoorsteen in schoon metselwerk. Bovenop de schoorsteen een metalen afdekplaat en windwijzer.
 
Deze boerderijwoning is cultuurhistorisch van belang, omdat zij gelegen is in het buitengebied en passend is in de context van het landschap. De agrarische functie is mogelijk geheel verdwenen, maar het karaker van deze boerderij is nog geheel authentiek. Het uiterlijk is niet gemoderniseerd.

Eindhovenseweg 300

Algemeen:
Eén- deels tweelaags landhuis/clubhuis in schoon metselwerk van rode baksteen met rieten wolfsdak. Gestaan op het terrein van de golfclub. Gebouwd in 1929 door de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven onder leiding van architect Kalff. Tegenover gelegen caddyhuisje, gebouwd in 1931. Eenlaags aanbouw met zadeldak tegen rechterzijgevel van het clubhuis.
 
Voorgevel:
Voorgevel geheel links en geheel rechts enkellaags. Centrale deel van deze gevel tweelaags. Beige-gele omlijstingen van vensters, wit geschilderde houten kozijnen. Grijs geschilderde betonnen lekdorpels. Voorgevel met op de begane grond geheel rechts een drielichtsvenster bestaande uit drie vierruits vensters. Centrale deel van de voorgevel met op de begane grond een moderne glazen uitbouw/serre. Direct boven deze uitbouw is het metselwerk verstoord. Rechts en wellicht links van de uitbouw een drielichtsvenster, bestaande uit zes gekoppelde vierruitsvensters. Verdieping centrale deel met centraal geplaatst achtledig achthoekig venster met glas-in-lood. Links en rechts van dit venster een drielichtsvenster, vergelijkbaar met dat van de begane grond. Wit geschilderde houten plansier als fries.
Rechterzijgevel:
Op de verdieping geheel links een klein rondvenster ter hoogte van de balklaag. Hoogstwaarschijnlijk bevindt zich achter dit venster een trapopgang. Rechts van deze oculus een drielichtsvenster, vergelijkbaar met die in de voorgevel. Rechts daarvan een zeer fors drielichtsvenster, bestaande uit drie negenruitsvensters.
Linkerzijgevel:
Deze zijgevel is door begroeiing slecht zichtbaar. Te zien zijn op de begane grond geheel rechts een blauw geschilderde houten deur en verder enkele zesruitsvensters. Zolderverdieping met rechts een zesruitsvenster. Links daarvan, centraal in de gevel een zeer fors vierlichtsvenster met roedeverdeling. Achterste deel linkerzijgevel met vier- of vijfhoekige uitbouw waarvan de verdieping met vensters.
Dak:
Voorste dakschild met klimmende dakkapel. Hierin negen gekoppelde vensters van elk vier ruiten. Onder deze dakkapel 'klimt' de verdiepingslaag als het ware eveneens doordat de dakhelling boven dit gedeelte minder steil is dan de overige delen van het voorste dakschild.
 
Het pand is cultuurhistorisch waardevol omdat het in de dertiger jaren van de twintigste eeuw de economische macht van het Philips-concern verbeeldde, ondanks de financiële crisis van destijds. Dit pand werd veelvuldig door de hele familie gebruikt. Daarvan bestaan nog diverse filmbeelden. De architect en vormgever, Louis Kalff, was in dienst van Philips en bouwde ook de "treksteenfabriek" aan de Geenhovensedreef. Ook in Waalre ontwierp hij landhuizen voor directieleden van Philips.

