In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in
artikel 30 lid 2, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in
artikel 30 lid 1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 2500 m² of meer: