In het buitengebied komt een aantal situaties voor, waar sprake is van een functionerend agrarisch bedrijf op een agrarische bestemming (een agrarisch bouwvlak), maar waar in de loop der tijd een 'burgerwoonfunctie' is ontstaan. Het gebruik van de (voormalige) agrarische bedrijfswoning als burgerwoning is niet in overeenstemming met de agrarische bestemming uit het vigerende bestemmingsplan. Daarom is er formeel gezien sprake van een ‘illegale’ situatie. Er mag alleen gewoond worden ten behoeve van het agrarisch bedrijf.
Formeel gezien zou de gemeente in dergelijke situaties moeten handhaven. Omdat de gemeente dit een (te) zware maatregel vindt, is in dit bestemmingsplan de 'plattelandswoning' geïntroduceerd.
Op 10 juli 2012 is het wetsvoorstel over de plattelandswoning aangenomen door de 1e kamer. Op 23 oktober jl. is de wet gepubliceerd. De wet treedt binnenkort in werking. De wet regelt:
- het planologisch regime wordt bepalend voor de bescherming van een gebouw tegen negatieve milieueffecten en niet langer het feitelijke gebruik;
- voormalige agrarische bedrijfswoningen worden niet langer beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende agrarische bedrijf.
Voor het bestemmingsplan betekent dit dat de aanduiding 'plattelandswoning' het gebruik als burgerwoning toestaat, maar dat de woning geen milieubescherming kent. Ook worden geen bouw-, ontheffing- en wijzigingsmogelijkheden geboden, die wel aan een reguliere burgerwoning worden gegeven. De hoofdbestemming blijft agrarisch.
Om gebruik te kunnen maken van de ruimtelijke mogelijkheden die aan een reguliere burgerwoning worden gegeven, zal eerst een bestemmingswijziging van een agrarische bestemming naar de bestemming Wonen moeten plaatsvinden. Daarbij vormt de sloop van overtollige bebouwing een voorwaarde.
Wanneer op een agrarisch bouwvlak een aanduiding 'plattelandswoning' is opgenomen, vervalt daarmee de mogelijkheid dat een nieuwe, eerste agrarische bedrijfswoning kan worden opgericht.
Voor die situaties dat het agrarische bedrijf niet meer actief is, geldt de regeling zoals in paragraaf 7.3.6. is opgenomen (aanduiding vab).