Eindhovenseweg 308

Algemeen:
Landhuis-complex 'Het Heihuis' uit 1939 met een Y-vormige plattegrond, witgeschilderde baksteen in kruisverband. Gestaan op het terrein van de golfclub. Gebouwd in 1939 door de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven onder leiding van architect Kalff. Noordelijke (lange) vleugel deels één- deels tweelaags met zadeldaken, hiernaast een bakstenen poortomlijsting met dakje van drie schilden. Oostelijke vleugel bestaat eveneens uit drie delen, te weten in het midden een eenlaags centraal 'diep' gedeelte met asymmetrisch zadeldak, rechts daarvan een tweelaags 'dwars' gedeelte. Meest oostelijk gelegen (links) een eenlaagse aanbouw met platdak. Noordelijke vleugel loopt door in de korte zuidvleugel. Deze is echter niet zichtbaar op foto's en wordt hier dus niet beschreven.

Noordelijke vleugel:
Noordelijke vleugel, tweelaags volume:
Wit geschilderde voorgevel met twee wit geschilderde regenpijpen. Donker geschilderde plint. Op de begane grond links een licht verdiepte portiek met vier okergele zuilen. Daarachter een schuifpui van donker geschilderd hout en glas voorzien van metalen sierhekwerk. Boven deze entree een halfronde luifel van glas of doorzichtig kunststof en met metalen versiering op metalen poten op een halfrond bakstenen terras. Rechts van deze entree drie vensters. Het middelste van deze drie vensters is smal en langwerpig met drie ruiten. De buitenste vensters zijn vierkant en tweeledig. Okergele houten kozijnen en witte houten roeden. Inbraakveilige sierhekwerken voor de vensters. Ter hoogte van de balklaag een grijze (natuurstenen?) cordonlijst.
Verdieping met van links naar rechts: een zesruits stolpvenster met drieruits bovenraam en houten luiken, een smal, langwerpig drieruitsvenster, een vierruits stolpvenster met tweeruits bovenraam en houten luiken, een smal, langwerpig drieruitsvenster en opnieuw een vierruits stolpvenster met tweeruits bovenraam. De bovenramen en de bovenste ruiten van de smalle langwerpige vensters zijn korter dan de overige ruiten in deze vensters. Okergele houten kozijnen en witte roeden. Donkerkleurige luiken. Ter hoogte van de zolderverdiepingslaag een smalle wit geschilderde cordonlijst. Ver overstekende houten bakgoot, op klossen, met zinken kraal. Wit geschilderde bakstenen rechterzijgevel.
Zadeldak belegd met grijze holle pannen. Voorste dakschild met vier dakvensters. Elk dakvenster met een twaalfruits stolpvenster. Houten kozijnen, Donker geschilderde houten wangen en een wit geschilderd driehoekig houten fronton. Op de nok van het dak twee wit geschilderde bakstenen schoorstenen met geprofileerde bovenzijde en metalen afdekplaten. Hiertussen nog een kleine schoorsteen met metalen afdekplaat.
Noordelijke vleugel, eenlaags volume: Wit geschilderde voorgevel met donker geschilderde plint. Op de begane grond een centraal geplaatste trapeziumvormige erker. Smalle, schuine zijden van deze erker met drie ruiten en afzaten met lekdorpels van donkere tegels. Voorzijde van de erker met dubbele poort van okergele roeden en witte beplating in plaats van glazen ruiten. Erker heeft een platdakje met geprofileerde bakgoot. Rechts in de gevel een wit geschilderde regenpijp.
Geprofileerde houten bakgoot die op twee plaatsen, centraal in de gevel, onderbroken wordt door twee Vlaamse gevels. Deze zijn van wit geschilderde baksteen en hebben zadeldakjes met geprofileerde randen. In beide Vlaamse gevels een vierkant vierruitsvenster met okergele kozijnen en witte roeden.
Zadeldak belegd met grijze holle pannen. Dit dak steekt boven de rechterzijgevel een stuk verder uit. Centraal op de nok van het dak een forse wit geschilderde bakstenen schoorsteen met geprofileerde bovenzijde en metalen afdekplaat.
Poortomlijsting:
Wit geschilderde bakstenen poortomlijsting met profileerde (Omega-vormige?) segmentboog. Donker geschilderde plint. Bruin geschilderde of natuurstenen imitatie-sluitsteen. Geprofileerde fries met dubbele muizentanding. Afdekking met drie schilden grijze holle dakpannen.

