7.9 Milieu en water
Waterbestemmingen
In het bestemmingsplan zijn vier bestemmingen opgenomen om de (ruimtelijk relevante) waterbelangen te regelen. Het gaat om de volgende bestemmingen:
- Water (enkelbestemming);
- Waarde-Hydrologie (dubbelbestemming) ;
- Waterstaat-Waterbergingsgebied (dubbelbestemming) ;
- Waterstaat-Waterstaatkundige functie (dubbelbestemming).
Water
De bestemming is opgenomen voor de hoofdwatergangen (A-watergangen) en de diverse grote oppervlaktewateren (zoals de vennen en visvijvers).
Waarde-Hydrologie
De dubbelbestemming ‘Waarde - Hydrologie’ is een verzamelnaam voor een aantal watergerelateerde waarden. Daarbij is het volgende betrokken:
- de aanduiding 'hydrologisch waardevol' uit het vigerende bestemmingsplan buitengebied;
- de 'beschermingszone natte natuurparel’ (dit is op basis van de provinciale Verordening Ruimte omgezet naar ‘attentiegebied EHS’, waarmee wordt beoogd de grondwaterstand te beschermen) uit het vigerende bestemmingsplan buitengebied;
- het 'attentiegebied EHS' uit de provinciale Verordening Ruimte;
- het 'zoekgebied behoud & herstel watersystemen uit de provinciale Verordening Ruimte;
- het ‘reserveringsgebied waterberging’ uit de provinciale Verordening Ruimte.
Uitgangspunt voor de gemeente is het plan leesbaar en zo eenduidig mogelijk te houden. Het opnemen van verschillende (dubbel)bestemmingen en aanduidingen ter bescherming van de hydrologische waarden draagt bij tot een nodeloos ingewikkelde planregeling, terwijl het uiteindelijke doel hetzelfde is: het beschermen van de hydrologische waarden en het voorkomen van schadelijke ingrepen. Dit is in één bestemming ‘Waarde - Hydrologie’ te ondervangen.
De dubbelbestemming bevat afwijkingsmogelijkheden, waarbij een onafhankelijk deskundige wordt geraadpleegd. Hiermee wordt het waterschap De Dommel bedoeld.
Waterstaat-Waterbergingsgebied
Voor het plangebied kunnen twee 'typen' waterbergingsgebieden van toepassing zijn: 'het regionale waterbergingsgebied' en het 'reserveringsgebied waterberging'. Laatstgenoemd type waterberging wordt bedoeld met de dubbelbestemming 'Waterstaat-Waterbergingsgebied'.
Het reserveringsgebied waterberging maakt deel uit van de dubbelbestemming 'Waarde-Hydrologie'. Hiervoor is gekozen omdat het beoogde doel van deze gebieden, namelijk het mede behouden van het waterbergend vermogen van dat gebied, overeenkomt met de doelstellingen van de andere hydrologische belangen die binnen deze dubbelbestemming vallen.
Voor de regionale waterbergingsgebieden gelden beperkingen voor het bouwen en beperkingen in de vorm van een Omgevingsvergunningstelsel (aanlegvergunningenstelsel) voor activiteiten die ten koste kunnen gaan van het waterbergend vermogen (zoals het ophogen van gronden en het aanleggen van kaden). Dit in tegenstelling tot het reserveringsgebied regionale waterberging, waar geen beperking geldt voor het in het buitengebied aanwezige en gebruikelijke grondgebruik en/of bebouwing.
Duurzame energie
Duurzame energie gaat over de duurzame opwekking (zonder gebruik te maken van fossiele brandstoffen) van warmte en elektriciteit. Duurzame energie heeft betrekking op onder andere zonne-energie, windenergie en bio-energie.
- Zonne-energie: Er kan gebruik worden gemaakt van zonlicht door de oriëntatie van een woning op het perceel, en/of door gebruik te maken van zonnecellen of -panelen. Voor de zongerichte oriëntatie geldt dat dit buiten de werkingsfeer van dit bestemmingsplan valt. De mogelijkheden voor zonnepanelen vallen binnen de bouwregels van het bestemmingsplan.
- Windenergie: Windenergie wordt opgewekt door middel van windmolens. Grootschalige vormen van windenergie (windmolenparken) vergen een zorgvuldige studie naar onder andere de locatie, de opbrengst en de landschappelijke inpassing. Dit is buiten dit bestemmingsplan gelaten. Wanneer het gaat om kleinschalige vormen (als een windmolen op eigen terrein) gelden de algemene bouwregels van het bestemmingsplan.
- Bio-energie: Een nieuw fenomeen in het buitengebied is de biomassavergistingsinstallatie. In een biomassavergistingsinstallatie worden in hoofdzaak mest en co-producten vergist met het doel om duurzame energie op te wekken en vergiste biomassa te produceren. Vanwege de impact op de omgeving (aan- en afvoer, landschappelijke inpassing) is niet elke locatie geschikt voor de bouw van een biomassavergistingsinstallatie. Een partiële herziening van het bestemmingsplan is de aangewezen procedure hiervoor. Voor kleinschalige installaties binnen het eigen agrarisch bouwvlak gelden de algemene bouwregels.
Het bestemmingsplan maakt grootschalige ingrepen als het boren naar schaliegas en voor mens en milieu schadelijke stoffen, niet mogelijk. Ook is het, overeenkomstig het raadsbesluit van 26 januari 2012, niet toegestaan om kernafval op of onder het plangebied aan te brengen.