direct naar inhoud van Artikel 4 Centrum
Plan: Uden Centrum 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPUdenCentrum2013-VA01

Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel op de begane grond, met uitzondering van een supermarkt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten' is detailhandel op de begane grond, in afwijking van het bepaalde onder a, niet toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel grootschalig' is grootschalige detailhandel toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' tevens voor een supermarkt op de begane grond;
  • e. wonen;
  • f. kantoren op de begane grond;
  • g. kantoren op de verdiepingen, uitsluitend ten behoeve van de aanwezige functie op de begane grond;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - verdieping' tevens voor zelfstandige kantoren op de verdieping;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verdieping' tevens voor detailhandel op de verdieping;
  • j. een horecabedrijf op de begane grond;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - verdieping' tevens voor horeca van categorie 1 op de verdieping;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'casino' tevens voor een casino op de begane grond;
  • m. dienstverlening op de begane grond;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - verdieping' tevens dienstverlening op de verdieping;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' tevens voor maatschappelijke voorzieningen op de begane grond;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - trouwlocatie' tevens voor een trouwlocatie;
  • q. bedrijven en bedrijfsactiviteiten die genoemd staan in milieucategorie A en B van de Staat van bedrijfsactiviteiten - centrum op de begane grond, waarbij geldt dat geluidzonderingsplichtige en risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens een ondergrondse parkeergarage.

met daarbij behorende:

  • s. voorzieningen van algemeen nut;
  • t. tuinen en erven;
  • u. voorzieningen voor verkeer en verblijf ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • v. parkeervoorzieningen en daarmee verband houdende voorzieningen;
  • w. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Het bouwperceel mag volledig worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander percentage is aangegeven.

4.2.2 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang in stand te worden gehouden met een minimale doorrijhoogte van 3 meter;
  • c. Toevoeging van woningen is niet toegestaan;
  • d. Ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • e. De voorgevel van het hoofdgebouw mag uitsluitend worden georiënteerd op (één of meerdere) van de ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' aangeduide gevellijnen;
  • f. Hoofdgebouwen moeten voldoen aan de situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:

Situeringseisen   Eis  
voorgevel in of op een maximale afstand tot voorgevelrooilijn   2 m  
minimale afstand tot achterste perceelsgrens   3 m  

  • g. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is een ondergrondse parkeergarage toegestaan, waarbij de maatvoeringseisen gelden, zoals aangegeven in onderstaande tabel:

Parkeergarage   Eis  
maximale diepte parkeergarage   5 m  
maximale hoogte parkeergarage   1,5 m  

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. overkappingen), gelden de situerings- en maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:

  Maximale bouwhoogte   Maximale bouwhoogte   Maximale bouwhoogte   Maximale bouwhoogte  

Situering  
erf-
afscheidingen  
tuinmeubilair en speeltoestellen   vlaggenmasten en antennes   overige
bouwwerken  
      (maximaal 1 vlaggenmast per bouwperceel)    
Voor de voorgevelrooilijn   1 m   1 m   6 m   1 m  
Achter de voorgevelrooilijn   2 m   3 m   6 m   3 m  

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder f voor het bouwen van hoofdgebouwen op een afstand van minder dan 3 meter tot de achterste perceelsgrens, mits:

  • a. dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • c. er geen onevenredige parkeerbehoefte ontstaat in het openbare gebied;
  • d. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23.1 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Algemeen
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - verdieping' is tevens horeca op de verdieping toegestaan, mits deze zowel feitelijk als organisatorisch, onderdeel uitmaakt van de horecavestiging op de begane grond en van overeenkomstige categorie is als de horeca op de begane grond;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verdieping' is tevens detailhandel op de verdieping toegestaan, mits deze zowel feitelijk als organisatorisch, onderdeel uitmaakt van de detailhandelsvestiging op de begane grond;
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel grootschalig' mag de bruto vloeroppervlakte aan grootschalige detailhandel niet meer bedragen dan 1.250 m2. Overige detailhandel is niet toegestaan;
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' mag de bruto vloeroppervlakte met niet meer worden uitgebreid dan 10% van het bestaande bruto vloeroppervlak, waarbij het aantal supermarkten niet mag toenemen;
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bedrijfsvloeroppervlakte bedrijven en kantoren' mag de bedrijfsvloeroppervlakte van kantoren en bedrijven gezamenlijk niet meer bedragen dan is aangegeven. Indien er sprake is van gekoppelde bouwvlakken, door middel van een relatieteken, geldt het maximun bedrijfsvloeroppervlakte voor de gekoppelde vlakken tezamen;
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bedrijfsvloeroppervlakte detailhandel' mag de bedrijfsvloeroppervlakte van detailhandelsbedrijven op de begane grond gezamenlijk niet meer bedragen dan is aangegeven. Indien er sprake is van gekoppelde bouwvlakken, door middel van een relatieteken, geldt het maximun bedrijfsvloeroppervlakte voor de gekoppelde vlakken tezamen;
  • g. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bedrijfsvloeroppervlakte horecabedrijven' mag de bedrijfsvloeroppervlakte van horecabedrijven van categorie 2 gezamenlijk niet meer bedragen dan is aangegeven. Indien er sprake is van gekoppelde bouwvlakken, door middel van een relatieteken, geldt het maximun bedrijfsvloeroppervlakte voor de gekoppelde vlakken tezamen.

4.4.2 Buitenopslag

Buitenopslag is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en achter de voorgevelrooilijn, mits deze noodzakelijk is uit het oogpunt van de bedrijfsvoering.

4.4.3 Strijdig gebruik

Onder een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor:

  • a. seksuele dienstverlening;
  • b. bewoning van vrijstaande bijgebouwen;
  • c. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Detailhandel op de verdieping

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van detailhandel op de verdieping, mits:

  • a. dit past binnen de gemeentelijke beleidskaders;
  • b. de detailhandel zowel feitelijk als organisatorisch, onderdeel uitmaakt van de detailhandelsvestiging op de begane grond;
  • c. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • d. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • e. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • f. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

4.5.2 Horeca op de verdieping

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van horeca op de verdieping, mits:

  • a. dit past binnen de gemeentelijke beleidskaders;
  • b. de deze zowel feitelijk als organisatorisch, onderdeel uitmaakt van de horecavestiging op de begane grond en van overeenkomstige categorie is als de horeca op de begane grond;
  • c. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • d. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • e. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • f. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

4.5.3 Zelfstandige kantoren op de verdieping

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van zelfstandige kantoren op de verdieping, mits:

  • a. dit past binnen de gemeentelijke beleidskaders;
  • b. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • c. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

 

4.5.4 Dienstverlening op de verdieping

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van diestverlening op de verdieping, mits:

  • a. dit past binnen de gemeentelijke beleidskaders;
  • b. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • c. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

4.5.5 Maatschappelijk voorzieningen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van maatschappelijke voorzieningen, mits:

  • a. dit past binnen de gemeentelijke beleidskaders;
  • b. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • c. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

4.5.6 Afwijken van Staat van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. Een omgevingsvergunning kan worden verleend ten behoeve van de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf dat hoewel gelijkwaardig is aan categorie A en B van de Staat van bedrijfsactiviteiten - centrum, niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten - centrum wordt genoemd;
  • b. Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
  • c. Er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).

4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Toevoeging woningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door woningen toe te voegen, mits:

  • a. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • c. dit past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • d. deze toevoeging plaatsvindt binnen bestaande maximale bebouwingscontouren;
  • e. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).