Oostelijke vleugel:
Oostelijke vleugel, tweelaags dwars huis:
Begane grond van de voorgevel met wit geschilderde bakstenen. Verdieping met donker geschilderde kraaldelen. Derde van de vier vensterassen met uitspringende erker/Vlaamse gevel.
Begane grond met van links naar rechts:
een breed vierledig venster met roedeverdeling. Vervolgens een rechthoekig 20-ruitsvenster. Derde vensteras met rechthoekige staande erker met roedeverdeling. Rechts van de erker een getoogd venster met okergele kozijnen en donker geschilderde roeden. Vóór het venster een inbraakveilige metalen sierhekwerk met vogel. De vensters en de erker in de linkse drie vensterassen op de begane grond met donker geschilderde kozijnen en roeden. Lekdorpels van bruine geglazuurde tegels.
Verdieping met van links naar rechts: een breed vierledig venster met roedeverdeling en houten luiken. Dan een drieledig venster met roedeverdeling en houten luiken, vervolgens de uitstekende Vlaamse gevel met topgevelshot en vierledig venster met roedeverdeling. Hieronder een losse, donker geschilderde bakgoot. Boven het venster een wit geschilderde geprofileerde houten windveer. Rechts van de Vlaamse gevel in de vierde vensteras een breed vierledig venster met roedeverdeling en houten luiken. Wit geschilderde houten bakgoten.
Zadeldak belegd met grijze holle pannen. In voorste dakschild twee brede dakkapellen en rechts daarvan een kleiner uitgevoerde dakkapel met donker geschilderd houten luik. Alle dakkapellen met beschoten gevels van donker geschilderde kraaldelen. Vensters met roedeverdeling en okergele kozijnen en donker geschilderde roeden. Platte dakjes met wit geschilderde houten bakgootjes. Geheel links in het voorste dakschild een klein dakraampje.
Oostelijke vleugel, eenlaags diep huis: Begane grond van de voorgevel met wit geschilderde bakstenen. Donker geschilderde plint. Zolderverdieping met donker geschilderd topgevelschot.
Begane grond met van links naar rechts een breed venster met roedeverdeling, dan een rechthoekig 20-ruitsvenster. Vervolgens een diepe, rechthoekige portiek met houten luifel met zinken kraal. Het linkerdeel van de luifel wordt ondersteund door een muurtje. Op luifel de tekst "Het Heihuis". In de portiek rechts een toegangsdeur. Recht vooruit in de portiek een breed venster met roedeverdeling. Rechts van de portiek een smal achtruitsvenster. Alle vensters met donker geschilderde kozijnen en roeden, lekdorpels van bruine geglazuurde tegels.
Zolderverdieping met drie vensters, waarvan het middelste een smal achtruits venster, geflankeerd door twee drieledige vensters met roedeverdeling en houten luiken. De vensters op deze verdieping met okergele kozijnen en donker geschilderde roeden en luiken.
Vliering met centraal keperboogvenster met donker geschilderde houten kozijnen en luifel.
Asymmetrisch zadeldak belegd met grijze holle pannen. In het linkerdakschild een klein dakraampje en een forse, langwerpige, wit geschilderde bakstenen schoorsteen. In het rechterdakschild eveneens een langwerpige, wit geschilderde bakstenen schoorsteen.
Oostelijke vleugel, eenlaags aanbouw met platdak:
Voorgevel met wit geschilderde bakstenen met donker geschilderde plint. Breed tweeledig venster met 8 bij 2 ruiten. Donker geschilderde kozijnen en roeden. Platdak met wit geschilderde houten omlijsting.
 
