direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd-1
Plan: Uden Centrum 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPUdenCentrum2013-VA01

Artikel 6 Gemengd-1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. woongroepen voor verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten tot een maximum van 15 wooneenheden met de daarbij behorende voorzieningen;
  • c. wonen in combinatie met kinderopvang in de vorm van gastouderschap tot een maximum van 6 kinderen;
  • d. uitoefening van beroepsmatige activiteiten bij woningen bovengronds;
  • e. uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten bij woningen bovengronds ;
  • f. dienstverlening op de begane grond;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - verdieping' tevens voor dienstverlening op de verdieping;
  • h. kantoren op de begane grond;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - verdieping' tevens voor een kantoor op de verdieping;
  • j. maatschappelijke voorzieningen op de begane grond;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verdieping' tevens voor maatschappelijke voorzieningen op de verdieping;
  • l. bedrijven en bedrijfsactiviteiten die genoemd staan in milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten - gemengd op de begane grond, waarbij geldt dat geluidzonderingsplichtige en risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • m. een supermarkt op de begane grond uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel op de begane grond;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verdieping' tevens voor detailhandel op de verdieping;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'dansschool' tevens een dansschool op de verdieping;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'sportzaal' tevens voor een sportschool op de verdieping;
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens een horecabedrijf van categorie 1 of 2 op de begane grond;
  • s. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1' tevens een horecabedrijf van categorie 1 op de begane grond;
  • t. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - verdieping' tevens voor horeca van categorie 1 op de verdieping;
  • u. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' tevens voor een bed & breakfast;
  • v. ter plaatse van de aanduiding 'casino' tevens voor een casino op de begane grond;
  • w. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - verdieping' tevens voor horeca op de verdieping;
  • x. ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting' tevens een seksinrichting;
  • y. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens een ondergrondse parkeergarage.

met daarbij behorende:

  • z. voorzieningen van algemeen nut;
  • aa. tuinen en erven;
  • ab. in- en uitritten;
  • ac. voorzieningen voor verkeer en verblijf ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • ad. parkeervoorzieningen en daarmee verband houdende voorzieningen;
  • ae. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Het bouwperceel mag volledig worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander percentage is aangegeven.

6.2.2 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang in stand te worden gehouden met een minimale doorrijhoogte van 3 meter;
  • c. Toevoeging van woningen is niet toegestaan;
  • d. Ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • e. De voorgevel van het hoofdgebouw mag uitsluitend worden georiënteerd op (één of meerdere) van de ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' aangeduide gevellijnen;
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is een (ondergrondse) parkeergarage toegestaan, waarbij de maatvoeringseisen gelden, zoals aangegeven in onderstaande tabel:

Parkeergarage   Eis  
maximale diepte parkeergarage   5 m  
maximale hoogte parkeergarage   1,5 m  

  • g. In aanvulling op en/of in afwijking van het bepaalde in onder f gelden de volgende bepalingen:
    • 1. Bij woonpercelen dient de afstand tussen de woning en de achterste perceelsgrens minimaal 10 meter te bedragen;
    • 2. De voor- en zijggevellijn mag uitsluitend worden overschreden door erkers, met dien verstande dat:
      • de breedte van de erker aan de voorgevel niet meer mag bedragen dan 60% van de breedte van het hoofdgebouw;
      • de breedte van de erker aan de zijgevel niet meer mag bedragen dan 40% van de zijgevel van het hoofdgebouw;
      • de maximale diepte van een erker 25% van de diepte van de voor-, respectievelijk zijtuin mag bedragen met een maximum van 1,50 m;
      • de goothoogte van de erker mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat boven die hoogte een afscheiding met een open constructie is toegestaan met een hoogte van maximaal 1 m dan wel een kapconstructie;
      • de afdekking van een erker aan de voorzijde van een hoofdgebouw mag worden doorgezet tot en met de entree in dezelfde gevel van het hoofdgebouw.

6.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. overkappingen), gelden de situerings- en maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:

  Maximale bouwhoogte   Maximale bouwhoogte   Maximale bouwhoogte   Maximale bouwhoogte  
  erf-
afscheidingen  
tuinmeubilair en speeltoestellen   vlaggenmasten en antennes   overige
bouwwerken  
Voor de voorgevelrooilijn   1 m   1 m   6 m   1 m  
Achter de voorgevelrooilijn   2 m   3 m   6 m   3 m  

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder f voor het bouwen van hoofdgebouwen op een afstand van minder dan 3 meter tot de achterste perceelsgrens dan wel een woongebouw op een afstand van minder dan 10 meter tot de achterste perceelsgrens, mits:

