Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0858.BPbuitengebied-OH01

Artikel 15 Natuur

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1 Hoofdbestemming
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden;
  2. extensief grondgebonden (hobbymatig) agrarisch medegebruik;
  3. extensieve dagrecreatie;
  4. natuureducatie;
met de daarbij behorende:
  1. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.1.2 Medebestemming
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn naast het bepaalde in artikel 15 lid 1.1 mede bestemd voor ter plaatse van de aanduiding:
  1. 'specifieke vorm van maatschappelijk - hondentrainclub': een hondentrainclub;
  2. 'specifieke vorm van natuur - scouting': een scoutingclub; 
  3. 'specifieke vorm van natuur - ecoduct': een ecoduct;
  4. 'specifieke vorm van natuur - fauna voorziening': een faunavoorziening;
  5. 'specifieke vorm van natuur - kerstbomenteelt': kerstbomenteelt;
  6. ‘specifieke vorm van natuur - dierenweide': een dierenweide;
  7. ‘specifieke vorm van natuur - spoorbrug': een spoorbrug;
  8. 'specifieke vorm van natuur - dagrecreatie': bebouwing in de vorm van een dagverblijf ten dienste extensief dagrecreatief gebruik;
  9. 'verblijfsrecreatie': verblijfsrecreatie en bijbehorende bebouwing;
  10. 'specifieke vorm van sport - outdoorrecreatie': uitsluitend outdooractiviteiten;
  11. 'begraafplaats': een historische begraafplaats;
  12. 'zend-/ontvangstinstallatie': een zend- en ontvangstinstallatie;
  13. 'verenigingsleven': voorzieningen voor het verenigingsleven.
15.2 Bouwregels
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 15 lid 1  omschreven bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
 
15.2.1 Gebouwen
  1. Ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' zijn gebouwen toegestaan ten behoeve van het verenigingsleven met in achtname van het volgende voorwaarden: 
Locatie Max.oppervlak gebouwen
Burg. Kuyperlaan 2675 m2
Dorpsstraat 17a100 m2
omgeving Hoeve75 m2
omgeving Schafterdijk94 m2
Mgr. Smetsstraat 46100 m2
15.2.2 Bebouwing ten behoeve van dagrecreatie en verblijfsrecreatie
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - dagrecreatie' of  'verblijfsrecreatie' is een gebouw toegestaan waarbij geldt dat:
  1. de goothoogte mag niet meer bedragen dan aangeduid op de verbeelding;
  2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan aangeduid op de verbeelding;
  3. het oppervlak mag niet meer bedragen dan aangeduid op de verbeelding.
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  1. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' is een zend- en ontvangstinstallatie toegestaan met een bouwhoogte van niet meer dan 40 meter;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - ecoduct' is een ecoduct toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 11 meter; 
  3. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' zijn schutsbomen toegestaan met een maximale bouwhoogte van 20 meter; 
  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - outdoorrecreatie'  zijn bouwwerken geen gebouwen toegestaan ten behoeve van dit gebruik met een bouwhoogte van maximaal 25 meter;
  5. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2 meter;
  6. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,5 meter waarbij het bouwwerk een transparantie heeft van minimaal 75%.
15.2.4 Hulpgebouwen
Voor het bouwen van hulpgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'hulpgebouw - 76' geldt dat:
    1. de goothoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
    2. de bouwhoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
    3. het oppervlak van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
  2. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'hulpgebouw - 98' geldt dat:
    1. de goothoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid dan wel maximaal 2,5 meter indien geen aanduiding is opgenomen;
    2. de bouwhoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid dan wel maximaal 3 meter indien geen aanduiding is opgenomen;
    3. het oppervlak van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid dan wel maximaal 30 m2 indien geen aanduiding is opgenomen;
  3. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'hulpgebouw' geldt dat:
    1. de goothoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
    2. de bouwhoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
    3. het oppervlak van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid.
15.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15 lid 2.3 voor het toestaan van een observatietoren onder voorwaarden dat:
  1. het oppervlak niet meer bedraagt dan 25 m2;
  2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3,5 meter.
 
15.4 Specifieke gebruiksregels
15.4.1 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden:
  1. voor het storten van puin, vuil en tuinafval;
  2. voor de stalling en opslag van al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen;
  3. voor het plaatsen van kampeermiddelen;
  4. voor het racen en crossen met gemotoriseerde voertuigen;
  5. als erf zoals bedoeld in artikel 1 Besluit omgevingsrecht;
  6. als sportterrein;
  7. als terrein voor lawaaisporten.
15.4.2 Scouting
Het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - scouting'  ten behoeve van scouting activiteiten is toegestaan onder voorwaarde dat:
  1. het betreft een dagrecreatief gebruik ten behoeve van scoutingactiviteiten; 
  2. verblijfsrecreatief gebruik is per terrein toegestaan tot maximaal 40 dagen per jaar onder voorwaarde dat:
    1. een nachtregister wordt bijgehouden;
    2. aan maximaal 80 personen nachtverblijf wordt geboden;
    3. het aantal tenten niet meer bedraagt dat 20; 
    4. de gronden niet als permanente standplaats voor kampeermiddelen worden gebruikt;
  3. lawaaisporten zijn niet toegestaan;
  4. horeca en detailhandel zijn niet toegestaan.
15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5.1 Verboden werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
  1. aanleggen en/of verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  2. afgraven, ophogen of egaliseren, dan wel ontginnen van gronden;
  3. kappen en rooien van houtwallen en/of -singels of bosjes;
  4. winnen, infiltreren of stuwen van water en andere werken of werkzaamheden die een wezenlijke wijziging van de grondwaterstand of de waterhuishouding beogen of ten gevolge hebben, anders dan ten behoeve van natuurontwikkeling;
  5. aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik;
  6. aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.
15.5.2 Toegestane werkzaamheden
Het in artikel 15 lid 5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
  1. werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen;
  2. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
  3. werken en werkzaamheden welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
15.5.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning
De in artikel 15 lid 5.1  vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en/of landschappelijke, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden van de gronden.
 
15.5.4 Strafbaar feit
Overtreding van het verbod van artikel 15 lid 5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
15.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen met dien verstande dat bestemming Natuur gewijzigd kunnen worden in de bestemming Agrarisch of Agrarisch met waarden met dien verstande dat:
  1. onderzoek heeft aangetoond dat er ter plaatse geen sprake (meer) is van beschermenswaardige natuurwaarden;
  2. de landschappelijke en visuele waarden niet onevenredig worden aangetast;
  3. de gronden niet zijn gelegen binnen Natura-2000 of de EHS;
  4. aangetoond is dat de gronden duurzaam in gebruik worden genomen bij een grondgebonden agrarisch bedrijf;
  5. de belangen van de eigenaars/gebruikers van betrokken of nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  6. verhaal van gemeentelijke (plan-)kosten is zekergesteld.