Het pand is cultuurhistorisch waardevol omdat het op het eind van de dertiger jaren van de twintigste eeuw de economische macht van het Philips-concern verbeeldde, ondanks de financiële crisis en politieke zorgen van die tijd. De architect en vormgever, Louis Kalff, was in dienst van Philips en bouwde ook de "treksteenfabriek" aan de Geenhovensedreef. Ook in Waalre ontwierp hij landhuizen voor directieleden van Philips. 

Achterste Brug 12

Algemeen:
Langgevelboerderij 'De Windhoek' onder zadeldak uit ca. 1900. Serre van hout en glas tegen achtergevel. Gevels opgebouwd uit schoon metselwerk van rode baksteen in een kruisverband.

Boerderij:
Voorgevel:
Gehele voorgevel met grijs gepleisterde plint. Linkerdeel betreft het woonhuis en rechts de bedrijfsruimtes.
Woonhuisdeel:
Links in de voorgevel het woongedeelte met geheel links een zesruits schuifvenster met houten kozijnen en donkergroen geschilderde houten luiken. Betonnen lekdorpel en steense segmentboog. Links van dit venster een donkergrijs gepleisterde verticale sierband. Rechts van het venster een donkergroen geschilderde houten voordeur met tweeruits bovenlicht. Rechts hiervan twee zesruits schuifvensters, vergelijkbaar met het venster geheel links. Het rechter van deze twee vensters is iets kleiner dan de andere vensters.
Bedrijfsdeel:
Rechts van deze twee vensters begint het stalgedeelte. Links in het stalgedeelte twee kleine vierruits (stal)vensters met houten kozijnen, houten luiken, betonnen lekdorpels en steense segmentbogen. rechts van de twee kleine vensters een forse dubbele houten deeldeur. Rechts van deze deeldeur een blind geveldeel waar tot voor kort de metalen letters "De Windhoek" hingen. Die zijn na een verbouwing in 2013 verdwenen. Wellicht komen ze nog terug. Geheel rechts in de voorgevel twee getoogde zesruits stalvensters met halfsteense segmentbogen. Rechts hiervan een getoogde houten staldeur met halfsteense segmentboog. Bovenzijde van de voorgevel met platte muizentand.
Zijgevels:
Rechterzijgevel niet goed zichtbaar door verbouwingswerkzaamheden. Grotendeels of geheel blind met strijbalk-ankers.
Linkerzijgevel met donkergrijs geschilderd trasraam. Begane grond met midden en rechts een zesruits schuifvenster met luiken, vergelijkbaar met de vensters van de voorgevel. Halfsteense rollagen boven deze vensters. Links, ter hoogte van de balklaag een rechthoekig vierruits opkamervenster waarvan de onderste twee ruiten dubbel zo groot zijn als de bovenste ruiten. Zolderverdieping met één venster met luiken, vergelijkbaar met de overige vensters.
Dak:
Zadeldak belegd met grijze muldenpannen. Voorste dakschild met vijf kleine dakraampjes. Bakstenen schoorsteen op de nok van het dak ter hoogte van het woongedeelte. Overkapping in de vorm van een zadeldakje.

Tuin/erf:
Voortuin met twee forse, oude knotwilgen.

Deze boerderij is van belang vanwege zijn ligging in een volkomen agrarisch gehucht met de naam Achterste Brug. Het pand oogt nog zeer authentiek. De boerderij is cultuurhistorisch van waarde omdat het onderdeel vormt van de agrarische ontwikkeling van de omgeving in de zeventiende tot de negentiende eeuw op deze plaats. Het exterieur van de boerderij is nauwelijks gewijzigd. Het interieur is, vooral in het bedrijfsgedeelte, op veel plaatsen ingrijpend gewijzigd. Deze boerderij draagt bij aan de fraaie ensemblewaarde, die door de aanwezigheid van de overige boerderijen in dit gehucht is ontstaan. Het geheel weerspiegelt de sfeer van eeuwen geleden.
Achterste Brug 16

Algemeen:
Kempische langgevelboerderij onder wolfsdak met zijschild uit 1836.
Gevels opgebouwd uit schoon metselwerk in rode baksteen in een kruisverband en deels met houten beschot.
Voorgevel:
Gehele voorgevel met grijs gepleisterde plint. Linkerdeel betreft het woonhuis en rechts de bedrijfsruimtes.
 