  • a. dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • c. er geen onevenredige parkeerbehoefte ontstaat in het openbare gebied;
  • d. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Algemeen
  • a. Ter plaatse van de aanduidingen 'detailhandel' en 'supermarkt' mag de bruto vloeroppervlakte met niet meer worden uitgebreid dan 10% van het bestaande bruto vloeroppervlak;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting' mag de bestaande bruto vloeroppervlakte niet worden uitgebreid;
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'casino' mag de bestaande bruto vloeroppervlakte niet worden uitgebreid;
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - verdieping' is tevens horeca op de verdieping toegestaan, mits deze zowel feitelijk als organisatorisch, onderdeel uitmaakt van de horecavestiging op de begane grond en van overeenkomstige categorie is als de horeca op de begane grond;
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verdieping' is tevens detailhandel op de verdieping toegestaan, mits deze zowel feitelijk als organisatorisch, onderdeel uitmaakt van de detailhandelsvestiging op de begane grond.

6.4.2 Bed & breakfast

Ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' is een Bed en Breakfast toegestaan, mits:

  • a. er uitsluitend sprake is van een logies functie;
  • b. er geen andere horeca-activiteiten worden uitgevoerd, met uitzondering van ondergeschikte horeca ten behoeve van gasten van de Bed en Breakfast;
  • c. er maximaal 3 kamers aanwezig zijn;
  • d. de kamers niet zijn uitgerust met alle benodigde voorzieningen, waardoor deze dienst kunnen doen als zelfstandige woonruimte;
  • e. de Bed en Breakfast wordt geexploiteerd door de bewoner van het pand.

6.4.3 Buitensopslag

Buitenopslag is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en achter de voorgevelrooilijn, mits deze noodzakelijk is uit het oogpunt van de bedrijfsvoering.

 

6.4.4 Strijdig gebruik
  • a. Onder een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor:
    • 1. seksuele dienstverlening;
    • 2. bewoning van vrijstaande bijgebouwen;
    • 3. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • b. Het bepaalde onder a sub 3 is niet van toepassing voor zover het betreft het plaatsen van ten hoogste één toercaravan of tent op het erf van een woning.
  • c. Het bepaalde onder a, sub 1 is niet van toepassing voor zover het perceel is aangeduid als 'seksinrichting'.

 

6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Beroeps- of bedrijfmatige activiteiten ondergronds

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.1 onder d en e voor de uitoefening van beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten activiteiten in dat deel van het hoofd- of bijgebouw dat ondergronds is gelegen, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
    • 1. geen omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid, die onder artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht valt, tenzij het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
    • 2. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
    • 3. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
  • c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • d. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij het hoofdgebouw;
  • e. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn, zulks met een maximum van
    100 m²;
  • f. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

6.5.2 Mantelzorg
  • a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.4.4 sub a onder 2 voor het toestaan van een gebruik van een vrijstaand bijgebouw bij een woning als afhankelijke woonruimte, mits:
    • 1. de bewoning op basis van een advies van een onafhankelijke deskundige instantie, dan wel een daaraan gelijk te stellen advies, noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
    • 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
    • 3. de afhankelijke woonruimte geen grotere oppervlakte heeft dan 100 m² en sprake is van één functionele bouwlaag;
    • 4. de afhankelijke woonruimte wordt gerealiseerd in een bijgebouw dat binnen een afstand van 20 meter van de achtergevel van het hoofdgebouw staat. Afwijking is slechts mogelijk als er op het erf en achter de voorgevel van het hoofdgebouw sprake is van een aanwezig bijgebouw dat zonder ingrijpende verbouwingen geschikt kan worden gemaakt voor het bieden van mantelzorg. In het geval sprake is van nieuwbouw dient het bijgebouw binnen een afstand van 10 meter van de achtergevel van het hoofdgebouw te worden gesitueerd;
    • 5. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).
  • b. Het bevoegd gezag trekt een omgevingsvergunning in als de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

6.5.3 Kantoren op de verdieping

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.1 voor het toestaan van zelfstandige kantoren op de verdieping, mits:

  • a. dit past binnen de gemeentelijke beleidskaders;
  • b. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • c. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23.1 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

 

6.5.4 Dienstverlening op de verdieping

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.1 voor het toestaan van diestverlening op de verdieping, mits:

  • a. dit past binnen de gemeentelijke beleidskaders;
  • b. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • c. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23.1 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

6.5.5 Afwijken van Staat van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.1 met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. Een omgevingsvergunning kan worden verleend ten behoeve van de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf dat hoewel gelijkwaardig is aan categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten - gemengd, niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten - gemengd wordt genoemd;
  • b. Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
  • c. Er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23.1 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

6.6 Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 Toevoeging woningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door woningen toe te voegen, mits:

  • a. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • c. dit past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • d. deze toevoeging plaatsvindt binnen bestaande maximale bebouwingscontouren;
  • e. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).