Woonhuis:
Linkerdeel voorgevel opgebouwd in een kruisverband, bestaande uit koppen en klezoren. Geheel links twee zesruits vensters met houten kozijnen en houten luiken. Betonnen lekdorpels. Rechts van deze twee vensters een houten voordeur met tweeruits bovenlicht.
Bedrijfsruimtes: Rechts van het woongedeelte de deel met in de voorgevel een getoogde houten deur met steense segmentboog. Links en rechts van deze deur een rechthoekig twaalfruits venster met betonnen lekdorpel en steense rollaag. Twee staafankers.
Rechts van de deel het stalgedeelte. De voorgevel is hier bekleed met een houten beschot. In dit deel van de gevel vier getoogte zesruits stalvensters met bakstenen lekdorpels. Storende schotelantenne in dit deel van de voorgevel.
Rechterzijgevel:
Gevel met dubbele houten poort. Bovenste gedeelte van het deel links van deze poort met houten beschot als in de voorgevel. Rechts van de poort een getoogd metalen vierruits stalraam met zonmotief.
Linkerzijgevel:
Gevel met grijs gepleisterde plint. Midden en rechts op de begane grond een zesruits venster met houten kozijnen. Betonnen lekdorpels en halfsteense rollagen. Ter hoogte van de balklaag links een rechthoeking zesruits opkamervenster met halfsteense rollaag. Centraal in de linkerzijgevel, ter hoogte van de balklaag in grijze gesmoorde bakstenen het jaartal 1836. Zolderverdieping met links een klein enkelruits venster met rood geschilderde kozijnen. Halfsteense rollagen boven en onder het raam. Rechts een vierruits venster met houten kozijnen en daaronder een halve halfsteense rollaag. Schuine zijden van de gevel met boerenvlechtwerk dat in latere jaren uitgebreid is door de ophoging van de voor- en achtergevel.
Achtergevel:
Achtergevel deels met grijs gepleisterde plint. Links drie getoogde zesruits stalramen met halfsteense segmentbogen en bakstenen lekdorpels. Centraal in de achtergevel een houten deur, bestaande uit een onderdeur en een bovendeur met zesruits kijkvenster. Boven de deur een C-vormige gepleisterde latei die tot onder de hoeken van de bovendorpel loopt. Het rechterdeel van de achtergevel met een muizentanding. Links in dit gedeelte een vierruits venster met houten kozijnen met daaronder een betonnen lekdorpel. Rechts van dit venster een smalle dubbele deur met roedeverdeling. Rechts hiervan een zesruits venster met houten kozijnen en een betonnen lekdorpel. De muren en vensters in dit rechterdeel van de achtergevel zijn enigszins scheef.
Dak:
Dak deels belegd met grijze muldenpannen (onderste gedeelte van het woonhuis en de deel aan voor- en achterzijde) en riet (overige delen). Nok met nokpannen. Gemetselde schoorsteen op de nok van het woongedeelte. Drie dakramen in het pannengedeelte van het voorste en van het achterste dakvlak.
Bijgebouw:
Achter de boerderij staat een bijgebouw, dat vermoedelijk als schop of schuur in gebruik was. Deze is gemoderniseerd en momenteel als bed and breakfast" ingericht. Het gebouwtje is opgetrokken in baksteen, en deels voorzien van houten planken. Rieten dak, gedeeltelijk aan de onderzijde met grijze holle pannen.
Tuin/erf:
Gazon rondom de boerderij en het bijgebouw. Daarin ook een oude beuk, vermoedelijk uit omgeveer 1900-1910. Hoogte circa 21 meter.
 
Deze boerderij is van belang vanwege zijn ligging in een volkomen agrarisch gehucht met de naam Achterste Brug. Het pand oogt nog zeer authentiek. Het bijgebouw is gerenoveerd. De boerderij is cultuurhistorisch van waarde omdat het onderdeel vormt van de agrarische ontwikkeling van de omgeving in de zeventiende tot de negentiende eeuw op deze plaats. Het exterieur van de boerderij is nauwelijks gewijzigd. Deze boerderij draagt bij aan de fraaie ensemblewaarde, die door de aanwezigheid van de overige boerderijen in dit gehucht is ontstaan. Het geheel weerspiegelt de sfeer van eeuwen geleden.

Achterste Brug 20

Algemeen:
Kempische langgevelboerderij onder wolfsdak met zijschild. Gevels opgebouwd uit schoon metselwerk in rode baksteen in een kruisverband. Voorgevel met grijze gepleisterde plint en enkele staafankers. Diverse zinken regenpijpen tegen de gevels. Linkerdeel betreft het woonhuis en rechts de bedrijfsruimtes.
 
Voorgevel aan de straatzijde:
Woongedeelte:
Links het woonhuis met een centraal geplaatste houten voordeur met bovenlicht, geflankeerd door twee kruisvensters met roedeverdeling. Onder de vensters betonnen lekdorpels. Boven de deur en de vensters halfsteense rollagen.
Bedrijfsruimtes:
Rechts van het woongedeelte de deel met een houten poort aan een schuifregel. Rechts van deze poort een kruisvenster met roedeverdeling. Betonnen lekdorpel en halfsteense rollaag. Rechts van dit venster een zelfde soort houten poort aan een schuifregel, alleen nu gespiegeld. Rechts van deze poort een forse dubbele houten deeldeur. Geheel rechts in de voorgevel een dubbele houten poort onder een halfsteense rollaag. Zinken mastgoot.
Rechterzijgevel:
Gevel met grijs gepleisterde plint. Twee kleine vensters afgedekt door luiken. Het rechtervenster deels in de plint. Dit is mogelijk een keldervenster. Zinken mastgoot.
Linkerzijgevel:
Gevel met grijs gepleisterde plint. Op de begane grond midden en rechts een rechthoekig T-venster met roedeverdeling. Bakstenen lekdorpels en halfsteense rollagen. Ter hoogte van de balklaag links een klein zesruits opkamervenster met betonnen lekdorpel. Zolderverdieping met links en rechts een stolpvenster met roedeverdeling. Betonnen lekdorpels. Schuine zijden van de gevel met boerenvlechtwerk, waaraan duidelijk te zien is dat de voorgevel hoger is dan de achtergevel.
Dak:
Dak belegd met grijze en rode muldenpannen in een schaakbordpatroon. Bakstenen schoorsteen op de nok van het woongedeelte. Bovenzijde hiervan met metalen afdekplaat.
Tuin/erf:
Aan de straatzijde van deze boerderij staan drie (traditionele) leibomen.
 
Deze boerderij is van belang vanwege zijn ligging in een volkomen agrarisch gehucht met de naam Achterste Brug. Het pand oogt nog zeer authentiek. De boerderij is cultuurhistorisch van waarde omdat het onderdeel vormt van de agrarische ontwikkeling van de omgeving in de zeventiende tot de negentiende eeuw op deze plaats.Het exterieur van de boerderij is nauwelijks gewijzigd. De dakpannen zijn in een latere gelegd, waarschijnlijk ter vervanging van een gedeeltelijk met riet en pannen belegd dak. Deze boerderij draagt bij aan de fraaie ensemblewaarde, die door de aanwezigheid van de overige boerderijen in dit gehucht is ontstaan. Het geheel weerspiegelt de sfeer van eeuwen geleden.